Skip to main content



HISTORIE
KORPS RIJKSPOLITIE



ALGEMENE VERKEERSDIENST
INDEX BOEKJE RP ALEX 40 JAAR 2002

Herinneringsboek uitgegeven in 2002 ter gelegenheid van het 40 Jaar bestaan van de personeelsvereniging "RP-Alex" met vele mooie verhalen uit de AVD tijd.

1.  Voorwoord
2.  Personeelswerk geeft kleur aan grijs
3.  40 jaar RP-Alex
4.  Van GTC tot TMC
5.  Gericht verkeerstoezicht toen en nu
6.  De Hobbyclub
7.  De Ondersteuningsgroep
8.  Ledenvergadering RP-Alex
9.  Motorondersteuning GMS tot MO
10.  kleintje auto
11.  Van meldkamer tot operatineel coördinatiecentrum
12.  De koninklijke Personeelsvereniging RP-Alex
13.  Veertig jaar onopvallende surveillance
14.  Instructie en opleiding: van Bio tot nu
15.  Omzien in nostalgie
16.  Alex, van toen naar nu
17.  Uit een gedicht ter gelegenheid van 25 jaar AVD
18.  Door de jaren heen
19.  Ontstaan van de verkeersunits
20.  Oog (en oor) voor emotie
21.  40 jaar Sport RP-Alex
22.  Het Nederlands politieorkest is van ons allemaal
23.  Het Nederlands Politie Museum anno 2002
24.  Attentiefonds PV "RP-Alex"
25.  ICT: van minder naar meer en weer terug
     
  Naar >  boekjes brochures AVD 
Naar >  hoofdmenu SBV / AVD

Reacties en/of aanvullingen op dit artikel Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. het ons. Wel graag de naam v/h artikel en/of het fotonummer vermelden.
Belangrijk. Stuur geen foto's uit boeken, facebookpagina's of websites in. Deze mogen wij niet publiceren.

Het is niet toegestaan om foto's van deze site elders te publiceren bv op een website of facebookpagina.
Help ons want alleen samen kunnen we er echt iets moois van maken.  Lees hier hoe


 

  



HISTORIE RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Voorwoord.

De personeelsvereniging RP Alex bestaat op 1 maart 2002 40 jaar
 
De RP Alex begon als personeelsvereniging voor de Sectie Bijzondere Verkeerstaken, welke later Algemene Verkeersdienst ging heten. Vanaf 1993 ging het "verkeer' binnen het Korps Landelijke Politiediensten op in de divisie Mobiliteit Tevens vestigden er zich meer onderdelen van het KLPD in Driebergen. Vanaf die tijd was het lidmaatschap niet meer voorbehouden aan "verkeer".
 
Binnen het KLPD werd de samenwerking met de andere personeelsverenigingen opgestart binnen de Personeelsfederatie. De organisatorische veranderingen binnen het KLPD, welke misschien ook gevolgen hebben op de wijze waarop personeelsverenigingen zullen functioneren en het 40 jarig bestaan zijn aanleiding voor een terugblik. Op verzoek heeft een aantal leden hun herinneringen aan de afgelopen jaren op papier gezet Dit herinneringsboek is bestemd voor alle 900 leden van de RP Alex.
Hopelijk zal bij het lezen regelmatig een gevoel van herkenning ontstaan en bij hen die nog geen jaren lid zijn een stukje bewustwording.
 
Clemens Kouwenhoven, voorzitter

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 2. Personeelsverenigingswerk geeft kleur aan grijs.

Er zit een grijs gebied tussen werken en vrij zijn, tussen het werk en het thuisfront, tussen zakelijk en privé. Ze horen niet echt bij elkaar en toch vallen ze niet te scheiden en beïnvloeden ze elkaar. Zitje privé lekker in je vel dan heeft het werk daar baat bij en werkje met plezier dan is dat thuis te merken. Het zijn twee aparte werelden die toch alles met elkaar hebben te maken. In het gebied daartussen opereren de personeelsverenigingen. Personeelsverenigingswerk is belangrijk en voor een groot 'bedrijf' als het KLPD essentieel. Het levert een onmiskenbare bijdrage aan een goed klimaat binnen ons korps. Het brengt(ver)binding tot stand die je als dienstleiding graag ziet. Omdat het korps meer .is dan twaalf afzonderlijke primaire diensten met overhead. Door de soms sterk van elkaar verschillende activiteiten en taken sluipt het gevaar van eilandvorming er toch al gemakkelijk in. Maar ik ben er van overtuigd dat men ons 'buiten' allang als dat ene landelijke korps ziet..Met verschillende taken, activiteiten en opdrachten maar wel als eenheid. Binnen die is er ruimte voor een eigen positie per Dienst. Je kunt immers best Fries zijn en je toch ook Nederlander voelen? Zo'n dubbele identiteit hoort ook bij ons korps. De gezamenlijk personeelsverenigingen volgen in hun plannen deze gedachte. Personeelsverenigingen per Dienst en op het gemeenschappelijk niveau de samenhang, synergie en samenwerking in de Personeels Federatie. Ik steun die aanpak van ganser harte.

Personeelsverenigingswerk is niet vrijblijvend. Het vervult een essentiële rol in dat grijze gebied tussen werk en ontspanning, tussen baan en privé en tussen 'zij en wij'. Ik zie in de personeelsverenigingen natuurlijke bondgenoten om binnen ons korps verbindingen tot stand te brengen en vooral om die te onderhouden. De personeelsvereniging RP Alex doet dat al 40 jaar en viert dat. Ze mag terecht trots zijn op een dergelijke prestatie. Ik wens ze daarmee van harte geluk en ik wens ze een kleurrijke toekomst.

Minze A. Beuving korpschef


Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 3. 40 jaar personeelsvereniging RP-ALEX.

Ja... 40 jaar dat is een heel eind. En toch 1 maart 2002 is het toch zover. We moeten terug naar het Sweelinckplein in Den Haag en dan naar Driebergen om vast te stellen wat er allemaal is gegroeid in die jaren...

Op het Sweelinckplein trof ik de collega's waarmee een sectie voor bijzondere verkeerstaken moest worden opgebouwd. Het verkeer was zo gegroeid in die jaren dat een toezicht vanuit de verkeersgroepen landelijk onvoldoende was. Ook de grote doorgaande routes voldeden niet meer. Geen vluchtstroken, geen middenberm, beveiliging en noemt maar op. Nederland liep achter in de verkeerswereld 'EUROPA'. Onze buren, vooral Duitsland deden het beter.

Op de Algemene Inspectie werd door de heren Van Ballegooijen, De Jong, A.C. Vogel en R. den Breejen dan ook ijverig gestudeerd om een club vakkundig verkeerspersoneel bij elkaar te krijgen. Een probleem! Niemand kon iemand missen en materieel.... nog minder. In Essen (D) kwam een groot verkeerscongres en ook Nederland nam deel en daar hoorden we veel. Je kon je vrijwillig opgeven en op het Sweelinckplein begon de eerste aanloop. Ik had al iets geleerd van de Sectie, want de verkeersgroep Nijmegen -daar kwam ik vandaan- had in 1959 al een TRAFFIPAX om snelheid te controleren. Het was een enorme Ford-Thunderbird. Een benzinevreter en dat mocht in die tijd helemaal niet. Toen we eens 240 liter op één dag getankt hadden kregen we van de Chef-Staf (hr. Cantor Visser) een brief om ons te verantwoorden. Elke dag met het enorme monster van Nijmegen naar Den Haag en retour. We hadden wel een mobilofoon aan boord. De telefoon op het plein was een ramp. Een stoel en de tafel idem en zo begon de pionierstijd en die zou nog vele jaren duren. Toch legden we daar de basis voor een 'personeelsvereniging'. Je kon voor weinig centjes een bon kopen en met dat geld kochten we een koffiezetapparaat en wat erbij hoort. Ik had in mijn jaren bij de 7-Dec. Div. al heel wat meegemaakt, maar er waren altijd baboes die wat voor je deden....! En toen: verhuizen naar de 'oude Alex-kazerne in Den Haag. En daar gingen we weer. Krabben, schilderen, poetsen enzovoort, enzovoort. U kunt het zich voorstellen. Maar er was ook een kantine en we kregen een hulp die er echt een kantine van maakte. Toen werd er een echte personeelsvereniging geboren.

Enkele fijne collega's staken wederom armen uit de mouwen en met de ondersteuning van de Commandant AC. Vogel schreven we een vergadering uit en kozen we een bestuur met een echte voorzitter, secretaris, penningmeester en bestuursleden. Bij de Rijkspolitie was zoiets ongebruikelijk. De bij ons ingedeelde adjudant Vlaskamp ( een echte oude met twee stippen) stelde een onderzoek in en ja, het mocht.
Meteen zijn we begonnen om een Koninklijke goedkeuring te verwerven. De goedkeuring kwam, maar waar is toch het origineel etcetera gebleven! Alles geprobeerd, maar nog steeds niet gevonden!


Driebergen komt in zicht. Na veel zoeken vinden we als dienst, vlakbij de afritten aan de A12 onder Driebergen een leegstaande villa met wat bijgebouwen en vele mooie oude bomen. Een boom omhakken dat was in Driebergen doodzonde (en terecht) maar met veel passen en meten kwam een barak, het fameuze gebouw C. De Porsche werd de uitverkoren auto en met de uitstraling van deze surveillanceauto begon ook de personeelsvereniging steeds meer te leven. In de kelder van een van de villa's werd een barretje ingericht, de inrichter zou er nog veel grandioze verhalen van kunnen vertellen. Ook het buiten gebeuren begon in actie te komen en met een dikke 500 leden telde ook echt mee. Gelukkig kregen we hulp van kazernes uit de omgeving (Bernhard bijvoorbeeld waar we ruimte vonden en de staf ons zeer genegen was). In 1972 kregen we een eigen onderkomen, de nu zeer bekende POR. Personeelsontmoetingsruimte.
Na wat moeilijke tussenstations kreeg het bestuur van RP Alex het voor elkaar en werd er een echte bar geopend, waarin je je goed kon vermaken. Vele organisaties, firma's, verenigingen bezochten de AVD. en de RP Alex toonde zich steeds een voortreffelijk gastheer en hield haar blazoen steeds schoon. Gelukkig werd er weer steeds een goed bestuur gekozen en de RP Alex maakte het wel.

Even was er een diepe deuk. De reorganisatie van A.V.D. naar Korps landelijke politiediensten verliep door alle verbouwingen zeer traag. Er moest ook zoveel gebeuren. Maar nog zeer recentelijk droeg de Commandant K.L.P.D. met wijze woorden de POR over aan de personeelsvereniging nog steeds RP ALEX. We zullen moeten afwachten hoe de Federatie zich in de toekomst gaat ontwikkelen. De personeelsvereniging heeft het in de afgelopen jaren goed gedaan. Ook de bij ALEX gevoegde onderdelen zoals sport en degelijke veroverde in het land een goede naam en ontvingen vele gasten. Zij veroverde vele bekers en medailles. Ook op het terrein van de andere ontspanning stond ALEX zijn mannetje. We kennen nog allemaal de Sinterklaasfeesten en de grote personeelsfeesten, meestal gehouden in een bevriende kazerne of instituut. Dankzij goed ingerichte kantineauto’s kon ALEX ook buiten Driebergen worden ingezet. Ook bij grote controles wierpen die goede vruchten af. In de kantine van de 'Oude Alex' traden we voor het eerst naar buiten. Na afloop van de begeleiding van de begrafenis van H.M. Koningin Wilhelmina stond -dankzij- RP ALEX koffie en koek klaar. Had iedereen wel verdiend. Bij Veenendaal op de A12 kwamen we met de escorte in een vreselijke mist terecht. De 'open' Porsches konden echter de weg goed vinden en de meegenomen fakkels gaven de weg goed aan. Een, net voor de afzetting, nog doorgelaten vrachtwagen geladen met kerstbomen bleef maar bomen verliezen. Wrak na wrak bleef liggen, maar fakkels gaven aan waar en de Porsche bemanning konden die nog vinden ook. Z.K.H. Prins Bernhard kwam ons bij Leidschendam hartelijk danken.
De respectievelijke besturen van 'ALEX' hebben het allemaal goed gedaan. Veel tijd is er ingestoken en veel opgeofferd, maar met succes. Ja, de toekomst zal nog veel moeten brengen, maar we hebben jong personeel en een actieve vereniging.
Ga zo maar door.

Theo Leenders (VZ. 01-03-1962 tot 08-02-1972)


Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 4. Van GTC tot TMC.

RP Alex bestaat 40 jaar. Dat is lang voor een vereniging in een continu veranderende organisatie. De huidige TMC bestaat niet zolang, maar in oorsprong gaat de geschiedenis ver terug. Zelfs 40 jaar!! Dit stukje gaat dus over die geschiedenis van "Controle Zwaar Vervoer'
Met ingang van 1 januari 1962 werd namelijk, als onderdeel van de Sectie voor Bijzondere Verkeerstaken, de Groep voor Bijzondere Diensten opgericht.
Hieruit werd een groep geformeerd met als taak het controleren van vrachtauto's, het zwaar vervoer.
 
Opperwachtmeester Hillebrand werd belast met de dagelijkse leiding. Voordat een en ander tot stand kwam was er heel wat voorbereid door pioniers van de Sectie B.V., met name de heren van der Sluis en Speelziek. Zij trokken er gedurende drie weken op uit met een Opel-Blitz vrachtauto, welke was uitgerust met het benodigde gereedschap. De bij deze proef opgedane ervaringen resulteerden in de aanschaf van de eerste combinatie 'zwaar vervoer. Deze bestond uit een vrachtauto met aanhangwagen, waarop een werkplaats- en een bureaucontainer waren geplaatst. De term container wordt hierdoor tot aan de dag van vandaag nog steeds gebruikt.
Reorganisatie is er altijd, waardoor de naam van dit onderdeel nogal eens gewijzigd werd.
Met de afsplitsing van de diverse taken werd het, via de groep voor Bijzondere Diensten en groep Bijzondere Controles, uiteindelijk de groep Technische Controles (G.T.C).
Hillebrand werd de eerste commandant GTC. Met tal van bekende en minder bekende (oud)-AVD-ers heeft hij zich ingezet voor de opbouw van deze groep. Het DAF-blad van december 1964 vermeldt de volgende eigenschappen van deze collega's:
"Het zijn allemaal gezonde jongens, die altijd tussen de wielen hebben gezeten en die dus wel weten wat er op de weg loos is. Geen fitters, maar loyale kerels, die hun werk vakkundig doen".
 
De technische assistenten hebben allen het diploma van de Autoschool Apeldoorn op zak. Met verschillende gemeentepolitiekorpsen werd een samenwerkingsverband opgezet. De GTC was haar tijd ver vooruit. In 1964 reeds verzocht de korpschef van gemeentepolitie Winterswijk om assistentie van de GTC. Wormerveer, Opsterland, Kampen en Enschede volgden. De drie moderne SSS'en hebben hier misschien al hun oorsprong gevonden. Veel leden van de technische afdelingen uit heel het land kwamen een kijkje nemen op een GTC-controleplaats. Hierdoor werden de onderlinge contacten vaster en groeide de waardering voor de wijze van werken van de GTC.
Een voorval dat toen veel stof deed opwaaien bij de AVD was de brand in een bureaucontainer van de GTC te Areen en Velden. De oorzaak was niet bekend. Alles werd naar Driebergen overgebracht en de Technische Recherche van het District Amsterdam concludeerde na gedegen onderzoek dat een vette overall op de gloeiend hete kachel lag en in brand was gevlogen. De echte oorzaak was echter dat er elektriciteitsleidingen waren ingezetenen. Oorzaak was dus: kortsluiting.
De brand was namelijk niet bij de kachel ontstaan.
 
De GTC was eigenlijk een beetje apart onderdeel van de AVD en stond door haar wijze van werken enigszins buiten het totaal van het AVD gebeuren. Men ging namelijk een volle week ergens in het land op controle, overnachtte daar en kwam om onbekende redenen zwaar vermoeid weer thuis. Tijdens de daarop volgende week deed het niet in Driebergen wonende personeel thuis de administratie (processen-verbaal opmaken enz. enz. en niet te verwarren met telewerken). Hierdoor was de band met de andere onderdelen van de AVD wat losser. De ploeg die op controle ging was eigenlijk een familie, je kende het lief en leed van je collega's. Karakteristieke figuur bij de GTC was de opper Jansen, bij velen bekend als de lange lansen. Hij functioneerde vele jaren als ploegcommandant. Uit zijn dagboek kwam een surveillancerapport te voorschijn van een controle zwaar vervoer te Enschede op 18 juni 1970. De opening van dit rapport, wil ik U niet onthouden. "Aankomst van de gezamenlijke strijdkrachten aan het station te Enschede om 11. 15 uur. We worden opgewacht door luitenant Brink en begeleid naar de controleplaats bij de Technische Hogeschool. Het weer is uitstekend, de zin goed en over aanvoer van aspirant-klanten of passanten behoeven we niet bezorgd te zijn ".
Het resultaat van één der controledagen te Enschede werd als volgt afgesloten: "Na een bloedhete dag kunnen we de zaak administratief gaan afwerken. Op het terrein wordt nog overal gesleuteld en geworsteld met onwillige onderdelen van
prettig en oecumenisch samengewerkt" Dat laatste sloeg op de samenwerking met de gemeentepolitie Enschede. We hadden (en hebben dat nog steeds) goede contacten met de vrachtwagenchauffeurs. Velen kwamen uit eigen beweging naar onze controleplaatsen en vroegen om een controle van hun voertuig. Zij wilden op die manier hun baas dwingen de vrachtwagens naar behoren te onderhouden en te herstellen. Een APK was nog niet verplicht.
Ook met transportondernemers waren er goede contacten. Er werd in die tijd hard en met plezier gewerkt. Mede door de geweldige inzet van de technische controleurs heeft de GTC kunnen draaien zoals hij gedraaid heeft. Tot zover een stukje historie van de GTC, een onderdeel dat zich buiten de AVD beter verkocht dan binnen het onderdeel zelf.
In 1984 werd de GTC gereorganiseerd en kreeg tevens tot taak, naast de controle zwaar vervoer, het uitvoeren van technische onderzoeken voor de overige onderdelen van de AVD en de technische controles op personenauto's. De zoveelste reorganisatie van de GTC had ondertussen heel wat voeten in aarde. Alle technische controleurs dus ook zij die in de loop der jaren werkzaam waren gesteld bij de groep basis surveillance (GBS), werden ingedeeld in de GTC "nieuwe stijl". Een hele verandering voor de oudgedienden (met hun voorliefde voor zwaar vervoer) maar ook voor de technische controleurs van de toenmalige GBS. Beide groepen moesten zich instellen op een totaal andere aanpak van het werk.
 
Eén van die veranderingen betrof je status. Je was een Technisch Controleur (TC'er) en op aandringen van Commandant AVD besloot de Minister van Justitie dit allemaal eens tegen het licht te houden.
 
Landelijk (dus ook bij de districten) moest iedereen die techniek deed maar TC'er worden. De functie werd geherwaardeerd op schaal 7 en 8 en werden zelfs benoemd tot opsporingsambtenaar met een echt politie-uniform en pistool!! Wel even je BOA halen, maar tussen alle vakopleidingen door was dat te doen. De tijd stond niet stil en BOA moest maar via de POMP opleiding doorleren naar algemeen opsporingsambtenaar. Door alle cursisten, de oudste 53 jaar, werd de opleiding met goedgevolg afgesloten. We praten nu over 1995. Via de TMO werd door Ad Hellemons de Transport en Milieucontrole opgericht. Uit de surveillance-afdelingen een aantal vakbroeders aangetrokken en vanaf dit moment kon men anders en breedschalig gaan werken. Buiten de oude techniekpoot werd er aandacht geschonken aan controle van gevaarlijke stoffen en milieu transporten. Vele medewerkers hebben nu een specialisme opgepakt en zich daarin bekwaam gemaakt. Door scholing en zelfstudie werd alles op een hoger pijl gebracht. De huidige units in het land hebben een aantal collega's die omgeschoold zijn tot TMC'er.
De gereedschappen zijn in de loop van de tijd vervangen door moderne meetinstrumenten, welke aan de hoogste eisen voldoen. Ook zijn de voertuigen vervangen door trekkers met opleggers, uitgevoerd als mobiel kantoor waarin moderne apparatuur is ingebouwd, zodat nagenoeg alles kan worden gecontroleerd zonder een beroep te moeten maken op andere instanties. We zijn zelfs ISO gecertificeerd.
 
Wat niet veranderd is, is de liefde voor techniek. Lekker tot aan je elleboog onder het vet en sleutelen. De afhandeling is wel makkelijker. Een Muldertje, een Tobiasje en de zaak is weer rond. Geen gesjouw meer met in beslag genomen remtrommels en triangels. Dat moest namelijk vroeger wel en zelfs worden gedeponeerd bij de OVJ.
Alleen jammer dat het thuiswerken eraf is. De TMC heeft zich in de loop der tijd weten te ontwikkelen tot een modern en dynamisch bedrijf met uitstekende toekomst perspectieven en een vraagbaak voor veel collega's in den lande.
 
