Verhalen van oud Rijkspolitieman Ben Plomp.
Ben Plomp, in Rijssen beter bekend als de Bosjaagr, werkte in de periode van 1976 tot 2002 als politieman in Rijssen. In 2002 hing hij letterlijk zijn pet aan de kapstok om zich uitsluitend met kunst bezig te houden. In zijn 26 jaar als politieman in Rijssen heeft hij onder 7 groepscommandanten en afdelingshoofden gediend. Als rechercheur heeft hij in die periode zaken behandeld, die soms komisch en andere keren juist zeer bedroevend van aard waren. De avonturen van de Bosjaagr, waarvan hij een aantal heeft vastgelegd in een boek, zullen voor menigeen ongeloofwaardig overkomen, maar zoals men bij de politie in Rijssen algemeen beweerd was en is in Rijssen en Amerika alles mogelijk.
Een deel van de verhalen in dit boek zijn waar gebeurd en al eerder, in verkorte versie, gepubliceerd in de plaatselijke krant, het Rijssens Nieuwsblad. Gezien de vele positieve reacties die hierop zijn ontvangen worden deze en andere verhalen nu uitgebreid in boekvorm uitgegeven. Herkenbare namen in dit boek zijn met toestemming van de betrokkenen geplaatst. In andere gevallen zullen geen namen worden vermeld of namen zodanig worden veranderd, dat herkenning op basis van de naam van de betrokkenen onmogelijk is. Verder staan er in dit boek enkele avonturen van de Bosjaagr vanaf zijn jeugd tot heden. In dit boek worden met name humoristische onderwerpen beschreven. De schrijver heeft echter gemeend ook enkele minder vrolijke verhalen aan deze bundel toe te voegen, zodat de lezer niet het idee krijgt dat het alleen maar grappen en grollen was bij de politie.
De reden dat Ben voor het pseudoniem Bosjaagr heeft gekozen is dat in het verleden in Rijssen een politieman bosjaag’r werd genoemd. Vandaag de dag wordt dit synoniem voor politieagent veel minder gebruikt.
Op www.bosjager.nl kunt u meer informatie over dit boek vinden of contact opnemen met de schrijver via
Mijn eerste adjudant.
Na mijn opleiding aan de rijkspolitieschool te Apeldoorn, kreeg ik als standplaats Rijssen toegewezen. Ik had hier veel geluk mee, want ik woonde al in Rijssen en hoefde dus niet te verhuizen. Als de dag van gisteren herinner ik mij nog mijn eerste dag als politieman in Rijssen. Samen met een collega van mijn opleiding moesten wij ons melden bij de toenmalige groepscommandant.
In die tijd was de groepscommandant een hooggeplaatste figuur en volgens de regels melden wij ons netjes in de houding staand in zijn kamer. Hier kregen wij direct de wind van voren. Een scheldkanonnade over hoe wij het in ons hoofd haalden om zo bij hem binnen te komen volgde en we keken elkaar eens aan en waren ons van geen kwaad bewust. Vervolgens kregen we van hem te horen dat ons uniform niet in orde was. Wat was het geval, in die dagen droeg men bij het uniform een zwarte koppel van leer. In deze koppel waren gaatjes gemaakt om de koppel op maat te zetten. Nu bleek dat wij de gaatjes in deze koppel aan de binnenkant niet zwart hadden gemaakt en volgens de groepscommandant deugde dat voor geen meter en stelde die opleiding in Apeldoorn helemaal niets voor. Op je eerste dag denk je dan: ”Wat hek noe an de fietse hang’n”. Voor de goede orde beloof je echter de gaatjes zwart te maken.
Dat de groepscommandant een verknipt figuur was bleek enkele weken later.
Tijdens een fietssurveillance met Ome Gerrit (Gait de Leeuw) kregen wij via de portofoon de melding dat er illegaal een boom zou worden gekapt in het bos achter het kasteel de Oosterhof. Ter plaatse troffen wij inderdaad een man aan, die daar doodleuk een berk had gekapt en deze vervolgens al in hapklare brokken had verwerkt om mee te nemen. Wij vroegen die man of hij hiervoor toestemming had De man vertelde dat hij een boom had omgehakt en dat hij dat zonder toestemming van de eigenaar had gedaan. Volgens hem stonden er genoeg bomen in het bos en of er nu eentje meer of minder stond, viel toch niet op. De man werd duidelijk gemaakt, dat hij hiervoor een proces-verbaal kreeg. De gegevens van de man werden genoteerd en het hout werd in beslag genomen. Toen we op de kazerne terugkwamen gaf Ome Gerrit mij de opdracht om het proces-verbaal te maken, want ik moest het nog leren.
