Skip to main content

Pagina 6 van 7: Hoofdstuk 5.



RP Logo ster 82 (VV)RP Logo ster 82 (VV)HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
ARCHIEVEN ALGEMEEN
Uit het archief (geheugen) van GERT VAN PELT


Hoofdstuk 5. GROEP WADDINXVEEN (1969 – 1974)
  GRP Wadinxveen Bureau Pelt bw(7V)
  Groepsbureau Waddinxveen aan de Kerkweg.

Groepsbureau Waddinxveen.

In die tijd stond het groepsbureau rechts naast hotel De Unie aan de Kerkweg vlak bij de hefbrug over de Gouwe. De oprit naar de achterplaats was rechts naast het gebouw en een gaashek begrensde de oprit van een schoolplein. Die oprit was wat smal uitgevallen en het was opletten geblazen, zeker wanneer haast geboden was. Het cellenblok was een apart gebouwtje, dat los van het bureau een beetje achteraan op de achterplaats stond. Dat hele pand was al tamelijk oud toen ik er kwam en dat resulteerde later in de order, dat met een aantal collega’s dansen of springen verboden was: we konden zomaar door de vloer zakken.

Groepscommandant Koelma

Een aparte man en naar mijn idee z’n tijd ver vooruit in leiding geven (delegeren); in organiseren en motiveren. Ik hoor nog zijn schallende lach door het bureau daveren. Hij was kind aan huis bij de burgemeester en voorzitter van diens personeelsvereniging. Wij hoorden in die tijd gewoon bij het personeel van het gemeentehuis. Genieten deed hij als er weer eens een personeelsuitje was, natuurlijk door hem georganiseerd.
Die samenwerking met de gemeente had ook andere voordelen: wij typten onze processen-verbaal op schrijfmachines, vanzelf. Met meerdere afschriften en carbon-papier kreeg zo’n typemachine het echt voor z’n kiezen. Wij ook, want een -0- of een komma of een – punt – mocht niet dwars door het 1e vel papier heen worden geslagen. Maar ook je derde of zelfs vierde afschrift diende leesbaar te zijn. Dit soort frustratie was erg snel ten einde toen we in het gemeentehuis gebruik mochten maken van de kopieermachine. Totdat het ‘verbruik’ wel erg in de gaten begon te lopen toen er ook P.V.’s misdrijf werden vermenigvuldigd.

Kosthuis aan de Brugweg bij mevr. Littooij

Weer een kosthuis, deze keer op de Brugweg aan de oostelijke kant van de Gouwe, de hefbrug over. Dat adres kostte me enkele nachten rust; eerst vanwege de hoorns van de schepen in de Gouwe, later vanwege het gekwaak van de kikkers in de sloot. Uiteindelijk wen je eraan. Door het sluiten van de hefbrug was je soms te vroeg op bureau, maar soms ook te laat.
Mevr. Littooij was een schat van een vrouw, die al op leeftijd toch haar uiterste best deed het mij naar de zin te maken. Toen ik kwam kennismaken, meldde ze nadrukkelijk: “Ik ben gewend te bidden voor het eten.” Dat was en ben ik ook gewend en het ijs was snel gebroken. Na een tijd kwam collega Ruud Sloof ook. Ze had het maar wat druk met ons.

Kledinginspectie

Dat was me een fenomeen, kledinginspectie. Belangrijk, omdat daarvan de vaststelling van je kledingtoelage afhing. Basis uitrustingsstukken diende je model ter inspectie aan te bieden, thuis. Een toestand was het. Groepscommandant en Vervanger over de vloer om je uniformkleding te bekijken. Alles op een bed uitgespreid. Nu was er altijd wel iets, dat wat moeilijker de inspectie zou doorstaan. Geen probleem, dus. Je leende zoiets van een collega met ongeveer hetzelfde postuur. Na afloop van de inspectie moest je dan ‘als-een-haas’ de spullen bij je collega terugbezorgen om zijn inspectie niet in het water te laten vallen. Volgens mij wist ‘de ouwe’ best wat er aan de hand was. Hij keek niet alleen tijdens deze inspecties ‘hoe je erbij liep’, immers.