Marius van Gellicum

 


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 5. Gericht Verkeerstoezicht: Vroeger en nu.

"Van Volkwagenbus naar DOC_unit GT&A".
Ter gelegenheid van het 40 jarig jubileum van RP ALEX en ten behoeve van de uitgave van het jubileumboek heeft het bestuur mij gevraagd om een verhaal te schrijven over het begin van AVD-snelheidscontroles en het ontstaan- en eerste vervolg van het project GVT. Ik vind dit een hele eer en zal proberen aan de verwachtingen van het bestuur én de lezers te voldoen. Ik zal mij -historisch gezien echter moeten beperken tot de periode vanaf midden jaren 70 toen ik bij de AVD kwam en vervolgens de periode vanaf begin jaren 8O toen ikzelf als "opperwachtmeester/controlecommandant" snelheidscontroles uitvoerde met verouderde, zware Multanova en Gatsometerradarapparatuur:

Jaren '70 - '80:
De toenmalige AVD had in deze tijd maar één 'speerpunt' en dat was de Porsche. Deze gezichtsbepaler werd altijd in één adem genoemd met de activiteiten van de Algemene Verkeersdienst te Driebergen. Verscholen op het terrein in Driebergen, ergens achteraf in een oude villa, zat ook nog een groep collega's die zich met snelheidscontroles bezig hielden. Wie zij waren en wat ze precies deden? Geen idee, want toen had nog niemand van integraal werken gehoord. Af en toen ging er zo'n opvallend gele Volkswagenbus de poort uit en achterin stond dan een gigantische kast, waarvan ik mij liet vertellen dat het de radarantenne was van de 'geavanceerde 'Multanova 4F-radar-apparatuur.
Wat mij wel opviel was dat die snelheidscollega's allemaal al wat ouder waren......

Dit stukje klinkt wat denigrerend, maar zo is het echt niet bedoeld, met alle respect voor de oud GSC-collega's...! Het schetst alleen de mate van belangrijkheid van die afzonderlijke Groep Snelheidscontroles GSC binnen de toenmalige Algemene Verkeersdienst.
Sterker nog, na ongeveer 8 jaar in die snelle 911-image-builder, besloot ikzelf om de GSC-gelederen te gaan versterken. En ja hoor, ik werd er bevorderd (zelfs terugwerkend...) tot "opper" en kon (na de opleiding in radarbediening door de Commandant GSC-zelf...) als snelheidscontroleur het land in.
Met vier andere surveillanten die ongeveer gelijktijdig met mij in 1983 de overstap hadden gemaakt naar de GSC, ging er een frisse wind waaien door die rustige groep. Ik durf hier zelfs de stelling aan, dat de eerste schreden op het gebied van "gericht verkeerstoezicht" toen al werden gezet door deze jonge (soms fanatieke...) GSC-ers. We maakten behoorlijk wat kilometers om de landelijke aanpak te realiseren en gingen zelfs overnachten (o.a. in Grathem...) om de diensten en trajecten zo efficiënt mogelijk in te delen, maar een gebruikelijk gemiddelde twee rolletjes van 36 foto's (incl. de vereiste testfoto's...) op één controlelocatie was toch niet echt overtuigend, vonden wij, jongelingen. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat we ook genoten van die vrije rol, echter zonder dat de (inmiddels fors gestegen...) 'jaarcijfers' van de GSC nadelig werden beïnvloed.

Ook het fenomeen 'productie leveren' en beleid als 'lik op stuk' vonden in die tijd hun oorsprong door structureel georganiseerde GSC-snelheidscontroleacties met staande houding (bij voorkeur op de A2 Vught-Eindhoven> 80 km), waardoor geregeld ernstige logistieke problemen optraden met de aanlevering van filmrolletjes en overbelasting van het JUBAS-verwerkingssysteem (én de data-entry dames) niet kon worden vermeden. 1988: U weet nog wel, een van de reorganisaties die we hebben meegemaakt. De GSC paste niet meer in de inrichtings en formatieplannen (hoe heette dat toen...?) en was gedoemd om als zelfstandige groep te worden opgeheven.

De dienstdoende radarcontroleurs moesten meedoen aan de optierondes om herplaatst te worden binnen de nieuw te vormen politieorganisatie. Hierna ging de bekende- en soms beruchte Dienst voortaan als landelijk Korps door het leven.
De overblijvende.., vooral oudere GSC-ers konden van een Vut-regeling gebruik maken en volgden zodoende een reorganisatietraject, waarbij herplaatsing geen zorg meer hoefde te zijn.

De snelheidscontroles werden als activiteit geïntegreerd in de surveillancedienst en een behoorlijk aantal surveillanten werden hiervoor (al dan niet vrijwillig...) intern opgeleid. Dat deze specialistische "bedrijfstak" daarna binnen de surveillancedienst langzaam ter ziele ging, was toen door gebrek aan interesse, min of meer te voorzien. De GSC-SinterKlaas en zijn Piet hebben nog in december van '88 (juist vóór de opheffing...) bij onze legendarische. commandant AVD en zijn staf geprobeerd om de groep SC te behouden. Het mocht niet meer baten; De tot radarbedienaar opgeleide surveillanten moesten multifunctioneel aan het werk.

Tot de periode 1993 werd er (natuurlijk...!) gecontroleerd op de maximum snelheden op de KLPD- trajecten. De voertuigen en radarapparatuur waren bij de reorganisatie verdeeld over de nieuwe afdelingen "surveillance" en bepaalde afdelingen hadden het geluk er ook nog een administratief-/technische ambtenaar, annex radarbedienaar bij te hebben.
Deze afdelingen van het KLPD (nog zonder samenvoegingen van diensten "water", "lucht", "spoor" en "recherche" etc. ...) hielden zich -naast opvallende- en onopvallende verkeerssurveillance op twee en vier wielen- dus ook bezig met die handhaving van de maximum snelheden op het hoofdwegennet.

De ingedeelde radarwaarnemers probeerden vanuit een paar afzonderlijke standplaatsen met groot enthousiasme over hun vaste taakstelling en vaak conform eigen (op locatie beslist...) beleid de snelheidslimieten te handhaven: »"Zetten we de radar hier op 135 of 145 ....?" Om voor de hand liggende redenen bleek het 'dweilen met de kraan open', dus moest het (beleids-) roer weer om...

Eind 1993:
Een politieke opdracht, waarin bepaald werd dat het KLPD aan het werk moest om d.m.v. grootschalige, structurele handhavingsprojecten te zorgen dat (Let op; Doelstelling...:) binnen bepaalde tijd de "V90" was bereikt op 's-Neerlands autosnelwegen.
90 % van het autosnelwegverkeer moest zich dus aan de voorgeschreven snelheden gaan houden, terwijl dit percentage tot die periode algemeen berekend- en vastgesteld was op 25- tot 65%.
Verder speelden kerncijfers over verkeersveiligheid, verkeersslachtoffers, uitstoot van schadelijke uitlaatgassen en subjectieve verkeersonveiligheid een duidelijke rol bij de formulering van de overige GVT..doelstellingen.
'A hell of a job' dus, waarvoor intern de opdracht werd neergelegd bij het afdelingshoofd Randstad, die hiervoor de titulatuur "Projectleider Handhaving Snelheidslimieten" aan zijn cv mocht toevoegen.
Op zijn beurt benaderde de PL een beschikbare SE commandant (zoals dat toen nog heette...) uit zijn afdeling, die bereid was om als "Operationeel Projectleider" te gaan fungeren. Begin 1994: Met de eerste schreden op het gebied van 'beleidsbepaling' , werden de eerste projectkoersen uitgezet. Een eerste vereiste was om 'mens' en 'middel' te mobiliseren.

Het handjevol radarwaarnemers, tot dan werkzaam in 'eigen' gebieden van het land, werden (waar nodig met enige overredingskracht...) met hun materiaal gecentraliseerd in Driebergen. Verder werd een"technisch ondersteuner" aan de OPL toegevoegd. Omwille van mijn ervaring met de radarmaterie viel mij die eer te beurt en niet veel later mocht ik mijzelf "coördinator" gaan noemen. Met de gekozen formule 'gericht verkeerstoezicht' was het projectteam-GVT geboren.

Een eerste jaarplan-GVT werd opgesteld, al was het alleen maar om 'exogene middelen' te verantwoorden. Hierin werd zo concreet mogelijk neergelegd wat de meest efficiënte manier van handhaven zou moeten zijn om de gestelde doelen te halen. Bij deze uitgebreide en dus degelijke voorbereidingen werd gebruik gemaakt van de know-how van interne en externe partners, die, met hun ondersteuning, richting gaven aan de gewenste strategie.
'Onvoorspelbaarheid' werd een van de sleutelwoorden.
Kort hierop waren de vereiste inventarisaties en analyses bekend en werd besloten om de "kick-off" van het project-GVT te geven op de rijksweg A2, tussen Amsterdam en Utrecht.

Onze partner PR & Voorlichting had conform de strategische afspraken omtrent "handhavingcommunicatie- de projectstart breedvoerig in de media aangekondigd en dat hebben we geweten: Op de eerste controledagen, die gedurende een aantal etmalen vol-continue werden uitgevoerd, was er sprake van filevorming op dat gedeelte van de A2 en niet ten gevolge van een te grote verkeersintensiteit en/of het onvoldoende benutten van de wegcapaciteit: De passanten wilden "toch wel eens met eigen ogen zien waar die aangekondigde GVT-controles dan wel waren" en gingen hiervoor behoorlijk van het gas af.

Het zal duidelijk zijn dat het handjevol beschikbare GVT-ers ook daadwerkelijk -bij nacht en ontij en op wisselende locaties- langs die A2 stonden, in de startperiode zelfs met ondersteuning van vrijwilligers (m. / maar hoofdzakelijk v. ...) van de oude CPV-verwerkingsafdeling; "Zeggen wat je doet en doen wat je zegt" werd niet verzonnen in de huidige ISO-trajecten....

Gedurende de jaren 1994 tot 1997 groeide het project-GVT gestaag en dat was merkbaar aan de uitbreiding van controletrajecten die met grote regelmaat werden aangekondigd (A2 tot Eindhoven, A9 Diemen-Alkmaar, A12 oost en -west etc. ...) en de groei in mens en materiaal.' The sky was the limit', leek het wel.
Soms werd een weggedeelte 'OM-gebiedsproject' genoemd, dan weer 'GVT-traject". Nu lijkt 'klimaatnota" de geëigende term te zijn.
Het maakte voor ons niet uit:
Elke maand werden de cijfers keurig aan de projectleiding, opdrachtgever en divisieleiding verantwoord.. We haalden elke keer weer de productie én (niet te vergeten...) we boekten voortdurend (aantoonbaar...!) goede resultaten.
Uiteindelijk kan worden gezegd dat het GVT werd "beloond" voor de inspanningen en resultaten, doordat de projectgroep op 1 januari 1998 als "onderafdeling van ABT" werd geformaliseerd. We bestonden dus formeel als onderdeel van de Afdeling Bijzondere Taken..!

Tussentijdse evaluaties toonden aan dat de doelstellingen werden gehaald en de gewenste effecten werden bereikt. Zonder deze doelstellingen uit het oog te verliezen werden de jaarplannen-GVT echter ook steeds meer gevuld met harde afspraken omtrent de 'jaarlijkse productie van kentekenzaken' en (misschien wel tussen de regels...) de 'daaruit gegenereerde inkomsten'.

Inmiddels is de projectgroep-GVT organisatorisch veranderend in een geïntegreerde Unit Gericht Toezicht en Afhandeling, waarin de (bij GVT...!) ingeslagen weg van samenvoeging van 'opsporing' en 'verwerking' verder gestalte heeft gekregen.

Een Unithoofd heeft de leiding, Operationele Chefs doen actief aan 'human resource management' en een aantal Proces voerders (v.h. coördinator,,,!) ondersteunen bij de bedrijfsvoering door de hoofd- en deelprocessen conform afspraken te laten verlopen.
Doelstellingen zijn op details bijgesteld, (beleids-) afspraken met klanten en leveranciers zullen zijn aangescherpt, maar de factor 'productie' is absoluut gebleven en zelfs uitgebreid.

Belangrijk lijkt mij, dat de "oude" GVT-ers en -CPV-ers in deze nieuwe ontwikkelingen meegroeien en (zoals vroeger...) als onmisbare steunpilaren zullen blijven bijdragen aan het 'welzijn' van deze proces- en productiegerichte (vernieuwde...) "groep GVT".
Maar, om maar met heel erg bekende woorden in de KLPD-organisatie te eindigen, "................ik ga er niet meer over.............."
Loek van Daal
(v.h. coördinator GVT)

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 6. De Hobbyclub.

Als medeoprichter en destijds voorzitter van de Hobbyclub, werd mij door Jan Plasmans en Clemens Kouwenhoven gevraagd of ik een artikel over de Hobbyclub wilde schrijven. Vanzelfsprekend heb ik hier een volmondig "ja"op gezegd.
Toen begon het denkwerk. Wie waren mijn mede initiatiefnemers? Als ik dan terugdenk kom ik uit bij Freek Stuivenga. Als er één veel tijd en energie in de Hobbyclub heeft gestoken mag hij zeker worden genoemd. Volgens mij komt hem dan ook de eer toe dit artikel te schrijven.
Wim Kooijman.

Hieronder volgt het relaas uit Freek zijn herinneringen.
In januari 1968 werd de AVD officieel naar Driebergen verplaatst. In Driebergen werden een flink aantal nieuwe huizen gebouwd en daarbij behoorde ook de Groenhoek. Een aantal collegae kwamen daar te wonen in de toen gloednieuwe flats. Achter de Groenhoek, nog midden in het land, had de firma Hoek een geheel nieuw bedrijfspand gebouwd. Daar was voor ons stalling van de auto's mogelijk tegen een bescheiden bedrag.

Wim Kooyman, Leen Provily en ondergetekende kwamen al ras tot de conclusie dat er meer mogelijk was. Daar, bij de fa. Hoek, stond ook een plaatijzeren nissenhut. Daar kon best een "eigen garage" van. Met dhr. Wim Hoek werd het één en ander geregeld en voor de open "hut" werden een drietal openslaande deuren gemaakt. Via Theo de Haard werd bij KONI in Oud Beijerland een hefbrug voor niet teveel geld gekocht en die werd door ons geplaatst. Wij hadden een garage, nee, we hadden een HOBBYCLUB. Met de personeelsvereniging R.P. Alex, zeg maar Wim Ballegoijen, werd het nodige geregeld voor de inichting en er kon worden gesleuteld.Via de fa. Hoek werd de burgemeester van Driebergen, baron van Boetselaer, bereid gevonden de HOBBYCLUB te openen.
Er werden meer dingen "geregeld".
De fa. Hoek had een zogenaamde 'vrije pomp". Daar konden we ook tanken en de benzine was er voor HOBBYCLUB leden 5 cent goedkoper. Op de ALEX lag nog een oliebar. Die werd overgebracht naar de Hobbyclub en via een stelling aan de wand gemaakt. We hadden onze eigen olie. Nagenoeg dagelijks fietste ik naar de Hobbyclub om de olieflessen te vullen met Multigrade of Reguliere olie. Maar ook om de rotzooi weer op te ruimen. Er waren mensen die de afgewerkte olie aftapten en dan het aftapvat onder de brug vandaan reden. Vervolgens werd het carter weer gepoogd te vullen, maar als er geen aftapstop inzit duurt het lang voordat er olie aan de peilstok komt!! Als je dan ook. nog vraagt wie de "extra" olie moet betalen, lijkt mij het antwoord niet zo moeilijk. We zijn ook bezig geweest om een JEEP te kopen bij de domeinen in Soesterberg. Hadden we een mooie sleepwagen als er iemand met pech stond en op de Hobbyclub stond dan immers altijd een service voertuig? Het is maar niet van gekomen. Ja, als ik denk aan onze toenmalige penningmeester Ap Folgerts. Iedere maand de lijsten weer ophangen en het gebruik er afvissen, rekeningen sturen en centjes vangen. We hadden naast de Hobby club ook nog een stallings gedeelte in de "Nieuwbouw" met een eigen wasplaats en dat allemaal onder dak. Wat werd er veel gesleuteld.
Complete motoren werden overgebouwd en schades hersteld. Wat heb ik daar een uren gesleten, maar ook veel plezier gehad. Er waren collegae die wel wilden sleutelen, maar kennelijk voor het eerst zo'n stuk gereedschap in de handen hadden. Ik heb daar enorm goede vaklui bezig gezien en geholpen. Maar ook hun spulletjes zijn weer in orde gekomen. Voor de MINI's hadden we een mal gemaakt om complete dashboarden in te bouwen voorzien van wat meer "toeters en bellen". Trekhaken monteren was ook aan de orde van de dag, want we werden immers ook mobiel, richting 'verre' landen. Een enkeling met een caravan, velen met een vouwwagen of aanhangwagentje met tent e.d. We gingen soms wel naar Duitsland en anderen naar België of Luxemburg.

Schone. olie, nieuwe contactpunten en bougies en de banden goed op spanning. Prachtige tijden. En altijd was daar de heer Hamer, juist Henk, de garagechef van Hoek, die altijd maar weer voor ons klaar stond. met raad en daad. Terugdenkend aan die tijd kan ik alleen. maar met een stuk heimwee. Gezamenlijk bracht je iets tot stand en gezamenlijk stond je er ook voor. Het woord collegialiteit was niet zomaar een woord, het was een begrip.

We gingen daar ook ver mee. We maakten een heel rooster klaar van collegae in den lande. Als je met pech kwam te staan in Gasselterboerveensemond, dan werd er gekeken wie daar het dichtst in de buurt woonde. Deze collega werd gebeld via de meldkamer en hij probeerde dan te verzorgen dat de gestrande collega, met eventueel gezin, geholpen werd. In 1974 verhuisde ik naar het Drentse land en verloor de Hobbyclub uit het oog. Later kwam ik nog eens terug in Driebergen en zag dat de nissenhut was verdwenen en de Hobbyclub aan de achterzijde van het pand van de fa. Hoek zijn onderdak had gevonden.

Nu, veel later, ik denk in 2001, reed ik daar nog eens langs en zag dat er helemaal niets meer stond. Ik dacht, zo is het leven. De oude Alexanderkazerne is weg, de Sectie Bijzondere Verkeerstaken is weg, diverse collegae zijn er niet meer. Maar de mooie tijd met kostbare herinneringen en een stuk kameraadschap zijn gebleven en dat blijf ik koesteren.

Freek Stuivenga.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 7. Ondersteuningsgroep.

t.b.v. 40 jarig jubileum RP Alex van Ondersteuningsgroep OSG/ATOO/DTOO/DSRT
Door: Piet Moens. (bronnen: Jan van Dalen / Frans Apotheker / Andre van Roon)

Vroeger....

Graag wil ik wat schrijven over de Ondersteuningsgroep (kortweg de OSG). Zoals u ziet laat ik me ondertussen met dank aan betrokkenen graag informeren. Over de Sectie hoef ik niets te zeggen, daar kunnen anderen veel meer over verhalen, maar de ondersteuningsgroep heb ik vanuit de RP districten (Leiden / Den Haag / Amsterdam en Utrecht en later de AVD (v.a. 1983) wel degelijk meegemaakt. Een impressie daarover: Vanaf 1962 was er de groep Bijzondere Diensten met o.a. het zwaar vervoer, de radar, mobiele verkeerslichten en de mobilofoon- en portofoon ondersteuning, waarvan de laatste twee nog steeds bij Dienst Technologie- en Operationele Ondersteuning (DTOO) en nu al in de "doe alsof fase" de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen (DSRT) zijn ondergebracht.
 
Wie kent nog de namen zoals de toenmalige commandanten OSG met Sieswerda, Verhage, Hendrik Sikkema, Jan Haaring en de opperwachtmeesters Jan Jansen en Albert Bruggeman, de wachtmeesters (I) Herman de Ruiter, Jan van Dalen, Technisch Controleur Piet Boer en Can Wasch van het magazijn, waarbij de taken toen grotendeels uiteenvielen in verbindingen, travia's, snelheidsmeters (met ijken!), de RIT en BBE containers maar ook de afzethekken met drie vrachtwagencombinaties en van Jan Fictoor geleende chauffeurs en Wally Roest en Eddie Alexander als de technische probleemoplossers. In het geheel was er ook nog de discussie over de BBE Korps / Marechaussee en de Marns met als antwoord daarop het Bureau Technische Bijstands Eenheid ook wel genoemd BTBE.
 
Instroom
Er kwamen tussentijds nog een aantal collega's binnen zoals Frans Apotheker, André van Roon en Harry Blok, maar ook Truus Ottens die het gezicht van de OSG werd. Het liep als een trein en wat is er gewerkt en sommigen lopen er nog krom van.... Ook van de Politieverbindingsdienst werden er mensen op tijdelijke basis geplaatst. Het pausbezoek heeft nog tot andere specialiteiten geleid, maar dat is een ander verhaal. Jan van Dalen was vanaf 1 april 1981 de laatste commandant OSG en ging in 1991 met FLO.