Aldus geschiedde en volgens schoolvoorbeeld maakte ik mijn eerste misdrijf proces-verbaal op in de praktijk. Ik leverde dit proces-verbaal ter correctie in bij mijn baas en kreeg het de volgende dag volledig met rode inkt gecorrigeerd terug. Volgens mijn baas was ik bij het behalen van mijn politiediploma door de mazen van het net geglipt, want het door mij opgemaakt proces-verbaal deugde voor geen meter. Omdat je als beginneling in de veronderstelling verkeerd, dat dit de normale gang van zaken is maakte ik het proces-verbaal opnieuw op aan de hand van de gegevens die mijn baas had voorgeschreven met zijn rode pen. Opnieuw leverde ik het proces-verbaal bij hem in en opnieuw kreeg ik hem terug, volledig met rode inkt gecorrigeerd. Nu was ik wel meegaand in die tijd, maar het moest niet te gek worden. Ik vertelde hem dat ik tot 2 keer toe het proces-verbaal had opgemaakt volgens zijn voorbeeld en dat ik niet van plan was om het nogmaals te doen. Ik dacht dat hij bij kans uit zijn vel sprong. Hij vroeg mij hoe ik het in mijn hoofd haalde om hem tegen te spreken en deelde mee dat als ik het proces-verbaal niet opnieuw wilde maken, dat hij het dan in de prullenbak zou gooien. De daad bij het woord voegend verscheurde hij het proces-verbaal en gooide het in de prullenbak. Op dat moment was er niet meer met deze man te praten en ik heb hem alleen gelaten met zijn frustraties. De man die de boom had omgehakt had geluk, want hij heeft hiervoor nooit een boete gekregen.
Naderhand heb ik van verschillende collega’s vernomen dat deze man min of meer gestoord was. Zo had hij oud collega Visser, bijgenaamd Kontje, van de kazerne gestuurd. Kontje droeg in de winter onder zijn jas een blauwe das die niet van rijkswege verstrekt was. Deze das was namelijk door zijn vrouw gebreid, maar had wel dezelfde blauwe kleur als een van rijkswege verstrekte das. Diverse keren was Kontje door de adjudant hierover aangesproken, maar Kontje deed alsof hij gek was, verklarend dat hij bijzonder aan deze das was gehecht omdat deze door zijn vrouw was gebreid. De ruzie die daarop volgde liep zo hoog op, dat Kontje een aantal maanden voor zijn pensionering opnieuw woorden kreeg met de baas en wel zodanig dat de baas hem van de kazerne stuurde met de boodschap dat hij alleen met een van rijkswege verstrekte das terug mocht komen. Kontje is nooit weer op de kazerne geweest en heeft de resterende tijd tot aan zijn pensioen thuis doorgebracht.
Deze adjudant was ook gek op planten. Zo had hij in de hal van de kazerne een grote vingerplant neergezet, die voor zijn huiskamer te groot was geworden. Omdat de adjudant zo geliefd was, werd de plant in de nachtdienst door een aantal collega’s verrast met de inhoud van hun blaas. Dat die plant het jaren heeft volgehouden is een wonder en toen de baas ging verhuizen moest de vingerplant mee. Bij het verpoten van de plant kreeg hij in de gaten wat er gebeurd was en vloekte en tierde hij tegen zijn vrouw, dat mijn collega’s in zijn plant hadden gezeken.