Dienstsport op Te Werve in Rijswijk

De Koninklijke Shell had -en heeft wellicht- een landgoed middenin Rijswijk, dat de naam ‘Te Werve’ droeg. Dat was onze locatie voor dienstsport. Dus ongeveer één keer per twee weken op de ULM naar Rijswijk. Ik schreef al eerder over zo’n vervoermiddel. Niet vooruit te branden en het was absoluut onverantwoord ermee op de A-12 te verschijnen (max 45 km/u in plaats van de te verwachten 80 km/u)! Dus het fietspad genomen en op die manier naar de sport met de ‘Winchester’ karabijn op je rug vanwege de exercitie, die er ook bij hoorde. Eerst o.l.v. adjudant Oudeman, die er een bijzonder behagen in schepte ons, jonge kerels, met van alles en nog wat af te troeven. Later was Wim van Zijl onze sportinstructeur. Ik kreeg weleens de indruk, dat ‘zijn’ voetbalteam niet moest verliezen! Gebeurde dat wel, nou maakte dan je borst maar nat. Je kon op Te Werve bijna de vijver ronden over een onverhard pad. Niet helemaal en zo’n draafpartij was mijn hobby niet. Een stuk van de vijver diende als zwembad. Dat was meer mijn stiel. De lunch mochten we in het restaurant van Te Werve gebruiken. Dat vergoedde veel!

Stropers jagen in de polder

Tijdens een feestje van één der collega’s hadden Harry Oenema en ik dienst (assistentie surveillance, heette dat). Net aangekomen om wat fris mee te drinken, kwam er een telefoontje van de meldkamer. Er waren lichtbakken gezien in de polder tussen Waddinxveen en Moerkapelle. Zoiets was te gek en Harry en ik erop af. Althans we meenden er goed aan te doen om op de dijk langs de Onderweg eerst eens de polder te observeren en te kijken wáár zoiets dan plaatsvond. Die polder is erg groot. Wij dus voorzichtig ons hoofd boven de kruin van de dijk gehouden om onze waarneming te doen. We bleken gezelschap te hebben gekregen van een koppel pinken, die echt rondom ons kwamen staan. Alsof stropers zoiets niet zou opvallen met het licht van straatlantaarns achter ons!
Ongeveer halverwege het Noordeinde, richting Boskoop, loopt er een betonnen pad een heel eind dezelfde polder in. De monding van dat pad afsluiten was onze tweede optie die avond. Wij er heen. Aardedonker daar. Allebei aan een kant van het pad, luisterend en afwachtend. Ja, er was wat aan de hand op dat pad. Dus stil afwachten met de hand aan de zaklantaarn. Op het moment dat er duidelijk dichtbij voetstappen klonken, sprongen we tevoorschijn met een: ”Halt, politie”. Iemands adem bleef een hele tijd steken en in het licht van onze zaklantaarns zagen wij de jachtopziener staan.


Opgevoerde bromfietsen een specialiteit

Het was de tijd van de Puchs, de Kreidlers en de Zündapps. Een helm was in die tijd nog niet verplicht. Vijftig cc mocht de motorinhoud zijn. Nou dat kwàm wel eens voor. Verder was er per type bromfiets een carburateurtype vastgesteld en waren er eisen gesteld aan de tandwielen. Omdat 40 km/u niet tot de verbeelding sprak (denk ik), deed de jeugd daar wat aan. Ik dus ook, totdat de Yamaha kwam met een roterende inlaatschijf. Populair gezegd betekende de ‘hap’ uit de schijf vergroten, dat de bromfiets harder reed. Ik heb wat gesleuteld aan bromfietsen, onderdelen in beslag genomen en processen-verbaal gemaakt. Sommige in beslag genomen exemplaren haalden de 90 km/u zelfs. Levensgevaarlijk, als je het frame en het remvermogen in ogenschouw nam, gekoppeld aan het verplichte gebruik van het fietspad.

Een Fiat 238 GSA met toerenbegrenzer

Doorgaans hadden we bij de Rijkspolitie één type groeps-surveillance-auto (GSA), de VW bus. Onze groep was aangewezen om eens een Fiat 238 aan de tand te voelen. Net als destijds de Ford Taunus bevond het motorblok in deze Fiat bestelauto zich tussen de stoel van de chauffeur en de bijrijder. (Achteruitrijden ging met deze auto wel zoals het behoorde) Al snel bleek, dat de motor ‘begrensd’ was: de motor kon een maximaal toerental halen. Te veel toeren om helemaal niet te kunnen accelereren; te weinig voor even ‘flink’ opschieten. Een ramp, die het rijden met de bestelbus tot een bezoeking maakte. Flink optrekken? Vergeet het maar. Een beetje doortrekken in een versnelling? Ging niet. De auto kon geen goed doen, totdat ik voor het één of ander bij de FIAT-dealer moest zijn, in plaats van bij de Politie Technische Dienst (P.T.D.) in Delft. De man op het probleem gewezen, was hoogst verbaasd. Een ‘toerenmotor’ begrenzen is vragen om brokken, meende hij verongelijkt. Dat meenden wij ook al, maar de mensen van de P.T.D. in Delft waren onvermurwbaar. Dealer en hoofd wagenpark P.T.D. telefonisch met elkaar in contact gebracht, dus. Nou, dat gesprek duurde tamelijk lang. Onze dealer won echter glansrijk en hij mocht de begrenzer demonteren. Of we daarna nog lang met de Fiat 238 hebben gedaan? Ik zou het echt niet meer weten.