Anders

De OSG "tent" ging over naar Ad Hellemons en direct was er een andere naam n.l. de Afdeling Technische Ondersteuning en Ontwikkeling (kortweg ATOO). Er was sprake van een omwenteling want van ondersteuning met eerdergenoemde zaken waarbij vermeldenswaardig ook koffiegamellen, stretchers, badmintontafels e.a. hoorden, werden we ondersteunend gemaakt aan recherche operaties en wat dat allemaal betekende daar mag u zich een voorstelling van maken. In ieder geval leidde het na enige aanvangsperikelen tot succes voor de Nederlandse Politie en andere opsporingsdiensten, door toedoen van technische hoogstandjes en apparatuur werden er boeven gevangen en daar waren we toch voor. Stormachtige ontwikkelingen maakte de DTOO door en dat niet alleen in de groei van het aantal medewerkers dat in 1992 op papier 25 maar in de praktijk al 36 medewerkers bedroeg. Ook de inrichting veranderde, oud verdween en nieuw kwam binnen of werd van binnenuit ontwikkeld en geproduceerd om, ingezet te worden in het land. Ad Hellemons maakte in 1995 plaats voor Jan van Heertum die zelf op I januari j.1 werd opgevolgd I door Hans van der Neut.

Uitdagingen en nieuwe horizonten
Er kwamen vrachtwagencombinaties als MCU (mobiele communicatie unit (meldkamer faciliteiten), VRU (Video Registratie Unit). Vragen werden opgelost en beantwoord, taken werden uitgebreid, geld kwam beschikbaar en we konden het werk niet aanslepen. Het tactisch team ontstond, er kwam een audio- videolaboratorium en vele specialiteiten volgden. De inbouwwerkplaats werd magazijn, er waren specialisten op velerlei terreinen, we werden gevraagd en vaak moesten er prioriteiten worden gesteld. We gingen vanuit het oude M over naar de nieuwbouw en M werd gerenoveerd en uitgebreid en het ziet er perfect uit en wordt bijna zo ervaren....

Kwaliteit
Nu in 2002 zijn we al sinds 1996 op kwaliteitsborging ISO-900 1 gecertificeerd, komt er een formatiesterkte van bijna tweehonderd en veertig FTE's en zit er een breed scala aan professionele medewerkers die met de huidige ontwikkelingen in- en na de reorganisatie volop gelegenheid zullen hebben zich met veel motivatie - op door de klant gevraagde items. te storten. Dan, het klinkt arrogant maar is
het zeker niet, willen we de beste op ons vakgebied zijn, wat betekent bovenaan ontwikkelen van nieuwe apparatuur en onderaan afstoten naar de regio.
Aan de medewerkers, hun kennis en vaardigheden en de voortdurend te volgen opleidingen zal het niet liggen. Nu de reorganisatie nog......

40 jaar jong en nog vele jaren uitdagingen te gaan. Proficiat en doorgaan........

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 8. Ledenvergadering RP ALEX.

Er is in 40 jaar veel veranderd. Geldt dat ook voor de ledenvergaderingen van de RP ALEX ?
Ik herinner me in elk geval nog deze vergaderingen in de jaren 1978-1989 in het BV/lokaal in gebouw C. Dit was een achter villa A gelegen barak. Villa A is er nog steeds en gebouw C is inmiddels met de grond gelijkgemaakt.

Dan kwam je avonds om 19.30 uur binnen en dan keek je rond en dacht: "zullen er deze keer meer leden dan bestuursleden en commissieleden van de Personeelsvereniging RP Alex zijn"?

En dan zag je ze zitten:
-het dagelijks bestuur
-de redactiecommissie van RP Alex
-de mensen van de hobbyclub
-de collega's van het attentiefonds
en ja dan nog een zeer beperkt aantal (meestal tussen de 5 en de 10) "gewone"leden.

Er was altijd een vaste agenda, waaronder het financieel verslag van de hobbyclub. En dan denk ik weer aan de helaas zo jong overleden Nico Bloemendaal. Nico die zeer geconcentreerd over zijn brilletje de zaal in keek en vertelde dat hij een familielid had die accountant was en dat die enkele adviezen had gegeven zodat het overzicht er dit jaar anders uit zag.


"Wat vroeger links stond staat nu rechts en wat vroeger recht stond staat nu links en als u goed kijkt dan zijn de totaalbedragen aan de rechter- en de linkerzijde precies gelijk". Het geringe aantal aanwezigen keek elkaar dan begrijpend aan en hier en daar werd al een zacht lachje hoorbaar. Maar Nico ging gewoon door en gaf een toelichting op alle posten. Toen ik een opmerking maakte zei hij: "Jij mag niets zeggen want jij bent wel lid van de Personeelsvereniging maar niet van de Hobbyclub". Hij had gelijk, maar tot mijn voldoening mocht ik toch dat gedeelte van de vergadering volgen.

Het zijn van die momenten die je na zo vele jaren in Driebergen nog steeds op het netvlies hebt. Dit jaar ging ik voor het eerst weer eens naar zo'n ledenvergadering. Voor een groot deel zie je nog steeds dezelfde mensen. En ook dit jaar was het aantal aanwezigen met een functie in de Personeelsvereniging weer aanzienlijk groter dan het aantal "gewone"leden. Niet meer in gebouw C, maar nu in de vergaderzaal van de nieuwbouw.

Er was dus niet zoveel veranderd. Na afloop van de vergadering een gezellige afsluiting in de POR; ook dat was nog net zo als vroeger.
Was daar ook nog iets veranderd? Ja, het gebouw had een mooie opknapbeurt gehad, maar Joyce Bloemendaal stond nog steeds achter de bar. Was er toch nog iets veranderd?
Ja. Nico stond niet meer aan de rechterzijde van de bar met een kladblokje waarop hij alle consumpties met een streepje op een kladblokje zette.

Toen ik naar huis ging dacht ik:"Het is nog net zo als vroeger, een gering aantal mensen zet zich in voor het wel en wee van vele anderen".
Jaap Kleppers

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 9. Motorondersteuning.

Bij elk jubileum wordt natuurlijk altijd teruggekeken naar vroeger, naar de begintijd. Bij 40 jaar RP Alex gaan je gedachten dan vanzelfsprekend terug naar 40 jaar geleden. Naar de begintijd van de toenmalige Sectie Bijzondere Verkeerstaken, zoals de voorloper van de latere A.V.D. heette.

De begintijd wordt dan logischer wijze geassocieerd met snelle Porsches en verkeersmensen met lange witte jassen voorzien. van een bontkraag.
 
Voor de oudere insiders komen dan namen boven drijven als Jelte van der Heijde, de Beus en Paul Meijers, mensen van het eerste uur. De tijd dat de Sectie nog Den Haag had als thuisbasis met de oude Alexanderkazerne aan de Burgemeester Patijnlaan. Door alle euforie over de "tijd van de pioniers" wordt weleens vergeten, dat niet lang daarna naast de SAS (zoals de porschegroep toen heette) een andere surveillance afdeling het licht zag.

Dat was begin 1967, slechts vijf jaar na de aankoop van de eerste Porsche begon de pionierstijd van de "Motorploeg" bij de Sectie Bijzondere taken. Van de eerste surveillanten van de SAS allang niemand meer in actieve dienst. Allen hebben de dienst verlaten i.v.m. hun leeftijd of anderszins. Van de pionierstijd van de “motorploeg”, die bij de start officieel de naam M.S.G. meekreeg, zijn nog wel mensen over. Er zijn nog steeds mensen bij de huidige "Motorploeg" uit de eerste tijd, die het nog uit eigen herinnering kunnen na vertellen, hoewel vanaf het eerste moment is er nog maar een over.

Misschien is het wel interessant iets te horen over die eerste pionierstijd van de voorlopers van de huidige M.O., hoe kwam het eigenlijk, wat is er de oorzaak van, dat het begon in het begin van 1967.
Wel er was in die tijd nogal wat publiciteit in de media geweest over het hoge ongevallencijfer op drukke verkeerswegen, die niet tot het toen nog kleine autosnelweg net behoorde.

Het ging dus over enkelbaanswegen waar de verkeersintensiteit explosief was toegenomen, terwijl de weg structuur nog van dien aard was dat de veiligheid van de weggebruikers ernstig gevaar liep. Zo waren er verschillende wegen., die toen tot de zogenaamde "dodenwegen" werden gerekend.
Bij Kamervragen bleek dat de politie hier niet op berekend was. Met een,auto was echt risicovol gedrag moeilijk te corrigeren, omdat er voor de politie geen doorkomen aan was. Ja maar "Minister" is een motorfiets hier geen oplossing voor? Natuurlijk is een politieman op een motorfiets wendbaarder en i.v.m. de breedte van zijn voertuig vast beter in staat de echte "verkeerszondaars" te achterhalen. Wat met de auto niet kan zou met een motorfiets misschien wel realiseerbaar zijn, waarom gebeurt dat dan niet.

De reden lag voor de hand. De verkeersgroepen van de Rijkspolitie beschikte wel over enkele motor fietsen maar die werden onvoldoende benut. Bij de verkeersgroepen ging veel tijd zitten in technische onderzoeken voor de landgroepen. Daarnaast was ook zelfstandige technische controles een hoofditem. Er bleef daarom niet veel tijd over voor surveillance op de motorfiets. Daar kwam ook nog bij dat niet elke verkeersgroep even bekwaam was op de motor. Een verkeerscommissie van de tweede kamer ging zich hierin verdiepen. Ook bij de gemeentekorpsen lag geen oplossing voor de hand i.v.m. het betrekkelijk kleine territorium van ieder korps afzonderlijk. België beschikte over bij de Rijkswacht ingedeelde motorbrigades; "De Zwaantjes".


Waarom bestond er in Nederland niet zoiets?
De Kamercommissie onder aanvoering van Freule Oetewaal van Stoetwegen kwam bij de Sectie Bijzondere Verkeerstaken terecht, die zich met de porschegroep nogal in de kijkert had gewerkt op de autosnelwegen. De commandant Vogel, zag vanaf het begin niets in de wilde plannen van de Freule, die hij sindsdien consequent Stoethaspel noemde. Voor de jongeren onder ons, die haar niet meer kennen, dat was wel een toepasselijke naam voor haar, want zo zag ze er wel een beetje uit.
Vogel probeerde haar ervan te overtuigen, dat de motorfiets als vervoermiddel niet zo voor de hand lag in het Nederlandse klimaat.
Stoethaspel liet zich niet zo gemakkelijk uit het veld slaan. Afgesproken wordt, dat ze eens een surveillancerit bij een politieman achterop de motor mee zou maken. Vogel hoopte dat de omstandigheden dan zodanig zouden zijn, dat ze het idee zou laten varen en ziedaar de goden waren hem gunstig gezind. Op de afgesproken dag was het koud en regenachtig. Er was een motorfiets van een verkeersgroep geleend en een Porsche surveillant, die ook kon motorrijden was voldoende geïnstrueerd, dat Stoethaspel een negatief beeld van de rit moest overhouden.

Niets hielp, want toen de Freule, die doornat was geworden en wel stijf van de kou moest zijn, na afloop van de motor stapte, bleek enthousiast over het vervoermiddel te zijn en ontbering in het Nederlandse klimaat, dat viel best mee. Onder druk van de politiek is Vogel uiteindelijk overstag gegaan. Er zou een proef worden gehouden met motorsurveillance op de weg Aalsmeer-Hilversum, die toen P 19 heette. Let wel "een proef" en het was vermoedelijk niet de bedoeling dat de proef zou slagen. Er werden van verschillende verkeersgroepen tweede hands motorfietsen overgenomen. B.M.W's R 69 smet 42 p.k., in die tijd toch wel tot de top onder zijn soortgenoten gerekend. Het waren natuurlijk wel kale motoren zoals we dat nu noemen. Een stroomlijn bestond waarschijnlijk nog niet. Bovendien hadden de verkeersgroepen natuurlijk niet de beste motorfietsen naar de Sectie afgeschoven, zodat het materiaal niet te vergelijken was met de Porsches van de autosnelweg.

Daarna kwam het volgende probleem voor Vogel, wie van de Porsche mannen kreeg hij zo gek om voor een proef periode van een jaar de auto te verruilen voor een motorfiets. Hij kreeg twee man zo gek, maar dat was bij lange na niet voldoende. Er stonden tien motorfietsen klaar. Op zekere dag verscheen Frackers, de tweede man bij de sectie en onder de ouderen nog een bekende naam op de verkeersschool. Hij kwam onder de leerlingen mensen ronselen voor de opgedrongen proef en dat lukte wel. De twee man die hij al had werden aangevuld met acht man die rechtstreeks van de verkeersschool kwamen. De leiding kwam te berusten bij van Tuyl afkomstig van de verkeersgroep Bilthoven en de Gans uit de eigen gelederen van de Sectie en de proef kon beginnen. Toen gebeurde er weer iets, waar Vogel niet op gerekend had. Hij had een groep mensen geformeerd voor de proef, waar het enthousiasme vanaf straalde. Er werd hard gewerkt en het verkeersgedrag op de P 19 veranderde echt. De weg werd veiliger en het ongevalscijfer daalde drastisch.


Na het proefjaar werd de balans opgemaakt. Mensen van de straat werden geïnterviewd, cijfers werden vergeleken, het O.M. was enthousiast, kortom de proef was geslaagd en de M.S.G. kreeg vaste vormen. De huidige Motorondersteuning heeft in de loop der jaren diverse namen gehad, om er enkele in de herinnering te brengen M.S.G. (Motor Surveillance Groep), G.M.S. (Groep Motor Surveillance), A.M.S. (Afdeling Motor Surveillance) tot het huidige M.O. Op de toenmalige P 19, de latere S 21, de provinciale weg Aalsmeer Hilversum werd toen een systeem van inhalende surveillance met postpunten op losgelaten.

Postpunten waren de in kaart gebrachte gevaarlijke punten b.v. kruisingen bochten doorgetrokken strepen etc. Het systeem kwam bij de weggebruikers over als reden er wel twaalf motorfietsen op die weg, terwijl er maar daadwerkelijk vier motoren aan het surveilleren waren. Dit resulteerde in een enorme daling van de ongevallen. Dit bleef in Den Haag niet onopgemerkt. De motoren vertrokken toen nog vanaf de oude Alexanderkazerne aldaar. Al snel volgde in de begin jaren 70 met het zelfde surveillance systeem een bezetting van de wegen Breda-Tilburg en de weg Korteven Goes Sloedam. De Algemene VerkeersDienst was inmiddels verhuisd naar Driebergen op de huidige locatie van de K.L.P.D. De weg Breda Tilburg was toen een weg die bestond uit een rijbaan met drie rijstroken, waarvan de middelste rijstrook werd gebruikt om in te halen, maar dan voor het.

verkeer in beide richtingen. De weg K.G.S. de voorloper van de huidige A 58 in de provincie Zeeland was een provinciale weg die op veel plaatsen door de bebouwde kom liep en zelfs dwars door GOES. De weg in Zeeland werd vooral in de zomermaanden druk bereden door onze oosterburen die in grote getale naar de Zeeuwse kust trokken. Dit resulteerde in de weekeinde tot zeer lange files, ja toen ook al.

Op beide trajecten zowel in Brabant als in Zeeland hadden we een vast overnachtingsadres. We werkten toen nog in het twee daagse systeem tw. twee dagen werken twee dagen vrij. M.O. bestond toen nog op een enkeling na uit lieden die de 25 jarige leeftijd nog niet bereikt hadden. Het twee daagse systeem was een zo'n vast ritueel dat men kreeg verkering in het twee daags systeem men trouwde in het twee daags systeem en kreeg kinderen in het twee daags systeem, die ook weer opgroeiden in het twee daags systeem. Ook in die tijd kreeg M.O. de interlokale begeleidingen toegewezen. Dit werd een zeer uitgebreid scala van begeleidingen. Om er enkele de revue te laten passeren de V.I.P.'s waaronder koningen, koninginnen, presidenten, waaronder enkele van Amerika, de begeleidingen tijdens de troonswisseling, het bezoek van de paus, de vele ritten tijdens het voorzitterschap van de Europese unie. Verder zag je M.O. vele uren rondom vrachtauto’s cirkelen om de Hoge Brede Lange en Zware transporten van noord naar zuid en van oost naar west begeleiden.

Wat bijzondere begeleidingen waren die van een orka vanuit Harderwijk en transporten van giraffes naar de Beeksebergen, ook nucleaire transporten, die ons soms in contact brachten met actievoerders. Dan niet te vergeten de wielerrondes die velen van ons tot een wielerfanaat omtoverde. Drie maal tijdens de afgelopen 40 jaar deed de Tour de France ons land aan en M.O. was er bij. Ieder jaar was er de Olympia’s ronde met uitzondering tijdens de M.K.Z. crisis die zelfs dit evenement stil legde. De profronde met de grote jongens werd ieder jaar begeleid en enkele malen werd het wereldkampioenschap in Nederland verreden en de cours die ons land nog nooit heeft aangedaan de Giro staat voor 2002 op de kalender.

Velen van ons hebben mooie herinneringen aan bovenomschreven evenementen en aan het programma de eerste de beste, waarin we de Koninklijke Marechaussee versloegen met een persoon meer op een rijdende motorfiets namelijk 23 personen, ja toen waren we nog jong. Toch moeten we ook even stilstaan bij de collega"s, die wij bij ons dienstonderdeel verloren hebben en aan hen die een ernstig ongeval is overkomen, we weten het allemaal ons surveillancevoertuig is o zo mooi en snel, maar wat blijven wij kwetsbaar een ieder is hiervan doordrongen. Op het ontstaan van de motorploeg is uitvoerig ingegaan dit is namelijk voor velen al geschiedenis geworden op de verdere werkzaamheden van dit o zo mooie
onderdeel is in vogel vlucht geschreven.

Hopende in de komende jaren nog veel van die bijzondere dingen mee te maken naast het reguliere werk bij MOTORONDERSTEUNING.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 10. Kleintje AUTO.

Bij elk jubileum wordt natuurlijk altijd teruggekeken naar vroeger, naar de begintijd. Bij 40 jaar R.P. Alex gaan je gedachten dan vanzelfsprekend terug naar 40 jaar geleden. Naar de begintijd van de toenmalige Sectie Bijzondere Verkeerstaken, zoals de voorloper van de latere A. V.D. heette.De begintijd wordt dan logischer wijze geassocieerd met snelle porsches en verkeersmensen met lange witte jassen voorzien van een bontkraag.

In het kader van het jubileum zullen ongetwijfeld markante persoonlijkheden uit heden en verleden de revue passeren. Ik laat dat graag aan anderen over en ga nu verder waarmee ik 11 jaar geleden ben gestopt, namelijk de rubriek "kleintje AUTO" in Pers-Alex. Destijds heb ik 13 jaar lang die rubriek met veel plezier gevuld met autonieuws.

Uit het toenmalige autonieuws zijn nu alweer toekomstige oldtimers geboren. Ik  wil u graag meenemen naar verleden en heden van de surveillancewagens van wat nu heet de Dienst Verkeer. Die dienst is nu eenmaal groot geworden met en ook een beetje door auto's.
 
Wat heeft er zoal door de jaren heen op de snelwegen in actieve dienst gereden. Het begin van het verhaal heeft iedereen wel eens gehoord. Uit ervaringen van de toenmalige West-Duitse collega's kwam naar voren dat als je wilde realiseren wat de plannen waren, je dat het best met een snelle, open auto kon doen.
 
Het verhaal van de langjarige relatie met het merk Porsche was geboren. In een aantal gezinnen zal nog wel een schaalmodel van die auto te vinden zijn. Als die nog in goede staat is, wees er dan zuinig op. Die echte auto was van het type 356 B Cabriolet. De surveillanceauto was wit met voor- en achterop  in reflectieletters het woord “Rijkspolitie”. Verder nog een zwaailicht boven
aan de linker voorruitstijl en een luidspreker achterop. Dat was het. Uit een cilinderinhoud van 1582 cc werd een motorvermogen gehaald van wel 75 pk. Daarvoor moest dan 5000 toeren worden gedraaid en kon een top van 175 km/u worden gehaald. Dat lijkt nu allemaal maar matigjes, maar bedenk wel dat een toenmalige wat grotere gezins-/zakenauto het met 140 wel had gezien. Allengs werden er meer 'aangekocht en verscheen al heel snel model C en schoot het motorvermogen omhoog naar 90 pk en kon zomaar de 190 worden bereikt. En dat in de tijd dat middenbermbeveiliging er of niet was of b.v. bestond uit "olifantsdraad". Wie in vredesnaam weet nu nog wat dat was.
 
Goed, de fabriek vond dat er een einde moest komen aan het 356-verhaal en kwam uit met de 911. Een auto die was voorzien van een 6 cilinder en veel duurder dan de laatste 356. Als oplossing bedacht men de 912, het nieuwe model met de oude motor.
In een folder lees ik dat daar niet meer dan 185 km/u mee gehaald kon worden, reden waarom zoveel collega's zwoeren bij hun ouwe karretje. Die laatste had inmiddels een kleurtje gekregen. Op neus, kont en onderkant van de portieren was rood spul geplakt en de heren moesten hun witte helm inleveren voor een oranje pot. Wat een vreemd gezicht was dat in het begin en die er als eersten mee de werden heus niet benijd, hoogstens besmuikt toegelachen. Het was toch om je te schamen. Maar zoals bij zoveel zaken het geval was wende het snel en een goed jaar later waren die helemaal witte auto's maar bleekscheten. Het kan verkeren.
We zitten dan inmiddels in ongeveer 1967, het laatste jaar in Den Haag.
 
