ALGEMENE VERKEERSDIENST
BROCHURE AUTOBAANPOLITIE 1979
Hoofdstuk 4. De opbouw van de SAS.
2 november 1960. Op die datum namen wij, de toenmalige luitenant Vogel en schrijver dezes, toen opperwachtmeester, bij de Porsche-fabriek in Stuttgart de eerste Nederlandse politie-Porsche in ontvangst. Deze auto zou door de Rijkspolitie worden gebruikt om te experimenteren in een nieuwe vorm van surveilleren op de Nederlandse auto(snel)wegen.
1960, nu ruim 18 jaar geleden. Nederland bezat toen ongeveer 500 kilometer auto(snel)weg, hoofdzakelijk gelegen in het westen en het midden van het land.
Daarbij moet men zich voorstellen dat deze wegen in die tijd toch wel heel andere snelwegen waren dan die we nu kennen.
Zo waren bv. de meeste middenbermen nog open, soms hier en daar met struiken beplant, maar niet voorzien van vangrails. Die zouden pas jaren later worden geplaatst, nadat er vele middenberm ongevallen waren gebeurd, waarbij voertuigen plotseling via deze middenberm op de andere rijbaan terecht kwamen. Soms met vreselijke gevolgen. De vluchtstroken - voor zover aanwezig! - waren zeer smal en veelal slecht geplaveid en daardoor bijna niet berijdbaar. De rijbanen zelf bestonden uit erg smalle rijstroken en hadden op vele plaatsen een slecht wegdek. Er waren nagenoeg geen invoeg- en uitrijstroken, de wegbelijning ontbrak vrijwel overal. En er bestonden nog vele gelijkvloerse kruisingen.
Op deze fotoknipsels is te zien hoe de autosnelwegen er in de jaren 1960 - 1965 uitzagen.
Bij Rijkswaterstaat lagen echter zeer ambitieuze plannen klaar het autosnelwegennet binnen enkele jaren drastisch uit te breiden. Vele honderden kilometers weg zouden binnen enkele jaren moeten worden aangelegd om enigszins het hoofd te kunnen bieden aan de stormachtige ontwikkeling van het Nederlandse autopark. Nu, in 1979 - ruim 19 jaar later- kunnen we beoordelen of men daarin is geslaagd ....
Hoe het ook moge zijn, de eerste Rijkspolitie Porsche was een feit en daarmede werd een tijdperk ingeluid van vernieuwingen bij de Nederlandse verkeerspolitie op de autosnelwegen. De ontwikkeling daarvan zal in de loop der jaren nauwelijks het snel groeiende wegennet kunnen bijhouden. Achteraf zal n.m.m. moeten worden vastgesteld, dat de visie van de toenmalige verantwoordelijke politieautoriteiten op dit gebied - n.1. de instelling van een speciale autosnelwegpolitie - juist is geweest.
De opzet was de politie in een nieuwe verschijning op de weg te brengen, die met moderne surveillancemethoden en -middelen moest trachten de grip op het verkeer te verkrijgen en te behouden. En dan wel in het bijzonder op het verkeer op de grote doorgaande routes, de auto(snel)wegen!
In 1960 is toen een aanvang gemaakt met het experimenteren in deze nieuwe methoden. Deze bestonden o.m. uit de zogenaamde inhalende surveillance (in Nederland vrijwel onbekend, althans niet toegepast), als politieman zich voorstellen aan de weggebruiker met de bedoeling een "brug" te slaan tussen beide partijen om tot een goed gesprek te komen. Jonge, wat heeft dit toen een stof doen opwaaien! Bij de weggebruiker, die zijn oren aanvankelijk niet wilde geloven, maar vooral bij de collega’s van het eigen korps en van gemeentepolitie, want "dat deed je toch niet”!
Deze surveillancemethodiek en wijze van treden waren echter toch niet helemaal niet In de deelstaat Nordrhein-Westfalen van de Bondsrepubliek Duitsland was de zogenaamde de "LandesAutobahnZug" (LAZ) van de Duitse politie al sinds 1956 hiermede bezig. Daar werd op langgerekte delen van de Duitse autobanen reeds gesurveilleerd met overschrijding van de traditionele grenzen van de competente politiekorpsen om het toenemende onveilige verkeersgedrag (maar ook zich op deze wegen steeds meer uitbreidende misdaad!) te bestrijden. De zich snel verplaatsende politiepatrouilles, die steeds weer plotseling opdoken op de meest onverwachte plaatsen en tijdstippen, bleken daarbij machtige wapens te zijn.
