Skip to main content

Pagina 3 van 7: Hoofdstuk 2.



RP Logo ster 82 (VV)RP Logo ster 82 (VV)HISTORIE KORPS RIJKSPOLITIE
ARCHIEVEN ALGEMEEN
Uit het archief (geheugen) van GERT VAN PELT


Hoofdstuk 2. Opleidingsschool Arnhem.

Opkomst in oktober 1965

Tja, kersvers van de middelbare school naar Arnhem met de trein. Het treinkaartje diende bewaard en kon later worden ingeleverd en verzilverd. Op het perron in Arnhem trof ik een hele troep gasten aan, zoals ik, die in een donkerblauwe Bedford vrachtauto met huif en banken in de lengte van de laadbak werden gecommandeerd. We werden Arnhem uit naar de Velperweg gebracht; de opleidingsschool van het Korps Rijkspolitie. We hadden al gauw door, dat de Bedford in de bochten nogal overhelde. Enkele van de brutaalste maakten er vervolgens een spelletje van om in een bocht de kant van overhellen op te zoeken. Een brul vanuit de cabine dat ie zowat kapseisde maakte aan deze lol een eind. We werden uitgeladen bij een vrijstaande villa voorzien van een vlaggenmast en vlag in een tamelijk groot park met twee vijvers erachter.

Onderkomen

Eigenlijk heeft het begrip onderkomen te veel degelijkheid in zich, kijkend naar het gebouw aan de Velperweg te Arnhem. Slaapzalen van 40 – 50 man; stapelbedden en waslokalen; klaslokalen en studeervertrekken. Van die waslokalen kan ik me weinig herinneren. Ik werd ingedeeld in klas “G” onder leiding van opperwachtmeester Walhout en (toen nog wachtmeester 1e klasse) Postma. Dat bleken (achteraf) prima leermeesters en leidinggevenden te zijn, die discipline op een opbouwende manier wisten te bewerkstelligen.
De studeervertrekken zal ik niet licht vergeten. Allemaal uit spaanplaat opgetrokken hokken voorzien van deur, tafel en stoel en dat alles op de 1e verdieping. Roken was daar streng verboden! Sommige studenten repeteren alles hardop, iets wat mij het concentreren volslagen onmogelijk maakte. Parate kennis betekende heel eenvoudig, dat je een wetsartikel uit het hoofd diende te kunnen opzeggen tot aan ‘wordt gestraft met’. In de les werd dat er duidelijk bij gezegd, zeker. Ik heb Stapel en De Koning met die aantekeningen lang bewaard. ’t Was dus eigenlijk flink stampen geblazen, méér dan ik op de middelbare school moest doen.

Verplichte studie

Op basis van de cijfers, behaald bij de diverse tentamens, kreeg je al dan niet verplichte studie opgelegd. Een ramp. Elke avond controleerde de opper van de week of je tot 21.00 uur wel aan de studie was! OK, je wilde toch rijkspolitieman worden? Dus niet zeuren! Op vrijdag naar huis werd een tijdstip waar je naar uitkeek.

Mijn concentratieprobleem in het studeervertrek werd gaande de opleiding steeds groter. De gehorigheid was dermate, dat ik besloot tot maatregelen. Een verkenning bracht me boven de entree aan de voorzijde van het gebouw. Verboden gebied vanwege ‘gevaar voor instorting’, maar lekker rustig! De opper van de week miste me al snel en ik moest uitleggen waar ik uithing. Hij bleek begrip te hebben voor mijn probleem en de oplossing die ik gevonden had en ik mocht op mijn gevonden plek blijven studeren. Ik hield gedurende de hele opleiding verplichte studie, maar ja...

Sport en examen

Sporten was een welkome onderbreking van de klassikale lessen. Je was er echt even uit en de eisen, die werden gesteld, waren voor mij haalbaar op hardlopen na. Rond de twee vijvers op het terrein waren paden aangelegd en als hardlopen op het programma stond, diende ettelijke keren rond de vijvers te worden gedraafd. Dat betekende voor mijzelf steeds opnieuw het onderste uit de kan geven om maar een beetje binnen de tijd te blijven. De kameraadschap bij dit onderdeel zal ik nooit vergeten: klasgenoten die ‘lopers’ waren en de tijd -zeg maar- fluitend haalden, kwamen teruglopen om je als het ware ‘mee te nemen’. Het was gewoon erg zwaar. Dat onderdeel van het sportexamen was daarom één grote ramp:
Van het sportexamen herinner ik me iets van drie rondjes hardlopen rond de vijvers, gevolgd door één rondje fietsen; gevolgd door 10m door rul zand hardlopen; gevolgd door het klimmen op een trap en er aan de andere kant afspringen het rulle zand in. Dat alles binnen een bepaalde tijd, vanzelf. Ik zie mezelf nog als een voddenbaal van de trap het rulle zand in ploffen, compleet ‘uitgewoond’. Maar…………., ik was juist binnen de tijd, dankzij de klasgenoten, die me voortdreven.