Stilletjesaan nam de fabriek de 912 uit productie en ging geheel over op de 911. Dat gebeurde ook bij de toenmalige AVD. De 911 T deed zijn intrede en maakte het mogelijk meer dan 200 km per uur als top te halen. Uit de zoals steeds luchtgekoelde motor werd 110 pk gehaald bij 5800 toeren.
Met de komst van de 912 en uiteraard ook de 911 was het met het echte cabrioletwerk gebeurd. Porsche introduceerde de zogenoemde Targa. Een type met een afneembaar tussenstuk tussen voorruit en rolbar en een uitritsbare plastic ruit. Wat een ellende gaf dat laatste ding. Moeilijk dicht te krijgen en als hij in donker dicht was, leek het door de binnenspiegel kijkend wel of er een heel leger auto's achter je aareed. Dat kwam door krassen en vouwen in het plastic. Reden om die "ruit" alleen dicht te doen $bij b.v. een rustadres.
 
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw verdween dat plastic geval en kwam er een echte ruit voor in de plaats. Daarmee verdween ook de mogelijkheid om de achterkant te openen. Door de jaren heen groeide en groeide de cilinderinhoud en daarmee het motorvermogen. Modeljaar 1971 schopte het al tot 125 pk en een topsnelheid van minstens 210 km/u. De auto's werden zo langzamerhand wat duur, reden om eens uit te kijken naar een andere auto. Men meende de oplossing te hebben gevonden met de VW-Porsche 914. Een model dat was ontwikkeld door Volkswagen, maar waarvoor men zelf geen markt zag. Porsche omarmde het voor hen nieuwe model en bij ons kwam hij in actieve dienst. Voor de collega's niet echt een prettige overgang, want uit de tweeliter motor kwam niet meer dan 100 pk en een top van 190, ondanks dat het toenmalige hoofd opleiding het op televisie een wolf in schaapskleren noemde. Er kwam nog enkele typen 914/6 meehelpen om het imago wat op te poetsen, maar dat lukte niet meer. De wagen bleek niet echt bedrijfszeker en enkele gingen letterlijk in vlammen op. Bovendien waren de auto's zeker niet comfortabel en boden weinig ruimte.
Beginjaren tachtig was de 914 weer exit en werd inmiddels gereden met 911 's die zomaar 235 konden halen. In de tussentijd waren nog een aantal Fiats 124 Spider, een enkele magische Fiat Abarth en een aantal Alfa's spider de poort binnengereden, allemaal vrij kortstondig en niet herhaald. Maar de 911 werd er maar niet goedkoper op en er weer werd naar een vervanger geloerd. Deze keer zou het de Porsche 924 moeten worden. Dit was weer geen echt eigen ontwikkeling en werd wat smalend Audi coupe genoemd. Een snelle praktijkproef over veel kilometers moest de beslissing brengen of hij geschikt was. Die auto reed dag-in-dag-uit 1000 kilometer in twee shifts! Uiteindelijk werd ook dit weer afgeblazen.
 
Modeljaar '84 van de 911 heette inmiddels Carrera en haalde uit de 3.2 liter motorinhoud 235 pk, wat hem in staat stelde tot een top van 245 km/u. Het was ook was ook het jaar dat men kennelijk definitief series wilde gaan snoeien in
de kosten. Met veel ophef -zijn er nog collega's die zich rit van Den Haag naar Ravenstein herinneren?- werden 20 BMW's 323i in het wagenpark ingevoegd die het met zijn 150 pk schopte tot net over de 200 km/u. Niet echt spectaculair dus. Verre van bemind door de collegae bleek de auto het harde werk niet aan te kunnen. Einde BMW
 
Maar de mix van 911 en een andere auto zou 11 blijven. De Mercedes-Benz 190E mocht het gaan proberen. Die auto is in groten getale op het erf geweest. Hoewel hij zeker niet supersnel genoemd mocht worden, bleek hij bedrijfszeker en best wel een goed sturende auto.


Modeljaar '89 van de 911 leverde nog steeds de mogelijkheid om 245 km/u als top te halen, de 190E deed nog lekker mee. De Carrera 2 van model '91 was tot 260 per uur in staat! Bij Mercedes was men inmiddels gevorderd tot de vier cilinder tweeliter die 122 pk leverde en een top mogelijk maakte van 195. In 1994 werd uit de 190 E van Mercedes de C-klasse geboren. Die werd als logische opvolger van de 190 gezien en zonder beproeving aangeschaft. Dat was nou jammer. Want de fijn sturende 190 bleek te zijn verworden tot een mooie, maar veel te softe verplaatsauto. De betreurde eenarmige ruitenwisser, de windgevoeligheid en de voor een aantal collega's slecht zittende stoelen maakte hem verre van geliefd. Er werd nu -gelukkig niet letterlijk gevochten om maar met een 911 op pad te kunnen. Bladerend in het jaarboek van 1994 werd de 911 geacht de 260 te kunnen halen en het waren al weer enkele jaren niet meer de Targa's maar echte cabriolets!
Langzamerhand kwam toch echt het einde voor de 911 en dus het merk Porsche, bij onze dienst. De leiding achtte het niet langer verkoopbaar t.o.v. andere korpsen om een –op papier- zo dure auto als surveillancewagen in te zetten. Een grootscheepse beproeving werd georganiseerd om tot een opvolger van de Porsche 911 te komen. Zo'n zestig collega's kregen de mogelijkheid om met vier auto's praktijkproeven te doen en daarvan verslag uit te brengen. Daarin deden Mercedes-Benz, Audi, BMW en Volvo mee. Uiteindelijk werd het een nipte zege voor Volvo met de 850 GLT. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat het latere draagvlak voor die auto gekomen is door die uitgebreide tests. Met overwegend veel plezier werd de 850 bereden, naast de in steeds kleinere aantallen voorkomende Porsche. Uit de 850 kwam de S70 voort en dat was, zij het minder ongelukkig dan bij de opvolger van de 190 van Mercedes, toch minder een rijdersauto. Ook hier kreeg het comfort weer de overhand ten koste van een stukje beleving. Niet onvermeld mag natuurlijk worden dat van de Volvo steeds een klein aantal snelle versies liep en nog loopt.
 
Heerlijk veel vermogen om tussen 100 en 200 te spetteren en met een hoge top. Uit de S70 van Volvo is dan nu de S60 van dat merk aan het werk. De auto heeft een heel mooi draaiende diesel die voldoende vermogen levert om het werk te kunnen doen. Ongetwijfeld zal in 2002 ook nog wel de snelle versie binnen komen rollen om de temperamentvolle S70's af te komen lossen.
Ik heb geprobeerd een enigszins chronologisch beeld te geven van de auto's die bij onze dienst hebben gelopen. De diverse zogenaamde proefauto's die er zijn geweest heb ik er bewust buitengelaten. En waar is de Range Rover dan?
En de Hanomags en.. Ik heb die niet benoemd omdat die auto's waarschijnlijk binnen een te kort kader onrecht zouden worden aangedaan. Ze zijn daarom niet minder belangrijk geweest. Een episode apart voor wellicht ooit nog een verhaal.
 
En nu weer de blik op die toekomst gericht !!
 
Hennie Doppenberg.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 11. Van Meldkamer naar Operationeel Coördinatiecentrum.

I januari 1962. De Sectie Bijzondere Verkeerstaken gaat van start vanuit de Alexander kazerne in Den Haag. De jongens in de witte Porsches zwermen uit over een deel van de toenmalige autosnelwegen in Nederland. In eerste instantie nog hoofdzakelijk in het westen en midden van het land. Later ook wat meer naar het oosten en zelfs naar de Limburgse heuvels. Het leek wel vakantie......

Verbindingen met het thuisfront in Den Haag werden aanvankelijk onderhouden via de mobilofoonnetten van de districten van het Korps Rijkspolitie.
De collega's aldaar konden dan telefonisch bemiddelen tussen ons en de surveillancewagens. Dit werkte natuurlijk niet echt prettig dus was er al snel behoefte aan een eigen mobilofoonnetwerk en een eigen meldkamer. Een simpel bureau tegen de muur met een paar telefoontoestellen, een paar losse bedienposten voor de mobilofoon en een schrijfmachine waren voldoende. Als roepnaam voor de basis werd "Alex" gekozen.

Afgeleid van de Alexanderkazerne waarin we destijds gehuisvest waren. We moesten ons zien te redden met drie zendmasten nl. in Bergambacht, Aalsmeer en op de berg in Wageningen. Deze laatste stond lekker hoog. Daar kon je zelfs de grens bij Bergh mee bereiken. In Limburg kwamen er later nog drie bij. Naast het ALEX-net hadden we ook nog de beschikking over het PETER-net. Dit net bestond uit slechts één frequentie, nl kanaal 868. In 1968 volgde de verhuizing naar Driebergen. Daar werd zelfs ruimte ingericht in een apart stenen gebouw.


Niet gehinderd door enige vorm van bescheidenheid werd dit onderkomen zelfs omgedoopt tot "Berichtencentrum". We zaten daar wel beter dan de surveillanten. Die moesten zich maar behelpen met een houten barak. Dat zou toch maar tijdelijk zijn. Uiteindelijk heeft die barak het toch nog 23 jaar moeten volhouden.

In dat stenen gebouw werden twee aparte mobilofoontafels neergezet.
1 voor het ALEX-net en 1 voor het PETER-net. Deze tafels stonden elk in een eigen glazen hokje. In de ruimte daarnaast stond de tafel voor de telefonisten. Zo hadden we geen last van elkaar. De ideeën waren vroeger soms zo gek nog niet. Na de verbouwing in 1974 werd daar 1 grote ruimte van gemaakt met een langgerekte tafel. Aan weerszijde van die tafel bevonden zich de mobilofoon- en telefoonbedienposten. En natuurlijk een van de laatste snufjes op gebied van technologie: een lopende band waar de handgeschreven mutaties mee getransporteerd konden worden vanaf de coördinator naar de bedienposten v.v. Dat scheelde weer een paar kilometer lopen per dienst.

Bij ingebruikname van die nieuwe meldkamer werd ook het vernieuwde Alex- en Peternet in gebruik genomen. Vanaf dat moment was er landelijke dekking op beide netten. Naast de meldkamer bevond zich de telex- en telefooncentrale. Telexmachines met kilometers ponsband. Zelfs een telexmachine met ANP berichten. Ja, we stonden vooraan in de rij als er nieuws was. We hadden zelfs de taak om deze berichten door te sturen naar andere politiekorpsen indien wij vonden dat zij dat ook mochten weten. E.e.a. ter beoordeling van de coördinator, die daar hele dagen druk mee was.
Verkeersinformatie was ook een taak van de toenmalige AVD, doch in de beginjaren stelde dat niet zoveel voor. Regelmatig kwamen er verslaggevers in het berichtencentrum, die de informatie zelf nog doorgaven aan Hilversum.

Later werden de filemeldingen via de telex doorgegeven aan Hilversum zodat deze 2x per uur aansluitend aan het nieuws werden voorgelezen door de lezers van de Radionieuwsdienst. Hoe meer files hoe langer de lijst en hoe groter op den duur de irritatie bij de nieuwslezers. Vandaar dat er later voor gekozen werd om de files rechtstreeks uit het berichtencentrum te laten voorlezen door eigen filelezers en zo ontstond de sectie verkeersinformatie. Wie kent ze niet meer de lezers van het eerste uur zoals Rob van Rees, Jan de Ru en Jan Dellebeke (door insiders ook wel Filebeke genoemd). Door Jan Dellebeke, die kennelijk in een vorig bestaan ooit timmerman geweest is, werden eigenhandig een paar studio's getimmerd, voorzien van een raam en geluiddempend materiaal op de wanden. In die jaren kon je zelf tenminste nog wat in elkaar fröbelen. Als je anno 2002 met een zaag of een hamer over de gang loopt wordt je direct in de boeien geslagen omdat men bang is dat je openslaande ramen gaat aanbrengen in gebouw N (oud).


Ook de verkeerspost van de Koninklijke Marechaussee zat samen met' ons onder één dak. Hiermee konden we dan directe contacten onderhouden in verband met de militaire colonnes die zich over de snelwegen verplaatsten. Zij hadden hun eigen mobilofoonverbindingen maar tevens een uitluistermogelijkheid op het Alex kanaal zodat de surveillanten van ons ook rechtstreeks met de K.Mar konden communiceren. Tot omstreeks 1983 had nog nooit niemand bij ons van computers gehoord. Informatie bevond zich nog in boekwerken en mappen. Als je wat nodig hebt moet je het daarin maar opzoeken. En als de telefoon gaat moet je hem aanpakken. Als het lampje boven de toetsen brandt moet het hendeltje omhoog. Brandt het lampje onder de toetsen dan .....

De rest kun je wel raden. Dat was de hele instructie die ik ooit zelf meekreeg. Voor elke kenteken bevraging moest gebeld worden met de Rijksdienst voor het wegverkeer en voor elke rijbewijscontrole naar een provinciehuis.
Dat kun je je tegenwoordig toch niet meer voorstellen. In de tweede helft van de jaren tachtig verschenen de eerste IBM computerterminals in de meldkamer. Het begin van de automatisering met applicaties zoals het hulpdienstenbestand, telefoonbestand en verkeersinformatie. Zelfs op drie verschillende werkplekken bevraagbaar. Dat was wat!In een later stadium gingen wij over van IBM naar Digital Vax apparatuur en werd het aantal terminals uitgebreid.

Na jaren van voorbereiding en twijfel of het er ooit zou komen werd in 1990 de eerste fase van de nieuwbouw in gebruik genomen. In deze nieuwbouw bevond zich tevens de nieuwe meldkamer. Een amfitheater achtige ruimte met groot wandscherm waarop de kaart van Nederland, met aan weerszijden een groot projectiescherm. Vijf meldtafels met elk drie werkplekken en voorzien van de nieuwste apparatuur van dat moment: Mobilofoonbediening dmv PC's, een nieuw Arbi systeem voor telefoonafhandeling en op elke werkplek een computerterminal voor de gegevensbestanden. Kort na ingebruikname van die meldkamer werd tevens het nieuwe Alex-90 mobilofoonnet in gebruik genomen, toen nog voorzien van twee gesprekswegen: 1 voor verkeer en 1 voor water. Inmiddels is daar nog maar I
gespreksweg van over waar zowel water als verkeer gebruik van maken. Het oude Alexnet werd vanaf dat moment omgedoopt tot Alex70 om verwarring met het nieuwe net te voorkomen.

Daarnaast zijn wij tevens nog netcontrolestation van het ILM, het Interim Landelijk Mobilofoonnetwerk met daarin het voormalige Peternet, Alex-70 en aangevuld met het "korte termijn" Schengennet voor de grensstreek, het nieuwe Inrapnet en het netwerk tbv de Koninklijke Marechaussee.
In 1996 ontstond het nieuwe BIS (Basis Infra Structuur) Dit hield een grondige wijziging van het computernetwerk binnen het gehele KLPD in. Dit had tot gevolg, dat alle computerterminals werden vervangen door pc's, waarop meerdere soorten programma’s naast elkaar gedraaid konden worden. Nu in 2002 is ook deze situatie weer achterhaald. In het kader van meer standaardisatie in de ICT voorzieningen wordt er thans hard gewerkt aan een complete herziening van de automatiseringsinfrastructuur. Dit wordt PROMIS genoemd, hetgeen een afkorting is van Project Migratie Infrastructuur. Uiteindelijk zullen er binnen Politie Nederland maar een paar computercentra over blijven en komen er op de werkplekken "windows based terminals" die elk direct communiceren met deze rekencentra. Dit geeft tevens de mogelijkheid om ook beter gegevens te kunnen uitwisselen met andere regionale politiekorpsen. Hiervoor is standaardisatie van programmatuur en communicatiemiddelen een vereiste. Het project C2000 is daar het voorbeeld van. Eén communicatiesysteem voor de gehele OOV-sector in Nederland. Afgeleide projecten hiervan zijn het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) en een Geografisch Informatie Systeem (GIS) gekoppeld aan een plaatsbepalingsysteem.

Daarnaast zal tevens in de komende jaren de inrichting van de meldkamer compleet "op de schop" genomen moeten worden en aangepast worden aan de eisen van deze tijd. Daarvoor heeft de korpsleiding inmiddels het groene licht gegeven. Op deze manier kan de meldkamer zich de komende jaren niet alleen ontwikkelen tot een communicatiecentrum aangepast aan de eisen van deze tijd, maar ook tot een hypermodern coördinatiecentrum ten behoeve van het KLPD en ondersteunend aan de overige politieregio's.
Piet van Doorn.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk12. De Koninklijke Personeelsvereniging.

Wanneer je gevraagd wordt om een woord te schrijven ter gelegenheid van 40 jaar Personeelsvereniging RP-Alex, ligt het voor de hand dat je terugblikt naar hoe het in 1962 is begonnen. En het waren de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie die uit politieke overwegingen het startsein gaven voor de oprichting van een Sectie voor Bijzondere Verkeerstaken. Een nieuwe Verkeersdienst wat het voorstel was van de toenmalige Algemeen Inspecteur van het korps Rijkspolitie mocht beslist niet, want 'dienst' klonk zo zelfstandig en het woord 'Sectie' hield iets afhankelijks in, vandaar.
De SBV, nog maar bestaande uit een tiental medewerkers van het eerste uur werd provisorisch ondergebracht in een lege woning , aan het Sweelinckplein in Den Haag maar, 'kraakte' met stilzwijgende toestemming van het Ministerie van Justitie korte tijd later een gedeelte van de voormalige Oude Alexanderkazerne in Den Haag en kon daardoor uitbreiden tot een veertigtal personeelsleden. Om te voorzien in de verstrekking van het onvermijdelijke kopje koffie werd een kantinepotje gevormd van waaruit ook de geschenkjes bij bijzondere gelegenheden werden bekostigd. Tijdens de discussie over de samenstelling van kantinecommissie werd een principiële beslissing genomen met verstrekkende gevolgen. Besloten werd namelijk om een personeelsvereniging in het leven te roepen en voor de oprichting van deze vereniging Koninklijke goedkeuring te vragen.
 
Na een spannende tijd waarin collegae van Gempo Den Haag moesten nagaan of de toekomstige bestuursleden van de nieuwe vereniging wel te goeder naam en faam bekend waren, kwam de Koninklijke goedkeuring voor de Personeelsvereniging RP ALEX officieel af. Vermeldenswaard is nog dat het ons niet zo zeer ging om de status, maar wel om een sterke positie te hebben mocht in de toekomst het ambtelijke apparaat in de persoon van de comptabele een te dikke vinger in de koffie willen hebben. En dat dit goed gezien was bleek enige jaren later toen Justitie de kantineclubs bij de Rijkspolitie drastisch aan banden wilde leggen en zelfs de prijs van de koffie wilde voorschrijven. RP Alex verzette zich hier krachtig tegen en toen de SG zich persoonlijk hiermee ging bemoeien heeft het mij veel moeite gekost deze duidelijk te maken dat RP Alex net zo als AJAX en de ANWB de status 'Koninklijk goedgekeurd' had.
 
Het is mede hierdoor, maar vooral door het enthousiasme van de leden, dat de personeelsvereniging zich zo heeft kunnen ontplooien. Hoewel ik mij had voorgenomen geen namen te noemen, maak ik een uitzondering voor Wim van Ballegooien die vanaf de oprichting tot aan zijn overlijden onverbrekelijk met RP-Alex was verbonden. Inmiddels zijn wij 40 jaar verder en is het politiewereldje ingrijpend veranderd. GP en RP werden Regio en KLPD en ook de personeelsverenigingen van de voormalige landelijke diensten fuseerden of gingen samenwerken. Maar RP Alex is na deze 40 jaar nog steeds een actieve 'Koninklijke' personeelsvereniging waarop iedereen met recht trots kan zijn.
 
Cees Vogel.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 13. Veertig jaar onopvallende surveillance.

Van Traffipax naar Vros. Nu weet ik niet of de Traffipax direct in 1962 in het leven werd geroepen. Op dat moment zat ik nog op de lagere school, maar ik weet wel dat er in die 40 jaar eigenlijk niet zoveel is veranderd. Traffipax stond voor "verkeersvrede" en VROS staat niet voor "Vredig Rijden Op Snelwegen".
VROS is juist in het leven geroepen omdat de roep naar een onopvallende surveillance en daardoor het verhogen van de "subjectieve" pakkans en het daadwerkelijk aanpakken van verkeerscriminelen aan te verhogen.
Dat er in die 40 jaar niet zoveel is veranderd blijkt wel aan de hand van een aantal voorbeelden. In 1963 hadden we net het tijdperk van de klinkerwegen achter ons liggen. We wilden graag comfortabel rijden en daarbij hoorde een glad wegdek.