Ook daar werd de snelle (nou ja, snel, voor toen wel want ze reden wel 165 km per uur ..) Porsches gebruikt, in de fabriek uitgevoerd met de specifieke politieuitrusting.
Terug naar 2 november 1960. Wij waren in Stuttgart de trotse" bezitters" geworden van een fonkelnieuwe politie-porsche. Deze werd ons door de fabriek geleverd voor de prijs f 17.609,52, inclusief de extra gemonteerde politie-uitvoering ter waarde van ruim f 4.000,-!!!
Daar stond dan een Porsche Cabriolet, uitgerust met een 1600 Super 75 motor, goed voor een snelheid van ongeveer 165 km per uur. Wij kregen een korte instructie in het berijden van deze sportauto en ondernamen welgemoed de terugreis naar Nederland.
Op de terugweg via de Duitse Autobahnen brachten we een bezoek aan het hoofdkwartier van de LandesAutobahnZug in de Tannenstrasse te Düsseldorf. Daar werden we op de meest hartelijke wijze ontvangen door onze Duitse collega’s, onder aanvoering van Hauptkommissar Viktor Mannweiler. Wij maakten daar uitgebreid kennis met de mannen die reeds enige jaren surveillance ervaring hadden op autowegen. Alle door hen opgedane ervaringen en gegevens betreffende hun dienst werden ons spontaan ter beschikking gesteld.
Ikzelf maakte enige malen een uitvoerige surveillance mee op de Duitse Autobahnen en het verwonderde enige Nederlandse vrachtautobestuurders dat die "Duitse" politieman zo goed Nederlands sprak. Ik heb hen maar in de waan gelaten.
Ik heb tijdens die ritten met de Duitse collega’s voor mij toen volledig nieuwe aspecten van surveilleren en wijze van dienstuitvoering opgepikt. Ik heb deze uitvoerig genoteerd in mijn notitieboekje en mee naar Holland genomen. Daar waren een groot aantal zaken bij, die ook nu nog bij de Algemene Verkeersdienst worden toegepast. Ik noem bv. de methode van inhalend surveilleren, de wijze van optreden tegen en benadering van het publiek, het gebruik van het visitekaartje, de specifiek aangepaste kleding enz.
Er zijn toen bijzonder goede persoonlijke banden tot stand gekomen met deze Duitse politiemannen. Niet alleen in het dienstvlak, maar ook in de persoonlijke sfeer.
Alhoewel de LandesAutobahnZug enige jaren - om min of meer politieke redenen – werd opgeheven en de medewerkers daarvan over de verschillende politieonderdelen werden verspreid bestaan bij hen nog steeds onderlinge hechte banden.
Verschillende A.V.D.-medewerkers van het eerste uur onderhouden ook nu - na 15, 16 jaar! - nog regelmatig vriendschappelijke contacten met Duitse collega’s.
Dat dit wederzijds op hoge prijs wordt gesteld moge blijken uit het feit, dat zelfs in het jaar 1979 nog een reünie zal worden gehouden. In Nederland!!
Eind 1960, Voor het eerst met de Porsche op de weg. Lt. Vogel en owm v.d. Heide.
Teruggekeerd in Nederland - begin november 1960 -brak voor ons een periode van experimenteren aan.
Gezocht moest worden naar voor Nederlandse begrippen en omstandigheden aanvaardbare vormen van politieoptreden op de auto(snel)wegen, zo mogelijk met gebruikmaking van de reeds genoemde ervaringen in Duitsland.
De methodiek van inhalende surveillance - met alle aspecten daarvan - de wijze van optreden tegen en benadering van de weggebruiker, waarbij het accent zeer nadrukkelijk lag op het opvoedend karakter daarvan ("het proces-verbaal is geen doel maar een middel dat kan dienen tot grotere verkeersveiligheid"), de kleding, de taakstelling, de dienstroosters, dat waren onder meer zaken die in de praktijk moesten worden toegepast en op hun bruikbaarheid getest.
Bewust was gekozen voor "opvallende" surveillance. In die tijd (de jaren 1950-1960) vielen de meeste politieauto's niet of nauwelijks op.
De combinatie van de geheel witte politieauto met open dak (compromis tussen motor en auto), met daarin opvallend in het wit gestoken politiemannen zou moeten bewerkstelligen dat daarvan een sterke preventieve werking uitging.
Het grillige surveillancepatroon (afrit af, toerit weer op, een keer terugrijden naar de voorgaande afrit, opnieuw inhalen enz.) zou er toe moeten meewerken, dat de indruk werd gewekt van de aanwezigheid van vele politievoertuigen op hetzelfde wegvlak.