K.S.O-schieten

De bewapening van de Reserve Politie bestond o.a. uit een Webley revolver. Nu kon er in de loop van die revolver een insteekloop worden geplaatst. Samen met aparte ‘hulzen’ voor de kleine patronen kon je K.S.O.-munitie verschieten. Een leuke bezigheid voor een personeelsavondje of op een rustige dienst op de zondagochtend. Er werd een klein rond balletje van zo’n 4 mm middellijn verschoten op een schietschijf in de wacht. Wel even zorgen, dat er niet iemand onverwacht kon binnenkomen, vanzelf. Hoe een collega het voor elkaar kreeg, weet ik heden ten dage nog niet, maar hij slaagde erin om de gaatjes in het plafond te schieten. In de muur onder de schijf, na ja, maar in het plafond?

Vuurwerk

Wanneer het zo tegen Oud en Nieuw liep, hadden jongelui in het dorp de gewoonte om rotjes en ander ‘klein’ vuurwerk vast uit te proberen. Dat resulteerde natuurlijk in ettelijke inbeslagnames en vaak een voorraadje van dat spul op bureau. Onze K.S.O.-collega was echt pages van vuurwerk, wist iedereen. Het toilet van ons bureau bevond zich bij binnenkomst door de achterdeur juist links en was voorzien van een uitzetraampje dat altijd openstond. De collega bevond zich al enige tijd in dat kleinste kamertje, toen iemand een idee kreeg. De lont van enkele rotjes tegelijk aangestoken en die dingen door dat uitzetraampje naar binnen laten vallen. Het resultaat laat zich raden met de broek op de hielen en al.

Staat van politiealarm op 24 november 1971.

Bij een ernstig delict kondigde de meldkamer regelmatig ‘de staat van politiealarm’ af. Dat betekende in ons geval met de GSA postvatten op de Rijksweg-12, juist oostelijk van de brug over de Gouwe. Een beetje ‘strategisch’ natuurlijk, zodat je de Rijksweg kon oprijden, maar ook de afrit Gouda kon nemen. Volgens mij was het aan het einde van een nachtdienst, dat in Rotterdam een collega werd gegijzeld na een inbraak op heterdaad! Hij werd, bedreigd met eigen vuurwapen, gedwongen een Simca 1000 personenauto te besturen, kleur zo en met een bepaald kenteken. De auto kon onze kant uitkomen. Mijn collega was juist in het benzinestation verdwenen voor een sanitaire stop, toen de genoemde auto langs me de afrit opreed. Met zwaailicht en sirene aan ik achter die auto aan, vanzelf. De microfoon van de mobilofoon gepakt en de meldkamer opgeroepen. Geen respons! De auto draaide de oprit weer op en reed weer richting Rotterdam over de Rijksweg 13 (toen nog).

Ter hoogte van de afrit Moordrecht gekomen, zag ik dat de man op de achterbank in de auto vóór mij het raam van het linker achterportier naar beneden draaide. Er kwam een hand met iets zwarts naar buiten gestoken en eerst zag ik een wolkje rook en direct daarna hoorde ik een knal. Met een schok drong het tot me door, dat die man met een vuurwapen op me vuurde. Ik hoorde eigenlijk niets inslaan, dus dat was mis geweest.


 

Inmiddels hoorde ik geen enkele wisseling van berichten op de mobilofoon meer. Dat kon maar één ding betekenen: ik stond er alleen voor met een kapotte mobilofoon.
Die kerel laten lopen streed met elk rechtvaardigheidsgevoel en ik trok onder het chaufferen mijn pistool uit de holster, laadde door en draaide mijn linker portierraam open met een linkshandig waarschuwingsschot in gedachten. Zogezegd, zo gedaan en achterruit en voorruit van de auto vóór mij toonden aan dat mijn schot niet over de auto heen was gegaan maar de auto had geraakt en niet de inzittenden.