Ook ten opzichte van de burgerij had de man geen manieren. Zo reed ik een keer met de dienstauto door het centrum van Rijssen bij de toenmalige Albert Heijn, alwaar een vrachtauto geparkeerd stond. Ik zag dat mijn baas daar aan het bakkeleien was met een voor mij onbekend persoon. Nadat ik was gestopt werd ik door de man, waarvan achteraf bleek dat het de chauffeur van die vrachtauto was, aangesproken. Hij wenste aangifte te doen van diefstal van de sleutels van zijn vrachtauto. Het volgende was gebeurd. Mijn baas had die foutief geparkeerde vrachtauto zien staan en had de sleutels in het contactslot gezien. Zonder omwegen was hij de cabine binnen gegaan en had de sleutels weggenomen. Toen hij de cabine wilde verlaten was hij in de kraag gevat door de chauffeur. Deze wist dus niet, dat het om een politieman in burger ging. Op dat moment verscheen ik ter plaatse. Mijn baas had wel in de gaten dat hij het niet op de spits moest drijven en verontschuldigde zich bij de chauffeur. Vervolgens gaf hij mij de opdracht om die chauffeur te bekeuren. Ik heb hem toen alleen maar raar aangekeken, waarna de chauffeur zijn weg kon vervolgen zonder een prent. Dit kwam mij op de kazerne uiteraard weer duur te staan, omdat ik niet had voldaan aan zijn opdracht.
Tijdens de nachtdienst had men een persoon opgepakt die stomdronken op ’t Schild rondzwierf en volledig de weg kwijt was. Deze persoon werd in de cel geplaatst om zijn roes uit te slapen. Mijn toenmalige baas woonde toentertijd naast de kazerne en hij schepte er dan steeds genoegen in om een praatje te maken met lieden die de nacht hadden doorgebracht in de cel. Zo ook deze keer en hij vroeg door het luikje aan de man wie hij was. De man antwoordde hierop, dat hij directeur was van een of andere instelling. Mijn baas schamperde vervolgens dat hij dan wel directeur zou zijn van een paardenweeshuis. Achteraf bleek dat de man een persoonlijke vriend was van toenmalig burgemeester Smit (Gaitjan met ’n kettn), die na een paar borrels te veel op een feestje op straat was beland. Deze persoon deed zijn beklag bij Gaitjan met ’n kett’n, echter wij hebben nooit gehoord hoe dit is afgelopen.
Toen deze adjudant afscheid nam moest hij dat doen zonder zijn onderdanen, wat op zich al een grote blamage was. Hij verhuisde direct na zijn pensionering naar Limburg, want hij voelde fijntjes aan dat hij voor de collega’s in Rijssen niet meer veilig was.
Love is in the air.
As bosjaagr in Riessen komm ie van alles teeg’n op ’t vlak van de leefde.
Kom je terug van een aanrijding waarbij een collega was betrokken, met bij jouw in de auto de grote baas, die je terug moet brengen naar zijn huis, dan zie je in het schijnsel van de koplampen van de auto midden in het bos twee rode lichten reflecteren. Omdat je in dat soort situaties wilt weten wat er zich in dat bos afspeelt, stel je een nader onderzoek in. Hierbij tref je een jong stel aan die, laten we het maar netjes weer geven, de bloemetjes en de bijtjes letterlijk en figuurlijk aan het bestuderen waren en de bokse op de knieen hebben hangen. Op het moment dat ik mijn baas op dit stel attendeerde, antwoordde deze de historische woorden: “Ik ben mijn bril vergeten”.
Rijdt je met je collega door de Groenekruisbossen in Rijssen, tref je daar twee auto’s aan die wat vreemd en uit het zicht geparkeerd staan. De kentekens worden opgevraagd en de situatie wordt nog vreemder als blijkt dat één auto uit Groningen komt en de ander uit een plaatsje dichtbij Maastricht. Beide auto’s staan niet als ontvreemd gesignaleerd. De auto’s worden vervolgens aan een nader onderzoek onderworpen, maar er wordt niets vreemds aangetroffen.