Dat zou de snode weggebruiker er wel toe brengen zich netjes te gedragen ...
Het geloof bestaat dat deze vorm van opvallende aanwezigheid - ook al zijn de kleuren veranderd - nu ook nog steeds in positieve zin werkt.
Er werd ook uitvoerig geëxperimenteerd met nieuwe kleding. De witte - tot nu toe bij de Nederlandse politie niet bekende - tuniek werd ingevoerd, Terlenka (" want de stof moet tegen vele malen wassen kunnen"), de lange witte jas met bontkraag, de helm met stofbril, de witte handschoenen ("de showbinken"), het weggemoffelde pistool (" Waar moet je dat ding laten? Nou, in een holster aan een leren riem onder de tuniek. Tijdens het zitten valt het pistool dan in de rechterliesstreek zonder dat de drager daarvan veel hinder ondervindt ... "). Ik heb daarbij vele malen als dressman moeten optreden, niet altijd even elegant. ..
In de eerste maanden dat ik met deze nieuwe surveillanceauto ("moet dat nou, zo'n dure sportauto voor de politie?") op de weg verscheen wekte dit alom opzien.
Dit ontging uiteraard de Nederlandse pers niet. Er ontstond een golf van publiciteit, welke zich ook nog voortzette gedurende de eerste jaren van het bestaan van de S.A.S.
Er verschenen kreten in de pers zoals "Porsche verandert verkeerspolitie", "Nieuwe auto, nieuwe tactiek". "Nieuwe politiewagen suist als opvoeder over de weg", "De witte Porsches, DE oplossing", "Van boeman tot opvoeder".
Deze positieve benadering van de pers getuigde er van dat de nieuwe verschijning op de Nederlandse auto(snel)wegen goed aansloeg bij de weggebruiker.
Waarschijnlijk mede als gevolg van het feit dat een volkomen andere en voor de pers geheel openbaar gemaakte - vorm van verkeerstoezicht gekoppeld werd aan de "sportieve verkeerspolitie".
Het zich met zijn naam voorstellen door de politieman was een novum en werd zeer gewaardeerd.
In nauwe samenwerking met de Rijks Psychologische Dienst werd een procedure ontwikkeld waarin het "opvoedend" gesprek met de weggebruiker in de juiste vorm werd gegoten, teneinde het grootst mogelijke effect te sorteren.
Bewust zou de weg worden ingeslagen, waarbij de politieman niet alleen zou optreden om een proces-verbaal op te maken, maar ook om bij geringe overtredingen en onjuist weggedrag goed bedoelde waarschuwingen te geven of een opvoedend gesprek te voeren zonder (“schoolmeesterig te worden").
Al spoedig bleek dat het nodig was een tweede man aan te trekken, teneinde de surveillanceaspecten beter te kunnen beoordelen.
Op 20 januari 1961 verzond de toenmalige Algemeen Inspecteur van het Korps Rijkspolitie (J. Gerritsen) een brief aan de Territoriaal Inspecteurs (die bestonden toen nog) waarin hij o.m. aankondigde dat "de Minister van Justitie in beginsel zijn goedkeuring had gehecht aan de oprichting van de speciale surveillancegroep" .
Hij vroeg tevens welke leden van de verkeersgroepen genegen waren een functie bij dit onderdeel te aanvaarden.
De kandidaat moest gehuwd zijn, tenminste 25 jaar oud en bereid zijn zich aan een special psychologische test te onderwerpen ..
Uit de sollicitanten werd gekozen de toenmalige wachtmeester 1e kl. J. van Beusekom van de verkeersgroep 's-Gravenhage. In april 1961 kwam hij. Een goede greep.
In de aanlooptijd naar de totstandkoming va de S.A.S. heeft hij een wezenlijk aandeel gehad in de opbouw daarvan. In een later stadium werd hij daarom ook belast met de opleiding van de mannen die de eerste leden van deze nieuwe groep werden. Hij heeft hen het technisch rijden met de Porsche bijgebracht,alsmede de surveillancemethodiek en de wijze van optreden.
De gunstige resultaten van de talloze experimenten met deze nieuwe vorm van verkeerstoezicht op de autosnelwegen gaf de Minister van Justitie aanleiding te besluiten tot de oprichting - per 1 januari 1962 - van de "sectie voor Bijzondere Verkeerstaken" , waaronder ook de Groep Surveillance Autosnelwegen (S.A.S.) ressorteerde.