Tegenwoordig moeten we het comfort van de auto hebben, want het wegdek gaat weer aardig lijk op die oude klinkerweg. De ene hobbel is nog niet geweest of de volgende versmalling ligt weer op de loer. Op een of andere manier zijn die fysieke maatregelen nodig, omdat wij ons zelf niet kunnen beheersen. Wat dat betreft is de mens ook niet veranderd. De factor mens zorgt voor een groot deel van de verkeersonveiligheid op de weg. Het lijkt zelfs wel dat de grote "IK" steeds meer gaat overheersen, in combinatie met een anoniem stuk blik; een grote frustratie van die andere IK, met gevolg: ESCALATIE! Zelfs de hoogte van de boetes zitten door de komst van de Euro weer op een zelfde niveau.

Hielden we in 1962 de weggebruiker de spiegel voor met "ACTIE ZWARTE ZES", in 2002 is dit eigenlijk in een modern jasje gegoten en hebben we het over de "ERGERNIS TOP TIEN" en is de spiegel in plaats van een plaatje een (video)-beeldje geworden. En dat doen we: ons ergeren in het verkeer. Een greep uit de items van"ACTIE ZWARTE ZES."

Onnodig links blijven rijden, Onvoldoende afstand houden, Onjuist invoegen, Inhalen terwijl, men ingehaald wordt, Keren in de middenberm en Stilstaan op de rijbaan. Dat laatste laat je tegenwoordig wel uit je hoofd tegenwoordig of staan we juist vaak stil op de rijbaan? Keren in de middenberm heeft de wegbeheerder fysiek onmogelijk gemaakt, maar daar waar een gaatje is zien we nog steeds automobilisten de snelweg "ontvluchten".

Wat over blijft zijn 4 items, welke nog steeds in de huidige Ergernis Top Tien staan en daarom blijf ik zeggen: Er is essentieel weinig veranderd! Toch is het een mooie tijd geweest, waarin de laatste jaren de techniek ons een flink steuntje in de rug heeft gegeven. Reed je vroeger voor een aantal kentekens naar Veendam, thans bevraag je die gegevens online op je PC in de auto! Wat ook hetzelfde is gebleven: het enthousiasme van de collega's die werkzaam zijn bij de VROS. In principe blijven voor 3 jaar bij dit onderdeel, maar er zijn er bij die voor geen goud weg willen. Bij het opheffen van de toenmalig GOS (Groep Onopvallende Surveillance) waren er een aantal die met een behoorlijke kater bleven zitten.

Of het nu Traffipax, GTS (Groep Traffipax Surveillance), GOS (Groep Onopvallende Surveillance), FROS (Foto Registratie Onopvallende Surveillance) of VROS (Video Registratie Onopvallende Surveillance) is het werk zal er altijd blijven, de mensen die dit specifieke surveillancewerk doen zullen er altijd zijn en ooit ........ zullen we overbodig zijn.

Frans Zuiderhoek.
coördinator VROS.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 14. Instructie en Opleiding: van BIO tot nu.

Instructie en Opleiding: van BlO tot nu
In vele tienduizenden jaren evolueerde de mens van een eenvoudige holbewoner tot een hoogontwikkeld wezen.
Die ontwikkeling is te danken aan het unieke vermogen waarover deze soort beschikt, namelijk om permanent te leren. Juist in de laatste honderden jaren van zijn bestaan is dat proces in een steeds hoger tempo gegaan en de ontwikkelingen van de laatste vijftig jaar zijn zodanig beangstigend dat het soms lijkt alsof de mensheid duizelig raakt van de almaar sneller tollende ontwikkelingen rond zijn eigen soort en de omgeving waarin hij leeft.
Eén van de voorbeelden waarin deze snelle ontwikkeling terug te lezen valt, is de ontwikkeling van het wegverkeer in de laatste veertig jaar, We schrijven begin jaren zestig van de vorige eeuw, als ons land voorzichtig kennis maakt met de eerste snelwegen, die de snelle opkomst van het autoverkeer en de toenemende honger van naoorlogse Nederland naar meer automobiliteit moeten verwerken.
Op dat moment is er ook in politieland een inventieve geest die aanvoelt dat deze nieuwe situatie vraagt om een nieuwe aanpak. Met de oprichting van de sectie bijzondere verkeerstaken - in de volksmond al snel tot "porschegroep" omgedoopt - wordt voor het eerst in de geschiedenis in feite een groot verkeerseducatie-programma voor autorijdend Nederland gestart.
Eén van de doelstelling is om de weggebruiker vertrouwd te maken, anders gezegd "te leren", hoe deze zich moet gedragen op die nieuwe snelle wegen. Maar om de politiemensen die deze taak toebedeeld krijgen, goed toe te rusten op hun nieuwe job, krijgen zij eerst zelf een grondige basistraining. Besloten wordt om een belangrijk deel van deze opleiding in het eigen bedrijf te verzorgen: de geboorte van de interne opleidingsafdeling van wat later de Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie zal gaan heten is een feit.

Aanvankelijk wordt deze afdeling Bureau Instructie en Opleiding gedoopt, "BlO" afgekort. Elke overeenkomst met de toentertijd via bioscoopreclames bekend geworden collectes voor het Bio-vakantieoord berust op louter toeval. Nadat de Rijkspolitiemannen (vrouwen bij de politie waren op dat moment zeldzamer dan een ijsbeer in de Sahara) uitverkoren waren om bij deze dienst te mogen werken, volgden ze eerst een opleiding tot verkeerssurveillant aan de Verkeersschool van het Korps Rijkspolitie om vervolgens door eigen instructeurs van het BlO verder geschoold te worden op de voor die tijd al supersnelle Porsche-surveillanceauto's. Het trainingsprogramma dat moest leiden tot een hoge graad van rijvaardigheid en met voor die dagen vernieuwende surveillance technieken en -tactieken, was niet zomaar verzonnen.
Deels waren goede ervaring van de Duitse autobahnpolizei overgenomen, deels was er in eigen land rijvaardigheidsexpertise vanuit befaamde coureurskringen ingewonnen.

Maar het betrof niet uitsluitend een scholingsprogramma gericht op praktische rijvaardigheden. Ook werd van meet af aan veel aandacht geschonken aan gesprekstechnieken: hoe benader je op correcte wijze een weggebruiker en geef je vervolgens een beargumenteerd opvoedend gesprek aan hem of haar mee. Het weggebruikers "leren omgaan met de nieuwe snelwegen" was immers één van de belangrijke pijlers waarop de nieuwe verkeerspolitiedienst gebouwd was. En het opvoedkundige gesprek was daarvoor niet eerder zo structureel toegepast in de dagelijkse politiepraktijk. De toen ontwikkelde methodieken zijn tot op de dag van vandaag bekend en beproefd.

Door de jaren heen werd de werkwijze van het BlO, al snel omgedoopt tot Bureau Vorming en instructie, afgekort BVI –een naam die ook nu nog door oudgedienden in het dagelijkse spraakgebruik wordt gehanteerd- niet wezenlijk veranderd, maar wel uitgebreid. Naast de rij- en surveillancetechniek voor de Porsches, kwamen er ook soortgelijke trainingen bij voor ondermeer motorrijders, de gebruikers van Politie Range Rovers, radarapparatuur en de onopvallende surveillance voertuigen; indertijd Traffipax geheten, vele jaren later FROS genoemd en de laatste jaren getooid met de benaming VROS. Zo werd het opleidings- en trainingsaanbod steeds breder: eigen cursussen voor ongevalsbehandeling, trainingen voor bevrijdingsapparatuur om beknelde automobilisten uit hun benarde positie na vaak zware ongevallen te kunnen bevrijden, enzovoorts. Veel opleidingen werden in eigen beheer ontwikkeld.

Eind jaren 80 veranderde de naam van de bedrijfsschool AVD van BVI in Afdeling Opleidingen en midden jaren negentig ging het Bureau Opleidingen heten. In al die jaren veranderde vorm en inhoud niet wezenlijk.
De formule bleef steeds om nieuwe medewerkers in eigen beheer, met eigen docenten/instructeurs verder te scholen, om ze goed toe te rusten op hun politietaak. Dat alles gecombineerd met een systeem van permanente educatie waarin medewerkers frequent bij geschoold/-getraind worden.
Ook de Rijkspolitie te Water kende van oudsher een soortgelijke bedrijfsschool voor haar dienst en in 1993-1994 werden de bedrijfsscholen van de RPteW en de AVD als gevolg van de grote politie-reorganisatie samengevoegd. Het opleidingsmenu dat op deze wijze ontstond bevatte een breed scala aan trainingen/instructies en opleidingen.
Zo groeide met de jaren ook de van oudsher bestaande schietvaardigheidstrainingen en "dienstsport" naar een integrale beroepsvaardigheden training. Er kwamen opleidingen voor Hulp Officier van Justitie, Bijzondere Opsporings Ambtenaren, man-over-boord trainingen, speciale opleidingen voor MEschippers en ga zo maar door. Steeds met datzelfde doel: mensen zullen blijven leren om zo kennis en vaardigheden op peil te brengen, op peil[ te houden of naar een hoger niveau te .tillen. Wat met de jaren op een aantal gebieden wel aan het veranderen is, is de wijze waarop bedrijfsopleidingen ingericht worden. Daar waar vele jaren het beleid was gericht op veel in eigen huis doen, verzorgd door eigen (politie- )instructeurs met veelal zelf ontwikkelde onderwijs- en leerprogramma's, is de laatste jaren een kentering zichtbaar. Waar mogelijk worden trainingen uitbesteed en richt het politiebedrijf zich op haar kerntaak. Tot die kerntaak lijkt niet altijd het zelf scholen/opleiden meer te behoren en daar waar dit nog wel zo blijft zal het de komende jaren op een andere wijze binnen het KLPD vorm krijgen. Een keuze die hoort bij de tijd. Wat echter van alle tijden is dat mensen zullen blijven leren, op welke wijze het dan ook georganiseerd zal zijn.

Robert H.J. Burema.

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 15. Omzien in nostalgie...........


Als je werkt met "gewone" automerken, dan is een Porsche toch wel iets bijzonders. Als dan bekend wordt dat de Porsche groep naar Driebergen gaat verhuizen, en daar ook monteurs nodig zijn, dan is de belangstelling gewekt. Van Zeist naar Driebergen, dat is immers goed te doen. Op 2 januari 1968 begon ik dan ook in mijn nieuwe baan en trof daar onder meer Evert Verhagen en Willem van Dijk als collega's aan. Zij waren al in een eerdere sollicitatieronde aangesteld en pendelden veelvuldig met een Ford Transit (de 4217) tussen de Oude Alexander Kazerne en Driebergen.


Aan de Hoofdstraat waren twee villa's in gebruik genomen, één voor de commandant van de Sectie Bijzondere Verkeerstaken (SBV) met zijn staf, de andere villa huisvestte de kantine en het bedrijfsrestaurant. Men was bijna klaar met het bouwen van de Porsche stalling, het Berichtencentrum was in een afrondende fase en er werd een opslagmagazijn gerealiseerd. Gebouw C, een houten kantoorbarak was geplaatst als tijdelijke huisvesting voor de uitvoerende diensten, personeelskamers en kantoren. Alles was in gereedheid om de verhuizing te beginnen.
Halverwege januari 1968 begon de grote verhuizing vanuit den Haag naar Driebergen. Met zwaailichten en loeiende sirenes meldde een karavaan BMW motorfietsen, Porsches, Landrovers, en Ford Transits zich op het terrein van Hoofdstraat 54.
Het al eeuwen doezelende Driebergen schrok wakker. Tot dan was Driebergen alleen bekend van de prima koffie op het NS-station en van het zangduo The Blue Diamonds.


Maar pas met deze verhuizing werd Driebergen definitief op de kaart gezet. Driebergen werd immers de uitvalsbasis voor de legendarische SAS, (Surveillancegroep Auto Snelwegen) en de bekendheid zou nog groter worden door de dagelijkse radioverkeersinformatie. Nieuwe personeelsleden werden direct lid gemaakt van de R.P. Alex, de personeelsvereniging die, net als het mobilofoonnet, zijn naam ontleende aan de Oude Alex-anderkazerne. Gedreven bestuursleden beseften maar al te goed dat nieuwe personeelsleden juist in die eerste dagen pen staan voor een lidmaatschap! Enige maanden later benaderden Nico de Groot en Hendrik Sikkema mij om ook maar lid te worden van de zojuist opgerichte sportvereniging R.P. Alex. Vele voetbalwedstrijden volgden; vaak in diensttijd, dat kon toen nog! Eerst tegen radiojournalisten van de KRO, de Wegenwacht, het korps Mariniers Doorn en personeel van de Amerikaanse ambassade.

Kort daarop werd ingeschreven voor de juist in die eerste dagen open staan voor een NPSB-competitie en volgden bekerwedstrijden en vele toernooien. En niet te vergeten de zomeravondcompetitie district Zeist, waarin we drie jaar achtereen kampioen werden, naar de hoofdklasse promoveerden en ook daar het kampioenschap behaalden.

Een stukje geschiedenis.
Hoewel de allereerste jaren van de Sectie Bijzondere Verkeerstaken mij wel bekend zijn, gaan mijn persoonlijke herinneringen niet verder terug dan januari 1968. Het is leuk mijn herinneringen nog eens op te halen!

Met plezier denk ik terug aan de SAS, een groep enthousiaste jonge kerels met hart voor hun werk. Vakmensen pur sang en een visitekaartje voor de Rijkspolitie. Niet te beroerd om zelf de eigen surveillanceauto te poetsen en in de was te zetten, of het interieur eens extra op te ruimen. En als je vandaag vertelt dat men dat desnoods ook gewoon op een vrije dag kwam doen, dan moet je echt een paar keer benadrukken dat dit waar gebeurd is.......

De GMS (Groep Motor Surveillance) maakte furore. Een groep enthousiaste motorrijders die het geluk hadden van hun hobby hun werk te kunnen maken. Met intensief surveilleren wist men op de Pl9 (Hilversum - Aalsmeer) het ongevallencijfer drastisch omlaag te brengen. Deze prestatie werd ook geleverd op de beruchte "dodenweg" Breda- Tilburg en op het traject Roosendaal- Middelburg. Dat combineren van werk en hobby kwam ook tot uiting in het formeren van een demonstratieteam. Indrukwekkende demonstraties van voertuigbeheersing en motoracrobatiek droegen bij aan de naamsbekendheid van de GMS en het vertrouwen in hun vakmanschap.
Misschien heeft dit wel toe bijgedragen aan het besluit dat de GMS de zgn. begeleidingstaak kreeg opgedragen. Deze taak behelst de zorg voor veiligheid bij Koninklijke bezoeken, het vervoeren van buitenlandse regeringsleiders en andere zgn. VIP's. Ook het begeleiden van wielerrondes als Olympia's Tour, de Ronde van Nederland en de Amstel Gold Race behoort al vele jaren tot de activiteiten die, destijds de AVD, en nu het Klpd, een goede naam bezorgen.

De GTS (Groep Traffipax Surveillance) registreerde verkeersovertredingen fotografisch vanuit onopvallende voertuigen. Volkswagen Variants, werden op het linker voorspatscherm voorzien van een snelheidsmeter met tijd en datumaanwijzing. Foto's toonden de overtreding èn de tellerklok op het voorscherm, dus ook datum, tijd en snelheid. Het inhalend surveilleren leverde plaatjes op van de meest uitzonderlijke verkeersovertredingen. Deze sierden de wanden van de GTS personeelskamer, en trokken bij rondleiden van bezoek in gebouw C of bij tentoonstellingen bijzonder veel belangstelling.

De OSG (Ondersteuningsgroep) voorzag in een grote behoefte. Aan districten van de Rijkspolitie werd apparatuur uitgeleend, en gebruikers instructie gegeven. Bijvoorbeeld de Philips snelheidsmeters, u herinnert zich vast wel die over het wegdek gespannen coax kabels. Toen een bijzonder geavanceerde techniek... Landrovers brachten radiografisch bedienbare Trawia's (verrijdbare verkeerslichten) door het hele land, en bij evenementen werd voor de radioverbindingen gezorgd. De circuits van Zandvoort en Assen waren voor de OSG bekend terrein. Voor evenementen met veel publiek werden dranghekken. uitgeleend, jarenlang werden deze door AVD chauffeurs met DAF trucks in het hele land uitgereden. De vierdaagse te Nijmegen, schuttersfeesten, wegraces en motorcrosses, wielerronden, bloemencorso's; er werd menige weekeinddienst gedraaid. Alleen daarover kan een boek vol leuke anekdotes worden geschreven......

De GSC was een onderdeel dat zich bezig hield met radarsnelheidscontroles langs de snelwegen. Men verplaatste zich steeds, waardoor de pakkans werd vergroot. Het succes van de GSC bleef ook in "den Haag" niet onopgemerkt. Onder de vlag van verkeersveiligheid en milieubehoud moest de snelheidscontroles sterk uitbreiden.

Den Haag had daar flink geld voor oer maar stelde er wel een inspanningsverplichting van 300.000 snelheidsverbalen tegenover.
Ik herinner me de discussies in de dienstcommissie; uitbreiding van deze personele capaciteit, die onttrokken worden aan de andere surveillance diensten.

En werd de AVD zo niet te onafhankelijk van exogene financiering?
Bij de oprichting van de Sectie Bijzondere Verkeerstaken was, naast de SAS, de Groep Bijzondere Controles opgezet. De hierin verzamelde taken werden later opgesplitst naar GSC, GTS, OAS en de Groep Technische Controles. Deze GTC werd in het dagelijks taalgebruik "controle zwaar vervoer" genoemd, die vlag dekte de lading goed. Een speciale categorie technisch personeel (de technisch controleurs) deed als specialist de feitelijke controles aan vrachtauto's. De leiding Van de GTC bestond uit politiepersoneel, meestal beduidend minder gespecialiseerd op dit specifieke technische terrein. Hoewel dat wel; eens spanningen en discussies gaf bleven de verhoudingen toch zo goed dat men op de meerdaagse controles prettig kon samenwerken.

Inmiddels werd er gereorganiseerd, ook toen al.... De naam SBV werd veranderd in AVD (Algemene Verkeersdienst Rijkspolitie) Het BIO (Bureau Interne Opleidingen) werd veranderd in Bureau Vorming en Instructie (BVI). Nieuwe medewerkers werden daar geïnstrueerd in surveillancetechnieken en de administratieve kanten van het werk Men richtte zich ook op aanvullende rij-opleiding en herhalingsinstructies. Dit tot groot ongenoegen van de Verkeersschool in Bilthoven!
De enerverende oefeningen op het circuit van Zandvoort en op "de Vlasakkers" zijn bij menig AVD-er diep in het geheugen gegriefd.


Halverwege 1968 verplaatste de OAS (Ongevallendienst Auto Snelwegen) zich van Linschoten naar de nieuwe uitvalsbasis Driebergen. Het materieel bestond toe nog uit de beroemde TPW's (bekend als "patatwagens") en afgedankte GSA's. Na enige tijd werd het verouderde materieel vervangen door Hanomags. Toen die een na enige tijd wegens haarscheuren in de remtrommels een rijverbod kregen werd duidelijk dat OAS-voertuigen aan hogere eisen moeten voldoen.

De OAS kreeg daarom later Range Rovers, en werd omstreeks die tijd ook omgedoopt tot GBS (Groep Basis Surveillance). Deze met gereedschap, verlichtingsmateriaal en moderne bedrijfsapparatuur uitgeruste Range Rovers hebben bij grote verkeersongevallen vaak een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Organisatieaanpassingen alom; GTS werd GOS (Groep Onopvallende Surveillance) en later FROS, (Foto Registratie Onopvallende Surveillance) De OAS werd GBS (de groep Basis Surveillance) en wat later gingen de SAS en de GBS beiden over in de GAS. (Groep Algemene Surveillance) Ook de organisatie van de Afdeling TZ (Technische Zaken) werd aangepast; er kwam een bureau beheerszaken, een bureau gebouwen en terreinen, bureau Wagenpark werd opgesplitst in een bedrijfsbureau, en werkplaatsen rollend,en overig materieel. Het personeel van de beide werkplaatsen van TZ had een soort brandweerfunctie; men was terstond inzetbaar bij calamiteiten en in het weekeinde bij evenementen ten behoeve van OSG-taken.

De naam van de OSG werd omstreeks 1988 gewijzigd in ATOO (Afdeling Technische Ondersteuning en Ontwikkeling), omdat het accent van materieel-uitleendienst steeds meer werd verlegd naar ondersteuning door toepassing en ontwikkeling van moderne technologie.
In dezelfde tijd kreeg het Berichtencentrum naam Berichtencentrum Landelijke Diensten. (BCLD) De AVD werd in twee uitvoerende diensten gedeeld: de Dienst Verkeer (GAS, GMS, GSC en GTC). De ATOO en de BCLD vormden samen de Dienst Ondersteuning. De laatste bestaansfase van de AVD. aangebroken; de grote politiereorganisatie kwam immers in zicht.