48 uur wachtdienst

Ja, dat was me wat èn eigen schuld. Na een flink aantal lessen wapenleer, waarin je de ‘ins and outs’ van het FN-pistool aangereikt kreeg, de schietbaan op. Volgens mij was een eis, dat je met je ogen dicht en binnen een bepaalde tijd je wapen moest kunnen demonteren en in elkaar moest kunnen zetten. Die rot-veer rond de loop, die je opsluitring zomaar lanceerde! Daarop alert zijn was het halve werk.
Op de schietbaan kon ik aardig met het wapen overweg, toen het me lukte ook tijdens het afgaan van het schot te blijven kíjken. De opper instrueerde dat wel, zeker, maar het vraagt wat van je. Daarbij had ik een probleem:
Ik kon m’n linkeroog niet lang genoeg dichthouden! Dat moest omdat ik rechtshandig schutter was. M’n rechteroog dichthouden was geen probleem en dan rechtshandig schieten: hoorde niet! Toen m’n kogels daar insloegen waar dat moest, werd over mijn oog probleem heengestapt!
Eén van de eisen van de opper was, dat je altijd één patroon in de -kamer overhield. Die patroon diende je in de hand te hebben na het commando ‘ontladen’.
’t Was al verder in de opleiding en het examen pistoolschieten kwam dichterbij. Toen mijn schietbeurt kwam, moest ik ‘vier op de roos, schot voor schot’ uitvoeren. OK, het vierde schot was afgevuurd en ik sta naar de schijf te turen om te zien of ik ’t goed gedaan had. Ik vergeet de slede naar achteren te trekken om de patroon op te vangen en bij het ontspannen van het wapen, gericht op de schijf gelukkig, gaat m’n vijfde kogel het wapen uit. In mijn ooghoek zag ik de opper iemand die naar de schijven wilde lopen tegenhouden, zelfs. Ja, fout natuurlijk. Een weekend wacht van vrijdagavond tot zondagavond was daarop regel.
Dat betekende in uniform fungeren als een soort portier, de telefoon bedienen en militair de vlag strijken en hijsen op de bepaalde tijdstippen. Iedereen weg naar huis; een leeg gebouw en ook een opper met weekend piket.

Botsing met het gezag

Een adjudant, wiens naam ik vergeten ben, gaf ons het vak Nederlands. Hij had daarvoor zelfs een speciaal lesboekje met een blauw kaft geschreven. Ik zou die avond om 19.00 uur bij de kapper zijn en alleen het avondeten (nasi goreng) zat daar nog tussen. Heb ik me vast bij voorbaat in burger omgekleed, maar zo mocht ik niet aan tafel verschijnen! Dan maar geen hap rijst, dacht ik. Aan tafel werd ik natuurlijk gemist en twee man moesten mij gaan zoeken. Ik moest komen vertellen waarom ik er niet was en de opdracht was simpel: omkleden en opdraven aan tafel en mee-eten. Daarbij bleef het gelukkig. Of ik op tijd bij de kapper was? Geen idee meer.

Ziekte

Ongeveer een week heb ik ook de ziekenboeg van het instituut bevolkt. Griep, was de diagnose en met koorts het bed houden. Het tempo in de opleiding was dermate, dat je je als student eigenlijk geen ziek zijn kon permitteren! Een arts liep ’s-morgens visite en één van de eerste handelingen was temperatuur opmeten op de ouderwetse manier. Billen bloot en tsjakka. Wat was ik blij toen ik gezond werd verklaard. Dat betekende meteen snoeihard studeren om de verloren tijd in te halen.

De praktijk.

Tijdens de opleiding kregen wij de opdracht om te assisteren tijdens de Grand Prix van Zandvoort. Basisopdracht was ervoor te zorgen, dat er geen publiek op de racebaan zou komen. Ik kwam dan ook langs de baan te staan op het binnenterrein, direct na een linkerbocht. Eén van de commandanten antwoordde op onze vraag naar eventueel gevaar van het na zo’n bocht langs de weg staan: ”Als zo’n bolide op je afkomt, spring je maar zo hoog mogelijk op!” Had hij een hoge dunk van ons reactievermogen! Zonder dat er erg veel zon geschenen had, hadden we wel allemaal roodverbrande gezichten.

Examen en beëdiging

Onze eigen opper en een gedelegeerde namen het mondeling examen af en dat wisten ze op een manier te doen dat m’n zenuwen de overhand niet konden krijgen. (Als ik wat dat betreft aan het B-examen denk!) Je cijferlijst werd opgeteld en betekende meteen je plaats op de ranglijst ten opzichte van je collega’s. Ik kwam ergens in de middenmoot terecht. En…..klaar voor de praktijk, eind 1966.


Naar > de index van dit artikel

Hoofdstuk 3.
Pagina
Zoekhulp
Er staan op onze site al meer dan 2000 artikelen waarvan sommige ook nog met meerdere pagina’s. Als je iets specifieks zoek is het natuurlijk niet te doen om al die documenten even na te lopen. Daarom deze leeswijzer / zoekhulp.
Vervolg zoekhulp....