GRP Waddinxveen M5 Dankbrief voor Gert van Pelt2 bw(7V) 
 Inhoud dankbrief van de burgemeester van Waddinxveen.

Dat betekende overigens niet, dat de gijzelnemer op de achterbank in de andere auto opgaf en schoten uitwisselend kwamen we uiteindelijk op de Goudse singel in Rotterdam terecht. De voorruit van de andere auto was inmiddels ondoorzichtig geworden en de auto kwam tot stilstand. De collega in uniform stapte uit. Een andere man ook, vrijwel tegen zijn rug aan en met het vuurwapen op hem gericht. Ik heb niets meer ondernomen, dan bij een café in de buurt de politie Rotterdam te bellen en verslag te doen. Later die dag was er op een politiebureau te Rotterdam een persconferentie. Ergens in Brabant gekomen wist de betrokken collega van de gijzelnemer weg te komen, hoorde ik later. Dat was nog eens nieuws en later die dag volgde een persconferentie waar ik ook bij aanwezig was.

Kennismaking met de RP te Water

De RP-42 had een ligplaats ergens in de haven van Gouda, dus kwamen ze vaak door de Gouwe varen richting Alphen aan den Rijn of terug. Benieuwd hoe het dienstdoen op een dergelijk schip zou zijn, ben ik op een dag in Gouda aan boord gestapt met de vraag aan opper Nieuwenhuis of ik eens mee mocht. Geen probleem, mits in uniform gekleed! Op een vrije dag in vol ornaat naar Gouda gefietst, denk ik, en aan boord gestapt.
Wat me opviel toen ik aan boord stapte, was het onmiskenbare geluid van de DAF-diesel in het achteronder. Sturen met een Schottel: het stuurrad zoveel slagen naar rechts of naar links betekende achteruit varen. Uiteindelijk belandden we op de Kaag. Nou viel me een rug van heel donkere wolken aan de horizon wel op, maar dat het storm betekende besefte ik niet meteen. Ik kwam er rap achter, dat er op de Kaag een behoorlijke golfslag kan ontstaan. We moesten, vond men, aan lagerwal gaan kijken of er geen zeilbootjes in nood waren. Wat ging ons schip te keer! Aan lagerwal zeker, want toen kwamen we dwars op de golven te liggen. Ik weet nog dat ik aan m’n meegenomen boterhammen begon en ze zijn binnengebleven ook.

Cursus autotechniek

Misschien door mijn interesse voor opgevoerde bromfietsen, leek het de groepscommandant goed dat ik een cursus autotechniek ging volgen. Daarvoor moest ik een paar weken naar De Varekamp in Bilthoven, waar we in klassenverband les kregen van o.a. Frans de Moor. Caster, camber en wielvlucht, het kwam allemaal voorbij en we vonden het machtig interessant. Frans deed z’n voornaam eer aan: hij was idolaat van Franse auto’s en al helemaal van de Citroën DS met het bijzondere hydrolastic veersysteem. Dat werd omstandig uitgelegd en ook gedemonstreerd. Er was daar zo’n auto zonder carrosserie: alleen motor; voorstoelen en dashboard stonden nog op hun plek. De hele klas moest op de bodemplaat van de auto gaan staan en hij startte de motor. En ja, na verloop van tijd kwam de bodemplaat omhoog met ons allen erop.

Samenwerking met groepen in de buurt.

Ja, dat noemde de districtsleiding ‘schaalvergroting’ geloof ik. Samen met de groepen uit de omgeving, Boskoop, Bodegraven en Nieuwerkerk aan den IJssel gecombineerde surveillances doen. Later kwam er zelfs ook Nieuwkoop bij. Ik vond dat maar niks. In je eigen gebied kende je je pappenheimers, maar dat was kennelijk niet meer zo relevant. Tijdens zo’n surveillance vanuit Nieuwkoop belandde ik een keer ongewild vrijwel in de bebouwde kom van Breukelen! Oei, foutje. Rap omgekeerd en de weg teruggevonden dankzij de ANWB-borden. Of dit nou de doorslag had gegeven, ik weet het niet. Feit is wel, dat ik ging omzien naar wat anders. Dat zou de verkeersgroep moeten worden of de technische recherche, vond ik. Toen er vacatures bij de T.R. bleken te zijn, had ik snel besloten te solliciteren. Mijn groepscommandant van toen vond dat helemaal niks.


Naar > de index van dit artikel

Hoofdstuk 6.
Pagina
Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....