Over de AVD-tijd tot heden zijn heel wat anekdotes te vertellen. Bijvoorbeeld van de massale personele en materiële inzet, bij de bezetting van de Indonesische ambassade door Japanners, en de heldenrol van Paul Meijers. Anekdotes over inzet bij de vliegramp Woensdrecht en bij treinkapingen. Het verhaal van de strenge winter van 1979; Porsches konden na de zeer zware sneeuwval niet meer zonder sneeuwkettingen de opritten van de snelweg opkomen. Een leuke herinnering is ook die van de Jeep Wagoneer takelwagen van de AVD. Uitgerukt om in het zwaar ingesneeuwde Friesland hulp te verlenen aan hen die dat behoeven... Halverwege moest de van de weg gegleden en gekantelde "takeldoos" door "een grotere broer" worden opgetakeld. Bij aankomst in Driebergen leverde dat een heel koddig plaatje op.


Zo doen nu nog verhalen de ronde over ondersteuning bij ongeregeldheden in Amsterdam, demonstraties bij kerncentrales en beveiliging van Europese conferenties. En heel bijzonder was het pausbezoek, waarbij de zorg en het vervoer van de Pausmobielen aan Technische Zaken werd opgedragen. Daar waren ze in goede handen,maar menig persoon heeft zich, met een vroom gezicht en met de armen wijd in een zegenende houding, in een Pausmobiel laten vereeuwigen..... De AVD. hield aan het pausbezoek overigens een keurig kantoorgebouw over, dat nog vele jaren dienst heeft gedaan.

De AVD. groeide in snel tempo, er moest meer ruimte voor huisvesting worden gevonden.
"Huize Catharina" werd aangekocht, wachtmeesters en oppers zetten er onder supervisie van opper de Leeuwerk de schouders onder en namen zelf het sloop-, timmer en schilderwerk ter hand. Kort daarna werd ook villa Hoofdstraat 69 aan het gebouwenbestand toegevoegd, hier werd voortaan de GMS gehuisvest. In de achter de villa gelegen ruimten werd het materieelmagazijn ingericht, een stalling voor auto's en motoren en ruimte voor omkleden en kledingkasten voor de surveillanten. In 1977 ging het bijgebouw van Hoofdstraat 69 echter in vlammen op. Tientallen radarauto’s, surveillancemotorfietsen, en het opslagmagazijn ging daarbij verloren. Enige jaren later werd Hoofdstraat 82 in gebruik genomen. De uitvoerende diensten in gebouw C kwamen daardoor wat ruimer in het jasje te zitten. Hans Bekkers verhuisde met zijn inmiddels geautomatiseerde Proces Verbaal Administratie naar het nieuwe pand, evenals Post en Archiefzaken, de huisdrukkerij, Personeelszaken, de Financiële afdeling en enkele stafdiensten. In Hoofdstraat 82 werd ook aan Commandant Rijkspolitie te Water en zijn stafdiensten onderkomen geboden. In 1987 barstte de AVD weer uit zijn huisvestingvoegen. In afwachting van de nieuwbouw werd op huurbasis de villa Hoofdstraat 67 in gebruik genomen.
Onder andere Post- en Archiefzaken en een projectsecretariaat werden er gehuisvest. De behoefte aan de nieuwbouw werd nu wel erg groot: inmiddels werd nu al twintig jaren gebruik gemaakt van de houten noodbarak gebouw C!

In dezelfde tijd werd, na vele jaren uitstel, eindelijk begonnen aan de nieuwbouw fase 1.
In nauwe samenwerking tussen Rijksgebouwendienst, de hoofdaannemer en vele installateurs werd een gebouw met zeer geavanceerde gebouwtechniek opgeleverd. De AVD.-projectleider was het toenmalige Hoofd Financieel Materieel en Gebouwen Mijndert Demeijer.
In 1989 konden we de nieuwe gebouwen betrekken en de laatste stille getuige van de pioniersfase (gebouw C) slopen. De groei was echter onverminderd doorgegaan en Hoofdstraat 82 moest toch maar worden aangehouden. Ook omdat de uitvoerring van Fase 2 Nieuwbouw - de geschiedenis herhaalde zich! - werd uitgesteld. Achteraf bezien misschien wel een voordeel, omdat de oorspronkelijke bouwplannen fase niet meer waren afgestemd op de onstuimige groei. Pas in 1998 werd met de nieuwbouw Fase 2 begonnen en na een relatief korte bouwtijd kon de nieuwbouw medio 2000 worden betrokken. Inmiddels gaat de groei van Klpd door en Wordt naar uitbreiding van kantoorruimte gekeken.

De AVD., daar te mogen werken heb ik als een voorrecht ervaren.
Terugkijkend trekt een bonte stoet herinneringen aan mij voorbij. Daarin passen vele kleurrijke personen: Natuurlijk eerst Kees Vogel, Theo Leenders, Jelte van der Heide, de GMR’ers Nijs van Tuyl en Goof de Gans, BVI-er Joop Kerkhoff, OSG pioniers Jan van Dalen en Jan Gatsma, Herman de Ruiter en natuurlijk niet te vergeten" WFKJF", ("wachtmeester, kent u mijn voornamen?"....)

Van de afdeling Technische Zaken noem ik mijn chef Jan Fictoor, bouwpastoor de Leeuwerk en verbindingsspecialist adjudant Jan Verhagen. En natuurlijk mijn collega's Eddy Alexander, Evert Verhagen, Willem van Dijk en Wally Roest, Bart Renger, Riek van Ommeren en Siebe de Vos.

Ik herinner me Hoofd Administratie: "Ik" Herman Gieske, het Hoofd Typekamer mw. Teske en dhr. Hanenburg van de afd. Comptabele Zaken. PTD-chef Theo de Haart, die altijd eerst "nee"verkocht, en dan toch maar hielp, en de altijd olijke monteur Bernard Prior.

Met waardering denk ik terug aan PaUl Meijers, Joop Warrink , André van Kaam, Arie Kraakman en Willem Anker. Mensen die tussen hun personeel stonden en toch autoriteit uitstraalden. Ik herinner mij ook leuke mensen; de "lange" Jansen van de GBS, Piet van de Broek, "(Pièrre du Pantalon) de altijd fluitende commandant GTS, sportinstructeur Ab Veenvliet, en natuurlijk Toon Meijer, verkeerssurveillant, conferencier en de eerste -bijna niet te passeren- doelman van het RP Alex voetbalteam. Ik denk terug aan Piet Hertog, soms wat kortaf, maar positief en rechtvaardig, en Freek Stuyvinga, altijd aimabel in zijn contacten.
Ik herinner me Fred Pettinga; “mij krijgen ze niet gek”… en nartuurlijk Laurent Dufout, want die heeft zo ongeveer iedereen in Driebergen zien komen!

Ik realiseer me dat ik heel veel prettige collega's niet heb genoemd....

Prosper Stellaard

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk16. Alex. van toen naar nu.
 
In het begin van de jaren 60 brak in Nederland een epidemie uit met de naam “Welvaart”. Het veroorzakende virus kwam voort uit een spontane economische groei met als gevolg dat er meer geld beschikbaar kwam. Voor de individu wat later maar zeker ook voor de overheid. Politiemensen uit die tijd herinneren zich de massale demonstraties in den Haag met de roep om een beter salaris.
De toenmalige minister van biza Toxopeus werd in koor toegeroepen “Toxo pay us”.
Er was toen een jonge RP officier met op verkeersgebied zeer vooruitstrevende ideeën. Door het toen al vrij sterk groeiende gebruik van auto's nam het aantal ongevallen sterk toe. Veroorzaakt door het gegeven dat het wagenpark technisch niet altijd betrouwbaar was maar bovenal omdat de burger zich nog niet voldoende bewust was van de verkeersgevaren. Er was op de locale wegen een redelijk toezicht (verkeersgroep/afdelingen) maar niet op autosnelwegen. Mede door hogere snelheden nam het aantal grotere aanrijdingen toe. Waar we nu hoofdzakelijk denken aan de kettingbotsingen was toen ook het o.a onnodig stilstaan en keren door de middenberm een vaak ernstige ongevaloorzaak. Het idee om voor de snelwegen een geheel eigen groep in het leven te roepen met een in politieland wat ongebruikelijke wijze van optreden was zeer vooruitstrevend en riep uiteraard weerstand op.
Maar zie er was geld beschikbaar en de economische schade was ook groot. Om kort te gaan de Sectie Bijzondere Verkeerstaken was verwekt en na een wat moeizame zwangerschap geboren. Een nieuwe politiefamilie kon haar eerste woning betreden. Dat werd een bouwvallige kazerne in den Haag. Zoals gezegd was er geld en mocht de verwekker van deze jeugdige politietelg een snelweg-surveillance-afdeling voorzien van wel uitzonderlijke surveillanceauto's. In die tijd de droom van vele inwoners: de befaamde Porsche 356. Een geheel open tweezits sportauto met 4cilinder boxer achterin met het (lach niet) enorme vermogen van 90 pk. Geacht werd dat je toen de meerdere zou zijn over de andere bestuurders.


Opvallen was een doel en dat lukte wel met twee gehelmde, witgejaste en bontgekraagde politiemensen in een open auto. Ook het optreden van de "ruimtewezens" wekte verbazing. Niet bekeuren was een eerste doel, maar opvoeden. Het noemen van de naam, het dragen van een naamplaatje en het vriendelijk gesprek bracht ook een schok teweeg, zowel bij burger als in behoudend politieland. Conflictsituaties bleven niet uit met als voorbeeld het verbod te verbaliseren in de Haarlemmermeer en het verbod te keren aan de Rotterdamse kant van de Brienenoordburg. Nu heb je auto's en een bouwvallige huisvesting maar nu moet ook nog genoeg personeel hebben. Die kwamen uit heel Nederland met naast in beginsel geschikt de eis: bij voorkeur gehuwd zijn en kinderen hebben.
Deze lieden zouden een hoger verantwoordelijkheidsgevoel hebben nodig om in zo'n monster van 90 pk aan het verkeer deel te nemen. Ik herhaal mijn verzoek bij die 90 pk niet te grinniken.
De wenkbrauwen zal men fronsen bij de prijs van deze nu klassieke sportwagen ............... f 17.000 ( wel even nagaan of dit correct is aan de hand van de rekeningen die er m.i. nog wel in het archief zijn ). Het succesvolle tweedaagse systeem, twee dagen dienst van 11.00 tot 23.00 en van 7.00 tot 19.00 uur en dan twee dagen vrij. Eenmaal in de periode een derde dag voor administratie, sport, dienstbespreking en onderhoud kleding! eigen auto. Niet te geloven in de begin had elk vast koppel zijn eigen Porsche. Later samen met een koppel van de ploeg die dan vrij was. En wee je gebeente als die iets aantroffen wat niet goed was. Die derde dag werd de B-dag genoemd en de avond daarvoor na 19.00 uur de "B-avond".
Dan werden de blommen buitengezet en ook nat gehouden o.a. in de nabij gelegen o.o.mess van het leger. Vanwege de vaak grote afstanden woon- standplaats bleef iedereen de B-avond in de oude Alexanderkazerne en ook toen waren we jong en wilden wel wat. Ook al snel kwam! er een personeelsvereniging en de eerste bouwvallige behuizing schonk ons de naam "Alex", wat overigens ook al de naam was van de eigen mobilofoonverbinding. Van de eerste jaarfeesten was die in de Bernardkazerne te Amersfoort een enorm succes. Om nooit te vergeten! Er kwam een eenvoudige kantine voor koffie en een hapje. Kwam heel goed van pas bij de renovatie werkzaamheden want met eigen middelen en mankracht werd die bouwval weer een beetje bewoonbaar gemaakt. Goed van pas waren de vroegere beroepen van de collega's zoals timmerman, schilder en bouwvakker.
Wat nu blijkt is dat de werksfeer niets te maken heeft met de soort behuizing. Was de huisvesting bedroevend slecht zoals het overnachten op een slaapzaal met een hele groep, de arbeidsvreugde was optimaal goed. Daar zijn vele langdurige vriendschappen uit ontstaan. Dat de mensen van het huidige KLPD er bij dit jubileum slechts héél even bij stilstaan dat hun bedrijf een stevig fundament heeft waarvoor in die tijd hard is gewerkt, waarvoor zelfs offers zijn gebracht. Zeker in een tijd dat het voortbestaan van de AVD politiek discutabel was onder druk van invloedrijke tegenstanders in politieland deed cdt AVD een belangrijke zet op het schaakbord. September 1974 werd de Franse Ambassadeur met een aantal andere mensen gegijzeld in zijn ambassade in den Haag. Het betrof drie Japanse terroristen bewapend met handvuurwapenen en granaten. In het verleden hadden deze lieden al bewezen uiterst gevaarlijk te zijn en dat maakten ze duidelijk door de twee Haagse agenten die daar aankwamen direct neer te schieten Politiek den Haag onder leiding van dan Uyl in alle staten, je mag wel spreken van enige paniek.
Vrij chaotische toestanden, tanks, scherpschutters en een cordon van politie en militairen. Er volgden enkele dagen van spannende onderhandelingen. Een in Frankrijk aangehouden maat van de gijzelnemers werd vrijgelaten en naar Nederland overgebracht. Verder bedongen zij een vrije aftocht naar Schiphol en een vliegtuig. Maar wie kon zo'n ingewikkelde klus klaren zeker omdat de regering als het maar even kon die terroristen uit wilde schakelen. Daar waren grote risico' aan verbonden. En op dat moment meldde cavd zich met de mededeling dat zijn dienst dat varkentje wel even zou wassen. Die operatie werd georganiseerd en geheel uitgevoerd door de avd met als gevechtseenheid steeds in de buurt de BBE van de mariniers. Dit laatste voor het geval het toch uit de hand zou lopen. Wat twee jaar eerder in Munchen gebeurde met rampzalige gevolgen. Uit een viertal vrijwilligers reed een lid van de sas een bus naar de ambassade en nam daar onder bedreiging van pistolen en handgranaten - waarvan de veiligheidspin verwijderd was - gijzelaars en terroristen aan boord. Begeleid door de gms en de mariniers in door avd-ers bestuurde auto's werd de rit tot een goed einde gebracht. Van het ontvangstcomité op Schiphol maakte ook een avd-er deel uit. Tot grote opluchting van iedereen maar zeer zeker van de politiek, kwamen de gijzelaars vrij en verdwenen de terroristen ergens in het Midden Oosten. En wat de bedoeling was van cavd geschiedde, onze dienst had zich bij publiek en politiek mateloos populair gemaakt.
De avd kreeg vanaf dat moment de wind flink in de rug en de tegenstanders stonden voorlopig schaakmat. Er werd die avond van de l7e september 1974 op de avd een indrukwekkend feest gebouwd en dat kon dankzij de personeelsvereniging in een bar in de gewelven van de oude kantine. Een plekje die de ouderen zich nog hun leven lang met een glimlach zullen herinneren.
Paul Meijers

 


Naar >  de index van dit artikel


 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 17. Uit een gedicht ter gelegenheid van 25 jaar AVD.

We zijn in de ouwe Alex begonnen daar ergens bij het Vredespaleis
Waar veel en laat werd gezongen niemand bracht ons nog van de Wijs
Mooie tijd met sterke verhalen Alex was ons lief tot enkele prijs
Net zoals onze idealen ouwe Alex was een lelijk paradijs


De tijd verstrijkt met wel en wee zoals dat nu eenmaal gaat
Roemruchte dagen met de naam B Kleppers nu en toen de Maat
Voor Jelte werd een boom gepland anderen benoemde de straat


H.O.D. soms liep het niet lekker wie heeft dat gedaan
Kraakman misschien, Anker of Dekker ? de vraag was waar ligt dit aan
Ze werkten hard aan nota's en brieven het rook naar zweet niet te geloven
Immer tijd u te gerieven ik krijg nu tranen in mijn ogen


Door veranderingen niet meer verwonderd Porsche van 90 PK naar ruim 200
Ik die de Variant van de G.T.C. nog zie daarna de Manta ( van Cor ) en Golf GTI
Dan de Rover, kon je niet mee stranden toen de Hanomag, niet vooruit te branden
Ouwe Alex waar veel rumoer ontstond onze typiste op de T.V. in haar blote ........


En nu zegt men na al die jaren die A.V.D. bestaat toch niet meer
Moet je dan waarin je geloofde laten varen ? is daartegen dan geen verweer ?
Jawel ik geef het het huidige KLPD aan
alleen door het verleden heb je recht op bestaan.


Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk18. Door de jaren heen.

Zoals met wel meer onderwerpen was de toenmalige commandant van de AVD, de overste A.C. Vogel zijn tijd met medezeggenschap ver vooruit. Het leek hem begin jaren zeventig meer dan redelijk om medewerkers te betrekken bij zijn bedrijfsvoering. Uiteraard gingen vertegenwoordigers van de politievakbonden Nederlandse Politie Bond, Bond voor Christelijke Politie Ambtenaren, Katholieke politiebond St. Michael en de Algemene Politie Vereniging gretig in op zijn uitnodiging om met hem te overleggen.
Elke bond mocht twee vertegenwoordigers af vaardigen. Een lid en een plaatsvervangend lid. Er schieten mij een paar namen te binnen;
Piet Hertog, Peter op de Beek, Ben Vijge, Louis Querido en Pros Stellaard. Alleen de leden woonden het overleg met de staf bij. Voorzitter van dat overleg was vanzelfsprekend Cees Vogel. De stafleden waren het Hoofd Algemene Zaken en Hoofd Technische zaken. Van de stafafdeling woonde een stafadjudant - ik meen met vier stippen! - de vergadering bij. De onderwerpen die ter tafel kwamen waren nooit instemmend maar steeds adviserend van aard. Cees Vogel nam altijd ruim de tijd om uit te leggen waarom. Toen hij bij de Algemeen Inspecteur in Voorburg te kennen gaf met enige vorm van overleg en medezeggenschap te willen beginnen viel deze zowat van zijn stoel. Hij raadde Cees dringend aan daar heel voorzichtig mee te zijn. Want hoe konden politiemensen in vredesnaam meedenken en praten over onderwerpen waar de officieren en dus verantwoordelijken, eerst een studie aan de politieacademie voor hadden moeten doen.

Maar Cees liet zich niet uit het veld slaan en begon aan het overleg zonder toestemming van de Algemeen Inspecteur. Er werd voornamelijk over het werk gesproken. Beleid en financiën kwamen in het geheel niet aan de orde.
Wat heel leuk en ook link was dat we mee mochten praten over de benoeming van leidinggevende functionarissen.
Niet elke sollicitant was daar blij mee maar weigeren betekende in ieder geval dat je kansloos was. De vakbonden hadden sterke invloed op het dico gebeuren.
Je was namelijk namens de vakbond dicolid en dat betekende dus verantwoording afleggen. Er werd in dit verband ook gewaarschuwd niet in de valkuil te stappen van de persoonlijke belangenbehartiging. Cees Vogel deed daar zelf wel aan, want als het even kon dan gebruikte hij zijn dico als stok om de spreekwoordelijke hond te slaan. Meestal gebeurde dat wanneer hij in Voorburg bij de A.l. niet voor elkaar kreeg wat hij graag wilde. En Cees schuwde het zwaarste middel zeker niet als hij de dico op zijn hand wilde krijgen. In zo'n geval liet hij de dico leden "boven komen". In die tijd had dat begrip een onheilspellende klank.
"Boven" moeten komen betekende doorgaans dat je een bakkie aan de hand had. Cees Vogel stond je in zo'n geval meestal staande te woord waarbij hij zijn benen kruiste en wat heen en weer wiegde. Alsof hij voortdurend je woorden stond te wegen. Ik herinner mij meerdere keren dat Cees Vogel totaal gefrustreerd door de A.I. bij de dico zijn beklag deed. Door zijn emoties openlijk te tonen kon hij in ieder geval op heel veel meedogen en I steun van zijn dico rekenen. Zo’n moment gebruikte hij ook om zeer vertrouwelijke zaken mee te delen waar je als dico dan geen kant meer mee op kon. En zo bleef medezeggenschap in de zeventiger jaren beperkt tot de adviesfunctie en een voortdurend zoeken naar mogelijkheden om het begrip medezeggenschap ook echt die betekenis te geven. Toen de eerste verkiezingen kwamen waren we bij de AVD al heel ver en bracht regulering van medezeggenschap ons niet zo veel nieuws meer.

Dienstcommissie van de Algemene Verkeersdienst en de divisie mobiliteit KLPD Cees Vogel, de man met visie, werd opgevolgd door Cees Doornhein. Een totaal andere gesprekspartner voor de dico. De eerste keer dat hij het overleg voor zat kwam hij binnen in een ME tenue, ging joviaal schrijlings op een stoel zitten en sprak de gevleugelde woorden: "Ik kan ongeveer één uur serieus met u praten en daarna moet er in een ontspannen sfeer hartelijk gelachen worden."
Na deze uitspraak heb ik hem tijdens een vergadering nooit meer horen lachen, laat staan dat wij als dico-leden ons in zijn gezelschap ontspannen voelden. Gelukkig hadden wij Sandrina in ons midden, die ons vaak met haar vrouwelijke nuchterheid weer met beide benen op de grond zette. Inmiddels was het BOM (Besluit overleg en. medezeggenschap) van kracht geworden. Dit gaf de dico meer bevoegdheden. Maar. ach, doordat de dico zich met de strategie van de dienst bezig hield en zich op het hoogste niveau van de organisatie bewoog, werd de afstand naar de achterban steeds groter. Er moest steeds meer geïnvesteerd worden in "communicatie" want de collega's begrepen niet meer waar hun gekozen vertegenwoordigers zich mee bezig hielden. De organisatie moest een duidelijk voorbeeldgedrag vertonen. De eerste SP-0l diensten kwamen.