Na enig overleg besluiten we om ze maar te laten staan en op een wat later moment terug te komen om te kijken of ze al weg zijn. We zitten al weer bijna in de auto, als daar uit het niets een vrouw van middelbare leeftijd uit het bos komt, die ons hevig geëmotioneerd aanspreekt. De vrouw is zodanig van streek, dat wij elkaar aankijken en denken: “Wat hew noe an de fietse hang’n”. De vrouw blijkt de eigenaresse te zijn van één van de auto’s en zij heeft een afspraak met haar geliefde in de Groenekruisbossen in Rijssen. Wat een romantiek!!! Verder blijkt ook dat ze getrouwd is en absoluut niet wil hebben dat haar echtgenoot in kennis wordt gesteld van het feit dat ze hier aan het rollebollen is geweest met haar geliefde. Met veel moeite hebben we haar gerust weten te stellen door aan te geven dat wij niet werken voor een recherchebureau of iets dergelijks en dus ook niet van plan zijn om haar escapades bij haar echtgenoot aan het licht te brengen. Hierna stapt het vrouwtje in de auto en rijdt weg. U zult nu wel denken, “Waar is Romeo gebleven?” Dat heeft u goed, want deze gedachten hadden wij ter plekke ook. Romeo kwam echter niet opdagen. Nadat wij onze weg hadden vervolgd, kwamen we een eind verder een alleen lopende man achterop, die gezien zijn kleding (driedelig pak met glimmende schoenen) hier niet voor zijn plezier liep. Romeo werd vervolgens met zijn naam aangesproken en was hierover ten zeerste verbaasd. (Hij wist niet, dat we zijn naam via het kenteken van zijn auto te weten waren gekomen) In eerste instantie ontkende hij dat hij een afspraak had gehad met zijn geliefde, maar toen hij in de gaten kreeg dat wij van A tot Z op de hoogte waren van hun avontuurtje gaf hij toe met hetzelfde verzoek om dit niet door te geven aan zijn echtgenote. Ook hem hebben we gerustgesteld en medegedeeld, dat hij nu wel zijn auto op kon halen. Dit was echter een probleem, omdat hij niet meer wist waar zijn auto stond. In de consternatie was hij een eind het bos ingelopen en zodoende de weg kwijt geraakt. Omdat in ons reglement staat, dat wij hulp moeten verlenen aan hen die dat behoeven, streken wij maar weer eens over ons hart en brachten Romeo terug naar zijn auto.
In een soortgelijke situatie werden twee auto’s aangetroffen in het buitengebied, die bij het zien van onze Patatwaag’n er als een speer vandoor gingen. Aangezien wij maar met één auto ter plaatse waren, en ons zodoende niet konden opsplitsen, werd op één van de auto’s een achtervolging ingezet, omdat wij wilden weten welk vlees we in de kuip hadden. De achtervolging was niet mis en de bestuurder (die achteraf een bestuurster bleek te zijn) reed met grote snelheid over landweggetjes in de richting van Rijssen. Zij had echter geen rekening gehouden met de mobilofoon, die door ons waren ingeseind, en werd door collega’s staande gehouden. Uit haar verhaal bleek dat zij een afspraak had met haar geheime geliefde en niet wilde dat haar ouders te weten zouden komen dat zij omging met een persoon die niet door de familie werd geaccepteerd.
-
Categorie: RPD District Zwolle / Overijssel Diversen
-
Laatst bijgewerkt op 28 juni 2024
-
15527 keer bekeken
- Lorem ipsum dolor sit amet.
Zoeken op deze site
Nieuwste artikelen
- Pagina Landgroep LUYKSGESTEL
- Pagina Landgroep BERGEIJK
- Pagina Landgroep BUNSCHOTEN
- Reünie Klas C 1975 Opleidingsschool Horn
- RP Parketgroepen in ontwerp
- RP en de Kustwacht in ontwerp
- Pagina Landgroep ROSMALEN
- Pagina Landgroep SLEEUWIJK / WOUDRICHEM
- Pagina Districtsstaf ALMELO
- Pagina landgroep BEDUM
- Opvang- Stagegroep SCHEEMDA
- F.G. Veltink. 25 jaar ambtenaar bij het Korps Rijkspolitie.
- VWS Brochure 1969 Rijkspolitie
- Pagina landgroep VOORST
- Laatste Site-info d.d. 30-12-2023
- AVD Archief R. Hiddinga
- AVD Gehuwd en twee kinderen
- AVD 25 jaar. Wie is die vogel
- Menu De oprichting en opbouw van de R.P.
- M.E. Archief De gijzelaar v. Nijmeijer De Punt 1977