Uit de 107 sollicitanten werden uiteindelijk 24 man gekozen, afkomstig uit nagenoeg al verkeersgroepen. Ik werd belast met de "dagelijkse leiding" van de S.A.S. In een vlot tempo moesten deze mannen worden geschoold en gekleed. Het bleek een dankbare taak te zijn hen voor te bereiden op hun nieuwe opdracht. Zij konden sterk worden gemotiveerd en tot een hechte eenheid worden aaneengesmeed. Vol enthousiasme vingen zij hun taak aan in dit nieuwe onderdeel.
Inmiddels waren de nieuwe Porsches (11 stuks) door eigen mensen bij de fabriek in Stuttgart afgehaald. Dit bood hen de mogelijkheid om zelf eens te zien hoe deze auto's in de fabriek werden gebouwd. Het vakmanschap, waarmede de motoren werden gefabriceerd en de zorgvuldigheid voor vormgeving en uitvoering van het voertuig zelve maakte grote indruk op de mannen, die daarvan de toekomstige bestuurders zouden worden. Ontegenzeggelijk heeft dit er toe bijgedragen dat zij als bestuurder met de grootst mogelijke toewijding het hun toevertrouwde voertuig behandelden.
Aan de hand van de tijdens de instructies opgedane ervaringen en rekening houdende met de karakters, leeftijdsopbouw en rangen werden vaste koppels gevormd, die regelmatig met elkaar dienst zouden moeten doen. Aan deze koppelvorming" werd grote waarde toegekend. Het werd voor een goede dienstuitvoering noodzakelijk geacht dat de bemanning van een surveillancevoertuig goed op elkaar was ingespeeld. Men moest optimaal kunnen samenwerken om elkaar in alle omstandigheden te kunnen steunen.
Elk koppel kreeg een "eigen" Porsche toegewezen en was belast met de zorg voor voertuig en inventaris. De bemanning diende dit van henzelf te beschouwen.
Het accent van de taak kwam te liggen op het rijdende toezicht. Het oogmerk was het toepassen van een eenvormige surveillancetechniek teneinde een gedisciplineerd weggedrag te bevorderen. "Verkeersveiligheid" diende als een product aan de weggebruiker verkocht te worden.
Bij de aanvang van het bestaan van de S.A.S. werden de volgende wegvakken voorlopig als werkterrein aangewezen (de wegnummering was nog volgens het toen bestaande Rijkswegenplan 1958):
- rijksweg 2: Amsterdam – Oudenrijn
- rijksweg 26: Ouderijn - Vianen (thans ook rijksweg 2) weg 4:
- rijksweg 4: Wassenaar - Amsterdam (thans rijkswegen 44/4)
- rijksweg 4a: Ypenburg-Burgerveen (thans rijksweg 4)
- rijksweg 12: ’s-Gravenhage (voorburg) – Ned.Duitse grens
Totaal ongeveer 250 km. Nu - in 1979 - heeft de A.V.D. een werkterrein van ongeveer 1300 km..
In de aanlooptijd tot de oprichting van de Sectie:Bijzondere Verkeerstaken (S.B.V., voorloper van de A.V.D.) huisden we gedurende 7 1/2 maand (van 15 mei tot eind december 1961) in een statig oud herenhuis aan het Sweelinckpein no.45 in Den Haag. Ook daar hadden we al een Indische toko vlak in de buurt. In dit pand had de telefoon meterslange snoeren, zodat we het toestel konden meenemen van de ene naar de andere kamer ....
Sweelinckplein 45 Den Haag.
Op 2 januari 1962 werd de Oude Alexanderkazerne Den Haag aan de Burgemeester Patijnlaan in Den Haag betrokken. Daar hebben we gewoond tot eind 1967, toen de hele handel naar Driebergen verhuisde.
De oudere S.A.S.-leden zullen zich de "ouwe Alex” nog goed herinneren. In het begin is heel wat afgetobd om deze (thans niet meer bestaande) kazerne in het hartje van de stad enigszins leefbaar te maken.
De Marine was er uitgetrokken en had de zaak tamelijk uitgewoond achtergelaten. Met veel enthousiasme, waarbij letterlijk een ieder zich inzette, werd een grote opknapactie gehouden. Met wit- en verfkwasten, oude kleding en veel lol, in een driftig tempo werkend, ontstond toch nog een alleszins aanvaardbare huisvesting.
Velen zullen zich nog het eindeloos gesjouw met de kolen herinneren. Die lagen boven op zolder en moesten via trappen en een lange gang worden aangevoerd om de kachels brandende te houden.