Snelheidscontroles, waarvoor Cees een deal met het ministerie had afgesloten en waarvoor de AVD werd gefinancierd. Het leek erop dat het middel verheven werd tot doel en het beleid viel steeds moeilijker uit te leggen. Iedereen diende zich aan de maximum snelheid van 120 km te houden. Wee je gebeente, als je zonder gebruik van je optische en geluidssignalen te hard reed. De boete moest je zelf betalen. Zelfs collega's van andere korpsen werden tijdens hun surveillance door de radar gepakt en kregen een schikking thuis. Dit zette kwaad bloed en deed ons imago geen goed. Er waaide duidelijk een andere wind door de organisatie. Na hem verscheen de legendarische, maar vooral sociale commandant Jelle Visser op het toneel.
De AVD was inmiddels omgedoopt tot divisie mobiliteit van het KLPD en had daarmee haar zelfstandigheid verloren. Jelle had duidelijke opdrachten meegekregen. De verkeers- en waterpolitie moesten integreren en de Porsche moest verdwijnen. De bom sloeg in. Cees Vogel en Jelle Visser kwamen samen nog in het nieuws, waarbij Cees het behoud van de Porsche motiveerde en als held werd vereerd.
Bij de dico werd de druk opgebouwd om vooral mee te gaan met al deze nieuwe ontwikkelingen. Het was onomkeerbaar geworden. De collega's konden voor dit beleid geen enkel begrip opbrengen. Het enige wat wij nog konden doen was vertragen. Omdat het in die tijd ontbrak aan een duidelijke visie binnen het KLPD, werden er steeds meer beslissingen genomen op basis van emoties. Collega's kregen identiteitsproblemen en voelden zich niet meer thuis in de organisatie.
Waar de dico voor gewaarschuwd had gebeurde ook. De samenwerking tussen water en verkeer mislukte. De twee totaal verschillende culturen en werkwijzen verdroegen elkaar niet. De vertrouwde Porsche verdween uit het straatbeeld. Geen landelijke surveillance meer, maar trajectsurveillance werd het toverwoord. Er vielen letterlijk en figuurlijk ook slachtoffers. Jelle Visser was er helaas één van. Vlak. Voor zijn 50e verjaardag overleed hij plotseling. Een nieuw tijdperk brak aan met baas Hellemons aan het bewind. Alles moest anders. Het leek een zakken naar binnen, zakken naar buiten beleid. Maar Ad had charisma en wist hoe hij de medewerkers moest bespelen. Hij was vaak bij nachtelijke controles en in weekenden op de straat, het water of in de lucht te vinden. Door zijn enthousiasme: "De divisie mobiliteit is net een spannend jongensboek", veerden veel collega's weer op. Maar ook hij bracht een onheilstijding. Einde van het tweedaags dienstsysteem. Nou dat was nog niemand in al die jaren gelukt, dus dat zouden we nog weleens zien!!
Ach, u kent het resultaat. Wij hebben ons er als dico met hand en tand tegen verzet, argumenten verzameld, berekeningen gemaakt, maar het mocht niet baten. Achteraf vraag ik mij af of we er niet te veel energie in gestoken hebben. We durfden op het laatst geen enquête meer te houden over het voortbestaan van het systeem, omdat de mening van vooral de nieuwe collega's, in de loop van de jaren zo sterk was gewijzigd, dat er geen meerderheid meer te vinden was. Opnieuw de constatering dat de afstand tot de achterban te groot was geworden. Waren we wel goed bezig?

Medezeggenschap KLPD
Eind 1993 is uit de dico's van de Luchtvaartpolitie, Rijkspolitie te Water en Algemene Verkeers Dienst de medezeggenschapsraad Mobiliteit ontstaan. Later werd dat de dico Mobiliteit. In de beginjaren van het KLPD werden nogal wat saneringen uitgevoerd om de materiële zaken 'op orde' te brengen. Dat was nodig omdat alles wat er aan materieel was domweg niet betaald kon worden. Ik was er als voorzitter van de dico Mobiliteit bij toen Theo Boschert in Huis te Velde in Warnsveld aan het divisie MT een spreadsheet toonde.
Daaruit bleek dat meer dan de helft van de schepen van de waterpolitie niet meer betaald kon worden en daarom verkocht moest worden. Alsof er een atoombom ontplofte! Onder het personeel van water was de ontgoocheling groot. Nog geen maand later trof de Porsche hetzelfde lot en was de ontgoocheling bij de collega's van verkeer minstens even groot. Net als bij water werden er ook bij verkeer door de collega's tal van alternatieven aangedragen.
Niets mocht echter helpen. Van hogerhand was bepaald dat het moest gebeuren. de toenmalige divisieleiding had gewoon geen andere keus.
Het waren ook de jaren dat op twee plaatsen geprobeerd werd om water en verkeer in een afdeling met elkaar te laten optrekken. En in dat spanningsveld zaten medio 1994 de dertien vers gekozen dicoleden! Met die nieuwe ploeg gingen we in juni 1994 op teambuilding.
Op een voor dat doel gehuurde motorklipper werd het zogenoemde 'klipperaccoord' opgesteld. Een aantal uitgangspunten en te bereiken doelen die we als medezeggenschap wilden halen in de drie jaar die voor ons lag. Ik herinner me ook nog goed de invoering van een nieuwe reisregeling die in 1994 zoveel weerstand opriep bij de collega's van verkeer dat zelfs met stiptheidsacties werd gedreigd.

Er werd een deadline gesteld op 1 september om een fatsoenlijke regeling te bereiken. Laat in de avond van 31 augustus bereikten we als dico met Jelle Visser een accoord. De divisie Mobiliteit begon in 1995 aan het veranderingsproject 'Mobiliteit in beweging'. Ik zie Jelle Visser nog staan tijdens de startbijeenkomst in Champ Aubert. Jelle stond voor het uitspreken van een toespraak in buutreders ton. Toen hij zijn speech begon uit te spreken begon het ding ook nog te draaien. Ja, er werd wat bedacht in die tijd. Jelle Visser, de veel te vroeg in december 1995 overleden mensmanager. Begin 1996 werd de divisie leiding enkele maanden waargenomen door Cees Doornhein (ik herinner me zijn startnotitie, speels als Cees was, ondertekend in zijn wintersportplaats in Oostenrijk). In februari werd ik als voorzitter van de dico samen met Korpsdico voorzitter Ben Wiltink bij korpschef de Wijs geroepen. Wat wij er van vonden als het ministerie de heer Hellemons als divisiehoofd zou aanstellen. Ad was overigens wel een divisiehoofd die ook de medezeggenschap een echte plaats gaf in het besluitvormingstraject van Mobiliteit. De dico en later de onderdeelcommissie kregen bij Ad het gevoel dat het er ook echt toe deed wat aan argumenten ingebracht werd. de medezeggenschap werd serieuzer genomen dan in de jaren daarvoor. In het tijdperk Hellemons reden binnen een paar maanden splinternieuwe trekkers met oplegger binnen, de mobiele bureaus voor wat tegenwoordig Technische en Milieu Controles heet. Er kwam ook een (veel luxer) opvolger voor de Porsche, in de vorm van de Volvo T5.
Hellemons struinde persoonlijk de ministeries af om nieuw werk binnen te halen voor Mobiliteit. SWAB en WIMNL zijn daar voorbeelden van. In 2000 werd de Spoorwegpolitie bij het KLPD gevoegd.

Er werd gedacht over de oprichting van een directie Transportpolitie naast de directie Recherche. Zoals bij veel voorbeelden was ook hierbij voor Hellemons het denken over, eigenlijk synoniem aan het uitvoeren van. Als hij vandaag een concept uitdacht dan werd het morgen al bijna uitgevoerd.
En dan de medezeggenschap. Begin jaren negentig moesten de diensten de eigen dienstcommissies inleveren voor schaalvergroting in de divisiedienstcommissies. Menig medezeggenschapper had het daar toen moeilijk mee. Water ging meespreken over verkeer, verkeer over water.
Ik herinner me daar nog een voorval waarbij Hans Leenheer, bijna het prototype van de verkeersman, optrad als woordvoerder in een technisch overleg over nieuwe schepen.

Verwarring alom bij de beleidsambtenaren waarmee de dico om tafel zat. De achterban heeft de divisie medezeggenschap in die jaren vooral ervaren als iets dat op afstand bezig was met onderwerpen waar de werkvloer toch niets aan had. Nu kantelen we weer naar diensten en heeft elke dienst inmiddels weer zijn eigen onderdeelcommissie. Ik krijg nu, na enkele maanden al, heel bemoedigende berichten over medezeggenschappers die weer veel dichter bij de achterban zitten. Ook vanuit de medewerkers hoor ik dat men hun medezeggenschap weer heeft ontdekt.
Sommige medezeggenschappers hebben er nu op hun beurt weer moeite mee dat ze de hete adem van die achterban in de nek voelen.

Maar, dat is een terechte hete adem. Het gaat tenslotte om vertegenwoordigend overleg over zaken die de achterban direct raken. In de afgelopen jaren is de medezeggenschap echt op de kaart gezet. De medezeggenschap heeft een onmisbare plaats ingenomen in de besluitvormingslijnen in het korps en in de diensten. Het is nu de kunst om de goede kanten van die verworvenheden vast te houden voor de toekomst.

Arie Brouwer, lid dienstcommissie van 1978 tot 1991.
Ben Wiltink 1985-1997
Klaas Kok
- lid en later voorzitter medezeggenschapsraad Mobiliteit 1992-1994
- voorzitter dico Mobiliteit 1994-1997
- lid onderdeelscommissie Mobiliteit 1997-2001

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk19. Ontstaan van de verkeersunits.

In het begin van de jaren ’60 werd, naar voorbeeld van de Duitse verkeerspolitie, de Sectie Bijzondere Verkeerstaken van het Korps Rijkspolitie opgericht. De S.B.V. werd gevestigd in de Alexanderkazerne te Den Haag en van daaruit startten de open Porsche surveillancevoertuigen hun dienst op de autosnelwegen. De mannen in de witte jassen met bontkraag en helm werden een begrip op de weg.
De communicatie tussen de voertuigen en de kazerne werd per mobilofoon onderhouden en de roepnaam 'ALEX' (Alexanderkazerne) werd geïntroduceerd. De politiemensen van de SAS. (Surveillance Auto Snelwegen) werden in Z.g. SE's (surveillance eenheden) ingedeeld en surveilleerden op diverse trajecten door het gehele land. Vanwege een meer centrale ligging in het land en de noodzaak tot kortere aanrijtijden, verhuisde de S.B.V. in 1967 vanuit Den Haag naar de villa's aan de Hoofdstraat te Driebergen en ontstond de Algemene Verkeersdienst Driebergen-AVD. Gebouw A en Gebouw C zijn begrippen, die de ouderen onder ons nog steeds aanspreken.
Doordat er nog steeds sprake was van lange aanrijtijden naar de diverse trajecten, met name naar het zuiden van ons land, bleek de noodzaak tot deconcentratie. Eindjaren '60 werd de eerste vooruitgeschoven post het steunpunt te Grathem in gebruik genomen. Vele Porsches kwamen na twee dagen 'Limburg' terug naar Driebergen volgeladen met verse vlaaien of asperges. In het Z.g. 'tweedaags systeem' werden vele kilometers door het land afgelegd.
Mede hierdoor ontstond er begin jaren '80 de behoefte aan een andere organisatie en indeling van de trajecten. Driebergen werd verdeeld in Driebergen- West, Centrum en Oost. Na de eerste dag werd o.a. overnacht bij Ares/Groenendijk te Hazerswoude (1035), Ibis/Schiphol, Motel Nuland en nog vele andere adressen. Je lag hier 'ter beschikking' en kon bij incidenten op het traject, op verzoek van de Meldkamer, direct ingezet worden. In Breda, Badhoevedorp en Assen ontstonden eveneens steunpunten. De een in een fraaie, oude villa, de ander in een oud gebouwtje van de Meteorologische Dienst van Schiphol of in een container zonder verwarming, vaak nabij het Wegenwachtstation en Rijkswaterstaat. In het begin reed er dagelijks vanuit Driebergen een pendelbusje naar de tijdelijke locaties.
Uiteindelijk werd in Assen en Breda een identiek afdelingsgebouw neergezet. Een zelfde gebouw werd later ook in Maasbracht gebouwd en vele collega's verhuisden naar de omgeving van die steunpunten. In 1993 vond een algehele reorganisatie van de Nederlandse Politie plaats. De AVD maakte plaats voor het KLPD. Jammer, maar het was niet anders.

De bijzondere positie, welke de AVD in het land innam was helaas voorbij. Binnen het KLPD werd de Divisie Mobiliteit geformeerd, bestaande uit de afdeling Water, Lucht en Verkeer. Deze afdeling werd onderverdeeld in Randstad (west), Breda (zuid-west) en Arnhem (oost). In Assen (noord-oost) en Maasbracht (zuid-oost) werden, zeer efficiënt, de afdelingen verkeer en water samengevoegd in hetzelfde gebouw.

Begin 1998 werd verkeer en water weer ontvlecht en uiteindelijk werden er drie verkeersafdelingen gevormd, t.w. Noord-Oost vanuit Wolfheze en Assen, Zuid-Oost vanuit Breda en Maasbracht en Randstad vanuit Driebergen, Waddinxveen en Hoofddorp. In Wolfheze en Waddinxveen werden, onder architectuur, direct naast de snelweg twee bijzonder fraaie afdelingsbureaus gebouwd, waar het zeer plezierig werken is. De aanrijtijd naar het traject werd nogmaals aanzienlijk bekort. Vele collega's uit de Regio kregen belangstelling voor verkeer en werden bij een unit ingedeeld.

Vervolgens gingen de afdelingen over in meer zelfstandige verkeersunits met directe leiding op locatie. De functie Unithoofd ontstond en midden 1999 werden deze functies ingevuld en de functie Afdelingshoofd verdween. Tevens ontstond er een ontwikkeling naar een meer centraal aangestuurde Dienst Verkeer.

De Dienst Verkeer bestaat thans uit zeven zelfstandige, geografische ingedeelde Verkeersunits, met tevens medewerkers van SWAB - Samen Werken Aan Bereikbaarheid en WIM-NL- Weight In Motion, en centraal vanuit Driebergen MO- Motorondersteuning, TMC- Technische & Milieu Controles. Op een aantal Verkeersunits zijn, behalve opvallende Volvo's S70 en S60 ook videoauto's en enkele Honda surveillancemotoren in gebruik. Het werken vanuit de zelfstandige Units bevalt een ieder zeer goed en hopelijk zal deze werkwijze nog jaren duren.

Rob Snelleman / Marten Maring

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 20. Oog (en oor) voor emotie.
 
Naast alle glorieuze zaken die het KLPD na de reorganisatie ten deel vielen, waren er ook een aantal dieptepunten. Bijvoorbeeld het overlijden van een collega, dat vaak grote impact had op de directe werkomgeving. Zelfs waren er een paar zaken die "korpsbreed" eigenlijk iedereen raakten; in de vroege zondagochtend van 20 oktober 1996 kregen de verkeerscollega's Willem Riegstra en Luc van Geldere een ongeval met hun opvallende surveillance-Mercedes.
Luc overleed enkele uren na het ongeval aan ernstig hersenletsel en Willem overleed weliswaar niet, maar leeft verder met eveneens ernstig hersenletsel. Luc was mijn vaste maat, die die ene zondag met Willem reed, omdat ik een familiereünie had. Enkele maanden later werd de geliefde collega Ellen Buis (verkeer Hoofddorp ) met haar dochtertje vermoord door haar echtgenoot. Groot was het verdriet en onbegrip onder de collega's. Het KLPD was niet voorbereid op dit soort zaken en had eigenlijk weinig geregeld voor de opvang van collega's, maar ook voor een correcte afhandeling naar de nabestaanden toe. Veel collega's hebben het er erg moeilijk mee gehad en zijn soms korte of langere tijd uit de dienst geweest.

Reden genoeg om hier serieus mee om te gaan. Inmiddels signalen van een haperende verwerking herkennen. Belangrijk, want zij hadden immers de taak om de eerste opvang na een ernstige gebeurtenis tijdens het werk te I verzorgen. Na gesprekken met het Ad Hellemons, toen het Hoofd van de divisie Mobiliteit, werd de vorming van een BedrijfsOpvangTeam (BOT) in gang gezet. De meeste regio's hadden al zo'n BOT, bestaande uit gewone executieve collega's, die zeer betrokken zijn bij het wel en wee van hun collega's en die bovendien geschoold zijn in eerste opvang bij zeer ingrijpende gebeurtenissen. De praktijk heeft uitgewezen dat het erg goed kan werken om hetgeen je hebt meegemaakt te delen met iemand die weet waar je het over hebt en daardoor je emoties goed kan invoelen. Het BOT van het KLPD heeft zijn nut al meerdere malen bewezen. De tijd is gelukkig voorbij dat politiemensen stoere meiden en kerels waren, vol van sterke verhalen en met een onbeperkt incasseringsvermogen. Steeds meer waardering is er juist voor die collega's die zich kwetsbaar opstellen en het hebben over hun gevoel en emoties.

Een bijzonder persoon wil ik toch nog noemen en wel onze "korpsaalmoezenier" Nol Smolders, weggekaapt bij de regio Amsterdam-Amstelland. Ik mocht hem leren kennen na het ongeval van Willem en Luc, dat bij Amsterdam had plaatsgevonden. Door gebrek aan opvang binnen ons eigen korps wás hij daar ineens. Hij verscheen op de meest onverwachte momenten, maar kwam altijd gelegen. Of het nu in Driebergen was, of bij je thuis, het was alsof je hem al jaren kende. Ook het Bedrijfsmaatschappelijk werk doet in de huidige samenstelling enorm goed werk. Ondanks hun werk op de achtergrond weten veel collega's hen te vinden.
Al met al is er de laatste jaren veel ten goede veranderd. Er zijn de nodige initiatieven genomen in het besef dat collega's die goed in hun vel zitten hun werk beter en met meer plezier doen. Trots mogen we zijn op de Stilteplek in Driebergen, waar we daadwerkelijk stil kunnen staan en stil kunnen zijn bij de herinneringen die ons bezig houden. De ellende lossen we er niet mee op; op het moment dat ik dit schrijf is net Jan Kruining in Hoofddorp aan een hersentumor overleden en is het ruim een maand geleden dat Arry van de Heuvel aan de gevolgen van Non-Hodgkin overleed. Maar is wel oog en oor voor de emoties die dat bij collega's teweeg brengt. En dat doet goed.

André Karper (verkeer Wolfheze)

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 21. 40 jaar Sport RP_ALEX.
 
Waar is de tijd gebleven en wat zijn er een activiteiten door de vereniging op touw gezet in de loop van de tijd. In Den Haag werd het startschot gegeven en toen nog niet wetende wat het zou worden. De jaren in Den Haag verliepen voor wat de sport betrof erg rustig.