Er is heel wat afgepraat in de "ouwe Alex" . Elke week dienstbespreking op dinsdag, met elke ploeg eenmaal in de vier weken. Het moest wel om er een eenheid in te krijgen. Ook ten aanzien van de stijl en vorm van de processen-verbaal moest heel wat bijgeschaafd worden om een zekere uniformiteit te verkrijgen.
Het hele gedoe met dit nieuwe verkeersonderdeel van het Korps Rijkspolitie werd met argusogen bekeken. In de districten, in het bijzonder door de verkeersgroepen, werd alles nauwlettend gevolgd. Volkomen begrijpelijk, omdat er toch wel een aantasting kon worden gezien van de toen bestaande status van de verkeersgroepen binnen de districten, speciaal ten aanzien van hun taak op de auto(snel}wegen. Men zag zich een deel van die taak ontnomen en dat was natuurlijk niet zo plezierig.
Echter, voor een doeltreffend verkeerstoezicht op het aaneengesloten auto(snel)wegennet was het dringend noodzakelijk een dienst op poten te zetten, die de toen bestaande en in de toekomst te verwachten problematiek "aan" kon.
Met veel takt diende een dienst te worden opgebouwd, die een juiste plaats moest vinden in de bestaande politieorganisatie. Er moest een goede vorm van samenwerking worden opgebouwd met de plaatselijke Rijks- en gemeentepolitie. Dit was in het bijzonder van belang voor het werken "in het veld", dus op de weg.
Het is aan anderen om te beoordelen of we daar in zijn geslaagd ...
Hetzelfde gold ook voor het aanknopen en opzetten van een samenwerkingsverband met Rijkswaterstaat. Ik meen te mogen stellen dat we daar in de loop der jaren goed in zijn geslaagd.
Terug naar 1962
Op 20 april van dat jaar stond de S.A.S. klaar om haar taak te beginnen. Goed toegerust, goed getraind en met vele goede voornemens in het hart stonden de mannen te popelen om eindelijk met haar dagelijkse taak te kunnen beginnen .
De club was tevoren gepresenteerd aan de pers en de televisie. Door de enorme publiciteit, welke aan dit eerste optreden was gegeven wist autorijdend Nederland wat te verwachten was van deze "nieuwe" verkeerspolitie op de autosnelwegen.
Het startschot is dus gelost op 20 april 1962. Sindsdien heeft de S.A.S. geen dag verstek laten gaan en heeft zij haar taak met veel inzet en enthousiasme verricht. Het is naar mijn overtuiging in het bijzonder aan de mannen van het eerste uur te danken dat de S.A.S. in Nederland een zo'n goede imago heeft opgebouwd. Het correcte en hulpvaardige optreden, alsmede het vakmanschap bij de taakuitoefening hebben bij de weggebruiker respect en vertrouwen verworven.
Het is de wens van schrijver dezes dat dit zo moge blijven. Dan zijn de moeite, de niet aflatende ijver om dit te bereiken, alsmede het geloof een goede zaak te dienen en te hebben gediend niet vergeefs gebleken.
Door de Heer J. van der Heide
Officier der Rijkspolitie 1 e klasse
Naar > index brochure autobaanpolitie 1979
-
Categorie: AVD M7.1 Autobaanpolitie
-
Laatst bijgewerkt op 10 december 2023
-
18569 keer bekeken
- Lorem ipsum dolor sit amet.
Zoeken op deze site
Nieuwste artikelen
- Pagina Landgroep LUYKSGESTEL
- Pagina Landgroep BERGEIJK
- Pagina Landgroep BUNSCHOTEN
- Reünie Klas C 1975 Opleidingsschool Horn
- RP Parketgroepen in ontwerp
- RP en de Kustwacht in ontwerp
- Pagina Landgroep ROSMALEN
- Pagina Landgroep SLEEUWIJK / WOUDRICHEM
- Pagina Districtsstaf ALMELO
- Pagina landgroep BEDUM
- Opvang- Stagegroep SCHEEMDA
- F.G. Veltink. 25 jaar ambtenaar bij het Korps Rijkspolitie.
- VWS Brochure 1969 Rijkspolitie
- Pagina landgroep VOORST
- Laatste Site-info d.d. 30-12-2023
- AVD Archief R. Hiddinga
- AVD Gehuwd en twee kinderen
- AVD 25 jaar. Wie is die vogel
- Menu De oprichting en opbouw van de R.P.
- M.E. Archief De gijzelaar v. Nijmeijer De Punt 1977