Het jaarfeest was in die tijd een hoogte punt op zich en dat klonk dan ook als een klok. Met veel plezier werd daar aan teruggedacht. In die tijd vond er af en toe een sportieve ontmoeting plaats. Er werd dan een voetbalteam of een volleybalteam samengesteld die de strijd aanbond tegen een team van een of andere dienst waar de Sectie kontacten mee onderhield. Er werd o.a. gevoetbald tegen een team van de K.R.O., G.P. of R.P. Bij de Rijkspolitie werd in die tijd op allerlei gebied sportwedstrijden georganiseerd in de districten en landelijk. Daarnaast waren er nog de N.P.S.B. wedstrijden.
De Sectie verliet Den Haag en nestelde zich in Driebergen. Gezien de vele jonge leden binnen de dienst begon de sportkoorts op te lopen en dat resulteerde in de oprichting van de sportvereniging R.P.Alex onder de bezielende leiding van Jelte van der Heide. De oprichtingsdatum werd 1 maart 1968 en de verenigingskleuren werden oranje en blauw. In die jaren was er een geweldige sterke onderlinge band
hetgeen wel bleek uit het feit, dat bijna iedere A.V.D.er lid werd. Op verschillende sportonderdelen werden direct gedelegeerden benoemd voor de nodige begeleiding.
Er kwam een lidmaatschap bij de Nederlandse Politie Sportbond en bij de Commissie Rijkspolitie Sportvereniging. Er kon nu aan allerlei landelijke wedstrijden worden deelgenomen.
De mogelijkheid om zich te profileren in de sportwereld was een feit. De R.P.Alex was vanaf dit moment goed vertegenwoordigd bij o.a. Korpswedstrijden en N.P.S.B. wedstrijden.
De voetbal liep direct als een trein en Alex was op de grasmat voor menige vereniging in de N.P.S.B competitie West en Rijkspolitie wedstrijden een gevaarlijke en geduchte tegenstander. De jaarlijks terugkerende wedstrijd tegen de A.N.W.B om het zilveren zwaailicht De wedstrijd op het K.N.V.B.
Centrum in Zeist tegen het Nederlands Elftal onderleiding van Michels in 1974. Het waren hoogte punten binnen de sportvereniging. Daarnaast werden er aan veel zaalvoetbaltoernooien deelgenomen die met een kampioenschap werden afgesloten.
Jaarlijks werd er een R.P.Alex voetbaltoernooi georganiseerd met sterke deelnemers als tegenstander.
De volleybal groeide ook uit tot een tegenstander van formaat en speelde dit spelletje in de hoogste klasse van de N.P.S.B. Het assortiment van het wedstrijdpakket groeide. De vraag naar andere takken van sport dan de bestaande, kwam aan de orde en kon meestal worden ingewilligd.
Het schieten had reeds veel aandacht en er werd door verschillende leden goed geschoten. Denk aan de wedstrijden over en weer in Warendorf. De landelijke R.P. wedstrijden op het pittoreske schietbaantje in Driebergen. De atleten behaalden uitstekende resultaten op diverse loopnummers in de grote wedstrijden.
De eerste estafette Paleizen loop van Apeldoorn naar Soestdijk een wedstrijd tussen Dienst Koninklijkhuis, Marechaussee en R.P.Alex. Nu uitgegroeid tot een wedstrijd met vele deelnemers.
In de jaren tachtig kwamen de wielerwedstrijden van stal. Deze kennis werd vooral opgedaan door leden van de motorploeg bij de begeleiding van de landelijke wielerwedstrijden. Wij hebben ook bij deze wedstrijden verschillende leden van de vereniging als Nederlands kampioen kunnen huldigen. Ook de vereniging heeft vele wedstrijden georganiseerd.
De blik terugwerpen is soms moeilijk.
Aandacht verdient buiten twijfel ook de hengelsport, badminton, lawntennis, fietspuzzeltochten , klaverjassen en biljarten. Er was een grote belangstelling op alle sportonderdelen en op hoogtijdagen waren dan vele huisgenoten van de partij. De doelstelling van de sportvereniging te weten het bevorderen en activeren van de fysieke ontwikkeling van de A.V.D.
man en vrouw, kregen door het jonge bloed warme aantrekkelijke kleuren en werd er vaak een eenheid gesmeed.
De verenigingsjaren van de voorzitters Jelte van de Heide, Herman de Ruiter en Ab Veenvliet hebben een tijd gehad waarin het mogelijk was om veel sportactiviteiten te organiseren. Dit was echter nooit gelukt, als wij het hadden moeten doen zonder de hulp van vele leden, aanverwanten en kennissen.
Na de deconcentratie van de AV.D. werd het moeilijker om gezamenlijk deel te nemen aan wedstrijden hetgeen tot gevolg heeft dat er veel meer individueel gesport moest worden, maar ook hierin slaagt men. Als ik nu Perse lees en ik zie al die verenigingen binnen de KLPD, dan zeg ik ook hier zit muziek in en kan er door het overkoepelende orgaan veel leuks worden georganiseerd.
A.W. Veenvliet

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 22. Het Nederlands Politie orkest is van ons allemaal.
 
Bij het 40-jarig bestaan van de Personeelsvereniging R.P.Alex is al eens terecht opgemerkt dat de geschiedenis van de vereniging nauw verbonden is met de geschiedenis van het KLPD.

Uitermate close was de verstrengeling ten tijde van de Sectie Bijzondere Verkeerstaken in Den Haag en de latere Algemene Verkeersdienst, toen niet alleen alle leden van het "bedrijf' maar ook van de vereniging één familie vormden.

Als een rode draad zag men steeds weer de toenmalige Rijkspolitiekapel opduiken, uiteraard geen AVD-onderdeel maar als orkest of met afgeleide muzikale ensembles vaak aanwezig, niet alleen in het gehele Korps maar zeer zeker ook bij de AVD.
Deze Rijkspolitiekapel had zijn roots, zoals men dat bij de Rijkspolitie wel meer tegenkwam, duidelijk in De Haag en omgeving.

Bescheiden begonnen, groeide de Kapel uit tot een in binnen- en buitenland befaamd orkest, waarvan in de loop der jaren verscheidene AVD-ers deel hebben uitgemaakt.
Diverse ensembles werden daaruit gevormd zowel bestaande als geïmproviseerde indien de omstandigheden daarom vroegen. Menig AVD-feestje (of waren het RP.Alex-feestjes?) werd opgeluisterd door de RP-combo, dan wel de Alex-combo. En de niet eens zo ouderen onder ons weten nog van de muziek tijdens de jaarlijks terugkerende St.Nicolaasfeesten, waarbij we niet schroomden om het "orkest" uit te breiden met vrijwilligers uit de plaatselijke harmonie Aurora. Memorabel is ook het optreden van een groot dansorkest bij de feestelijkheden tijdens het 25-jarig bestaan, waar wij met veel genoegen hebben gemusiceerd.

Toen bij de reorganisatie de gemeente- en rijkspolitie wegvielen had ook de Rijkspolitiekapel geen bestaansrecht meer. Een reden om zo snel mogelijk te komen tot de oprichting van een landelijk politieorkest en wel het Nederlands Politie Orkest, dat officieel op 1 februari 1995 van start ging. Dit orkest werd gevormd uit leden van voormalige orkesten van gemeentepolitiekorpsen, alsmede de Rijkspolitiekapel. Dat de Rijkspolitiekapel een belangrijk stempel had gedrukt op de Nederlandse politiemuziek mocht blijken uit het feit, dat ongeveer 60% van de leden van het Nederlands Politie Orkest bestond uit oud- RPK-leden.

Het niveau van het Nederlands Politie Orkest in de huidige vorm is zeer hoog te noemen.
Het repertoire kent een zeer grote variatie aan stijlen en de musici zijn niet meer voor ÉÉN gat te vangen. Behalve de (licht)klassieke en symfonisch getinte werken worden ook bekende artiesten in het lichtere genre begeleid, zoals Margriet Eshuis, de jazz-zangeres Denise Jannah, Ernst-Daniël Smid en vele anderen. Een bezoek aan een optreden van het NPO is dan ook een aanrader van de eerste orde en men zal versteld staan van het peil, het enthousiasme van de muzikanten en de vonk die daardoor naar het publiek overslaat. Tenslotte zij vermeld, dat combo SWINGCOPS, dat zich bijna het huisorkest van het KLPD mag noemen gezien de vele optredens bij recepties e.d., bestaat uit leden van het Nederlands Politie Orkest, maar dat had u al begrepen. Liefst 2 KLPD-ers en een voormalig AVD-er maken van dit kwartet deel uit.

Wij hopen de politie nog lang op deze stijlvolle wijze te mogen vertegenwoordigen, zowel in binnen- als in buitenland. In april zetten we ons beste beentje weer voor tijdens een vijfdaagse concertreis naar Oostenrijk en Zwitserland.

Zoals u ziet, het Nederlands Politie Orkest, waarvan het secretariaat gehuisvest is in ÉÉN der burelen van het KLPD, is van ons allemaal. Wie geïnteresseerd is of erg nieuwsgierig is geworden raad ik aan onze website te bezoeken: www.politieorkest.nl U vindt daar alles wat de moeite van het weten waard is, compleet met foto's van diverse optredens. We laten graag van ons horen!

Henk van Beusekom

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 23. Het Nederlands Politie Museum.

Het Nederlands Politie Museum heeft haar ontstaan te danken aan enthousiaste politiemensen die zich de afgelopen twintig jaar hebben ingezet voor het behouden van het «historisch erfgoed" van de politie. Het museum is de voortzetting van het “Rijkspolitiemuseum" dat in de periode van de reorganisatie van de politie, begin jaren negentig haar huidige naam kreeg.

In de jaren tachtig had het museum een kleine tentoonstellingsruimte op het terrein van het huidige LSOP in Apeldoorn. De tentoonstelling was in die tijd alleen voor cursisten geopend en trok jaarlijks een paar duizend bezoekers. Gaandeweg werd er steeds meer materiaal in het museum ondergebracht. Naast veel materiaal van de voormalige Rijkspolitie, omvatten de depots van het museum onder meer de collectie van het voormalige Amsterdamse politiemuseum, een omvangrijke bibliotheek, zo' n zestig "voertuigen, verbindings- en ander technisch materiaal, een fotoarchief en een grote hoeveelheid dossiers en archiefmateriaal.
De collectie omvat in 2002 al 70.000 objecten en zo' n 125 meter archiefmateriaal. Omdat ook het aantal bezoekers inmiddels spectaculair gegroeid is (35.000 bezoekers per jaar), is het museum uit haar jasje gegroeid. De collectie is ondergebracht in drie afzonderlijke gebouwen en het museum zelf kan de groeiende bezoekersstroom nauwelijks meer verwerken.

We zijn dan ook naarstig op zoek naar een oplossing die de komende decennia soelaas kan bieden. In de toekomst hopen we een moderne accommodatie te kunnen bieden aan het aantal bezoekers dat - zo is de verwachting - nog steeds zal toenemen. Eind 2001 werd gestart met de uitvoering van een meerjarenplan om de collectie op orde te brengen. Over een aantal jaren zullen alle voorwerpen goed zijn gedocumenteerd en onder optimale omstandigheden worden bewaard.

We kunnen dan iedereen optimaal van dienst zijn die op zoek is naar informatie over de geschiedenis van de Nederlandse politie. Ook onze dienstverlening aan mensen die materiaal van ons willen lenen of huren zal in de toekomst steeds beter worden. Wie wil weten wat nu al de mogelijkheden zijn, kan kijken op onze website: www.politiemuseum.nl.

Ondertussen gaat ook het verzamelen gewoon door. Hoewel er nog vrijwel dagelijks voorwerpen worden aangeboden, is juist het laatste decennium van de vorige eeuw een beetje ondervertegenwoordigd. Met name onze voertuigenverzameling concentreert zich vooral op de jaren 70 en 80. Exemplaren uit de jaren 90 zijn zeldzaam. Dat is jammer. De politiegeschiedenis eindigt immers pas "gisteren".


Daarom doen we graag een oproep aan iedereen om goed om zich heen te kijken. Mocht het u opvallen dat er ergens voertuigen of andere voorwerpen worden afgestoten, aarzelt , u dan niet om even contact met ons op te nemen!

Het Nederlands Politie Museum bevindt zich op het terrein van het LSOP aan de Arnhemseweg 346 in Apeldoorn. We zijn dinsdag t/m vrijdag geopend van 11.00 tot 17.00 uur en in het weekend van 13.00 tot 17.00 uur. In juli en augustus zijn we ook op maandag open.
Ga voor de huidige situatie en meer informatie naar >  het Nederlands politiemuseum

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 24. Attentiefonds PV "RP-ALEX".
 
Een van de doelstellingen van de personeelsvereniging RP ALEX is het besteden van ruime aandacht en belangstelling voor het welzijn van haar leden. Het "Attentiefonds" is hiervan een onderdeel. Alle leden van de personeelsvereniging zijn ook automatisch lid van het Attentiefonds. ln de 8O-er jaren werd het Attentiefonds vorm gegeven door Wilma van Manen en Marten Maring. Het was in die tijd allemaal wat kleinschaliger dan nu het geval is.
Zij verzorgden o.a. attenties bij geboorten, huwelijken, jubilea, afscheid, overlijden en andere gebeurtenissen namens de personeelsvereniging in de vorm van een bloemetje, cadeaubon of een spaarpot met inscriptie. Wilma zorgde ervoor, dat de attenties via de lijnchef op de juiste plek terechtkwamen en Marten hield zich vooral met de financiën bezig.
De toenmalige penningmeester, de helaas te vroeg overleden Willem van Ballegooijen had daarvoor bedacht, dat Marten een tabellarisch kasboek moest bijhouden. Het kostte hem periodiek de nodige hoofdbrekens om de diverse kolommen sluitend te krijgen. Voor de pennen met inscriptie, die bij een afscheid werden uitgereikt, werd een andere constructie bedacht.

In het begin van het jaar werd gekeken wat er in kas was, werd bijgehouden wat er besteld werd en aan het eind van het jaar werd de balans opgemaakt. Het verschil was wat er was uitgegeven en dat klopte altijd. Jaarlijks hoogtepunt was de tijd rond de kerst. Dan werden de langdurig zieken persoonlijk door Wilma en Marten bezocht en mochten zij namens de PV een kerstpakket aanbieden. Ook dit pakket was door hen samen met Willem samengesteld en hiervoor toog men gezamenlijk naar de Makro waar ze door Willem op slinkse wijze naar binnen werden geloodst.
Hoewel het toen allemaal wel kleinschaliger was betekende het toch wel een aantal dagen hard aanpoten om alle bezoeken af te leggen.

Vele collega's woonden nl. over het gehele land verspreid en er werden derhalve dan ook vele, vele kilometers afgelegd. Echter, Wilma en Marten bewaren hele goede herinneringen aan hun 'Attentiefonds' tijd.

Er werden steeds meer collega's lid van de personeelsvereniging, waardoor de werkzaamheden voor het Attentiefonds steeds meer tijd in beslag namen. Mede doordat de vorming van steunpunten een aanvang nam besloot het bestuur van de PV tot het aanstellen van Z.g. Attentiefonds-beheerders/sters. Op elk steunpunt werden diegenen, die de ziekenlijsten bijhielden dan ook gevraagd het Attentiefonds te willen beheren. Deze beheerders/sters kregen uit eerste hand informatie over wie er langdurig ziek was. Een bezoekje namens de afdeling/unit vindt dan ook meestal gecombineerd plaats De coördinatie werd in handen gelegd van een bestuurslid van de PV. Hij onderhoudt de contacten tussen het bestuur en de beheerders/sters. Uiteraard houdt de penningmeester een financieel oogje in het zeil.

Tot op de dag van vandaag voorziet deze werkwijze in een grote behoefte. De ervaring leert, dat een attentie namens de PV door de betrokkenen zeer op prijs wordt gesteld. Het Attentiefonds is en blijft derhalve één van de belangrijkste pijlers van de personeelsvereniging.

Rob Snelleman / Marten Maring

Naar >  de index van dit artikel


 

 

 

 



HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
LANDELIJKE DIENSTEN



ALGEMENE VERKEERSDIENST
Bron: Herinneringsboek 40 jaar RP-Alex uitgegeven in 2002


Hoofdstuk 25. ICT: van minder naar meer en weer terug
 
Een. Terugblik over de laatste 15 jaar op een schaal van I tot 40, lijkt een korte overzichtelijke periode. Binnen automatisering lijkt deze periode echter veel langer. Wat hadden we 15 jaar geleden en wat hebben we nu? Wat is er veranderd en wat is nog gebleven? Herkennen we het nog ...? Een gesprek met een aantal medewerkers over dié periode. Over hoe minder soms meer kan zijn.
"In 1972 moet het allemaal begonnen zijn". Prosper Stellaard schetst aan de hand van de namen van de automatiseringsafdelingen een beeld van een korte geschiedenis. Destijds was er de AMA- Afdeling Mechanische Administratie. Het tijdperk van het verwerken van enorme stapels ponskaarten". Van afdeling werd het Sectie Elektronische Informatieverwerking, met een heuse typekamer.
"De automatisering nam toe en het personeelsbestand groeide: de data-entry deed haar intrede. dus promoveerde de sectie tot bureau (BEIV)." Inmiddels is het 1984. De Automatisering grijpt verder om zich heen. Nu wordt het de DAut: Dienst Automatisering. De 3 landelijke diensten (in alfabetische volgorde: Algemene Verkeersdienst, Dienst Luchtvaart en de Rijkspolitie te Water) breiden hun samenwerking verder uit en zo ontstaat de DIALD: Dienst Informatievoorziening en utomatisering Landelijke Diensten. In 1992 vindt de grote politiereorganisatie plaats. Daaruit komt de DIASP: Dienst Informatievoorziening en Automatisering Services Politie. Een ware duiventil: het LAP en andere onderdelen er in, later onderdelen er uit. De Ho (Informatie Technologie Organisatie) ging de I&A-Services voor de Nederlandse politie leveren. De DIASP deed hetzelfde, maar dan voor de KLPD onderdelen. Het was echter nog niet genoeg. Alle KLPD-onderdelen met I&A-taken werden in 1995 "gebundeld". "En zo komen we bij de jongste loot in deze organisatieontwikkeling, de CDI: Concerndienst Informatievoorziening."
Jan Blei kan zich nog goed herinneren dat hij de overstap waagde van een verkeersonderdeel naar de DAut in 1988. De overstap van de centrale IBM-computer (mainftame) was net achter de rug. Het Ministerie van Justitie had besloten dat de Nederlandse Politie diende te standaardiseren. En dus moesten er VAX-computers komen van Digital.
Ondanks de groei een overzichtelijk geheel: centraal de computers en kabels naar de werkplekken voor de aansluiting van de karaktergeoriënteerde beeldschermen (terminals). Op één plek de grote systemen, de programma's en de gegevens. "Indien alle gegevens gekopieerd moesten worden (back-up), waren we 's nachts tot in de kleine uurtjes nog bezig." In de jaren daarna zijn overal werkplekken ontstaan, hebben de PC's in het netwerk hun intrede gedaan en hebben we in 1997 het Korpsnetwerk naar alle KLPD-locaties aangelegd en is de Basis Infrastructuur (BIS) geïnstalleerd. Met de bijbehorende informatiedragers (tapes, diskettes en CD's) konden gebruikers zelf gegevens kopiëren en programma's installeren. Inmiddels heeft het netwerk zo'n 3000 aansluitingen, 3 computercentra en 40 servers die door het hele land staan. Een situatie die qua beheer niet meer te ondersteunen viel. "Daarom proberen we met minder meer te realiseren. Met het Project Migratie Inftastructuur (PROMIS) introduceren we een nieuw -maar wel bekend- concept.

Centraal computers en op de werkplekken beeldschermen. Of te wel Alpha's, Intel-servers en Window Based Terminals (WBT's). Het beheer kan nu weer centraal worden georganiseerd. De programma's zijn alleen gecontroleerd te ontsluiten en de gegevens kunnen alleen centraal worden opgeslagen. Een kostenreductie van 15 à 30% wordt verwacht. Daarnaast kan een hogere beschikbaarheid geboden worden. Systemen nemen elkaars taken, bij uitval over zonder dat de gebruiker daar iets van hoeft te merken. Ook is het geheel flexibel uitbreidbaar.

Waar een aantal jaren geleden per computer een hele kast (cabinet) geïnstalleerd moest worden, volstaat nu een insteekkaart met alles d'r op en d'r aan."

Ook het netwerk zal vernieuwd worden. De bandbreedte wordt vergroot en andere apparatuur zal de communicatie verzorgen.

"Hiermee is tot in de haarvaten van het netwerk beheer mogelijk", aldus Jan. "En dat vanuit één locatie. Ook de beveiliging zal aan de eisen van alle KLPD-onderdelen gaan voldoen. Lokaal kunnen géén gegevens meer opgeslagen worden en de datacommunicatie van de centrale computer tot aan het beeldscherm wordt volledig versleuteld (geëncrypt)."

Als Gerard Stoffer er goed voor gaat zitten ziet hij de machinerie (een IBM-444) nog voor zich. Eerst in de serres van gebouw A en later in gebouw D (1971) "Er werd toen gewerkt met ponskaarten die door ponstypistes bewerkt werden. Op deze kaarten konden sorteringen en tellingen losgelaten worden, door borden uit de computer te programmeren. Zo'n bord leek meer op een een telefooncentrale, waar d.m.v. snoertjes, verbindingen gelegd konden worden. De juiste aansluitingen zorgden voor de juiste computerinstructies. Een secuur werkje: van de 40 borden waren er 35 standaard geprogrammeerd en 5 konden voor ad hoc vragen ingesteld worden. Het was het werk van echte computerspecialisten, een vakgebied dat was weggelegd voor enkelen. Later verhuisde het computercentrum naar Hoofdstraat 82.


Daar werd in 1984 het IBM-Systeem 38 vervangen door Digital-computers." Gevraagd naar de verschillen tussen toen en nu geeft Gerard aan dat "programmeren nu veel geavanceerder is en dat de mogelijkheden uitgebreider zijn. Het grote verschil met nu is dat de gebruiker veel mondiger is geworden en de eisen en wensen zelf weet te specificeren en vast te leggen. Wie heeft nu geen computer? Een ander verschil is dat het gebruikerspecifieke er af is. De gebruiker moet zich nu aanpassen aan de software (bijvoorbeeld een standaard pakket als SAP). Maatwerk is nu veel minder. Lange ontwikkeltrajecten zijn nu bijna onmogelijk door snelle organisatiewijzigingen. Ook de techniek is gigantisch ontwikkeld. Toen hadden we schijven van 1 Mb. Dat waren hele kasten. Nu is alles veel kleiner geworden, met veel meer capaciteit."

F. Jan van 't Veer

Naar >  de index van dit artikel


 

Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....